John Crombez (SP.A)

‘Meer dan waar ook in Europa moeten we werk maken van een tweedekansenbeleid voor ondernemers’

John Crombez (SP.A) Kamerlid en gewezen voorzitter SP.A

‘Zij die een tweede kans krijgen, stampen ontelbaar vaker een succesvolle onderneming uit de grond dan een starter’, schrijven John Crombez en Güler Turan. Deze bijdrage is een pleidooi voor een beleid dat ondernemers ondersteunt bij een herstart.

Het is algemeen geweten: wij, Vlamingen, hebben het soms moeilijk om over iets te praten, om openhartig te zijn, om wat we voelen of denken meteen op tafel te gooien. Wanneer we falen, durven we dat nauwelijks toe te geven, laat staan een tweede kans te vragen. Zo zitten we gewoon niet in elkaar. Zo ook bij ondernemerschap. Falingspreventie is een onderwerp dat je in ons beleid ziet opduiken, een tweede kans voor een ondernemer daarentegen nauwelijks. Nochtans vraagt Europa sinds de bankencrisis om daar politiek een hoofdpunt van te maken. Meer dan terecht, vinden wij.

Waarom gebeurt dat dan niet? Door die verdomde perceptie, helaas. Net als in een aantal andere noodzakelijke debatten maakt perceptie dat de dialoog uit de weg wordt gegaan. Elk jaar berichten kranten nochtans dat ze er zijn, de Vlamingen die in het buitenland na een paar keer falen een succes worden. Die lijstjes en foto’s maken ons trots. Bij faillissementen in eigen land zien we de omgekeerde tendens: vooral als het echt mis gaat, staan faillissementen in de krant.

Faillissement door fraude is een uitzondering

Na een rondvraag bij meer dan 3.500 Vlamingen – van wie meer dan de helft vindt dat ze voldoende kennis heeft over ondernemerschap – is de verwachting of ‘perceptie’ dat een derde van de faillissementen te maken heeft met fraude of corruptie (Bouckaert e.a.). Terwijl de realiteit – ver weg van de perceptie dus – ons met de neus op de feiten drukt: faillissement door fraude of corruptie is wel degelijk de uitzondering. Onderzoek van de Europese Commissie legt dat cijfer zelfs vast op 4 à 6%, iets meer dan 10% in het Vlaams onderzoek. Laat ons zeggen 8%, als we goed kunnen rekenen, is dat een heel eind verwijderd van de 30%, zoals de Vlamingen denken.

Herstart faciliteren

Meer dan waar ook in Europa moeten we werk maken van een écht tweedekansenbeleid voor ondernemers. Zij die een tweede kans krijgen, stampen ontelbaar vaker een succesvolle onderneming uit de grond dan een starter, zo leren de cijfers ons ook. En toch blijft de toegang tot een herstart heel moeilijk. Afgaande op diezelfde cijfers, kan niemand met een gezond boerenverstand één reden bedenken om die herstart niet te faciliteren, om die ondernemers geen tweede kans te geven, om alle mogelijke barrières voor zij die durven niet weg te nemen. En toch. Toch slaagt perceptie er telkens weer in om de cijfers – de realiteit – te blijven kloppen.

Het vreemde is dat we in België vaker last hebben van de regel ‘Ik denk dertig maar het is acht’. Zo peilde onderzoeksbureau IPSOS Mori in 14 landen naar de realiteit versus perceptie. Over cruciale zaken die te maken hebben met samenleven slaan we de bal volledig mis. We denken dat 31% van onze bevolking werkloos is, de werkelijkheid is 8%. We denken dat 29% moslim is, de werkelijkheid is 6%. We denken dat 29% migrant is, de werkelijkheid is 10%.

De perceptie kloppen

Slotsom: als we ons afvragen waarom bepaald beleid evident is en niet gebeurt, dan heeft het hier veel mee te maken: nuttige perceptie, niet het minst gecreëerd door politici en pers. We kunnen daar nog lang over emmeren, maar vooral: we kunnen daar zelf iets aan doen. Schrijven over de positieve verhalen van ondernemers, daar als overheid de juiste conclusies uit trekken om positief beleid te voeren. Niet alleen faillissementspreventie dus, maar ook een échte tweedekansenbeleid voor ondernemers in plaats van ze de grond in te duwen als ze falen, alleen maar omdat we denken dat ze niet ‘koosjer’ waren. Daarom zullen wij in het Vlaams Parlement een aantal voorstellen indienen om tweedekansenbeleid voor ondernemers echt vorm te geven. Concreet betekent dat ingrijpen op die elementen die het moeilijkste zijn: aparte kanalen van garanties en financiering voor een tweede start, facilitering van vroeg detectie van problemen, snellere administratieve afhandeling van het faillissement en het creëren van een kader voor oplossingen buiten de rechtbanken. Federaal zou de wet op de continuïteit van de ondernemingen op de schop moeten, want maar al te vaak is dat de oorzaak van faillissementen. Er zitten goeie elementen in, maar die wet wordt nu te vaak misbruikt. Kortom, met de realiteit en de beleidsinstrumenten aan onze kant kunnen we perceptie aan. Meer nog, we kunnen perceptie kloppen. Waar wachten we nog op?

(John Crombez en Güler Turan zetelen voor SP.A in het Vlaams Parlement)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content