Marc Dubois (KU Leuven)
Marc Dubois (KU Leuven) Docent architectuur aan de KU Leuven en architectuurcriticus

De Tate Modern in Londen is meer dan een millenniumproject. Het is een nieuw museum met een intelligent statement.

De Tate Gallery in Londen is een oud statig gebouw gelegen aan de noordelijke oever van de Theems. Sinds meer dan een eeuw is er een mooie collectie Britse en internationale kunst te zien. De beperkte oppervlakte, de groeiende collectie en het almaar toenemende aantal bezoekers waren de aanleiding voor de ingrijpende beslissing over de bijkomende huisvesting. De nieuwe locatie was een intelligente, strategische zet. Door te opteren voor een verbouwing werd ongetwijfeld een oeverloze architectuurdiscussie vermeden en kreeg een verlaten, beeldbepalend en centraal gelegen complex een nieuwe bestemming.

De keuze viel op een immense elektriciteitscentrale op de linkeroever van de Theems, ongeveer tegenover de St. Paul’s Cathedral op de andere oever.

De Bankside Power Station is een massief bakstenen gebouw opgetrokken tussen 1947 en 1963 naar een ontwerp van Sir Gilbert Scott. Vooral wegens milieuvervuiling werd de centrale al in 1981 gesloten; het gedeelte aan de zuidkant bleef wel in functie als transformatiecentrum. Om de Tate Modern te bereiken vanuit de City is er een nieuwe elegante voetgangersbrug aangelegd. De Millenniumbrug – ontworpen door Sir Norman Foster, Ove Arup-ingenieurs en de beeldhouwer Anthony Caro – is de eerste nieuwe oeververbinding over de Theems sinds de bouw van de Tower Bridge in 1894.

Hoe kan men een industrieel complex transformeren tot museum? In 1994 werden toparchitecten zoals Koolhaas, Ando en Moneo geïnviteerd om ideeën te ontwikkelen. De uiteindelijke keuze viel op het Zwitserse bureau Jacques Herzog en Pierre de Meuron (HdM), architecten die tot dan enkel een kleine kunstgalerie in München hadden gerealiseerd. Hun zoeken naar de essentie in de architectuur valt moeilijk te omschrijven. Het is een attitude van terughoudendheid en verzet tegen vormoverdaad. Met een Zwitserse precisie zijn ingrepen uitgevoerd waarvan vele de bezoekers nooit zullen opvallen. Bovenop het gebouw is een lange, twee verdiepingen hoge glasdoos toegevoegd. Op deze glaswanden worden de tentoonstellingen aangekondigd en het volume fungeert ’s avonds als een groot lichtbaken.

DE KATHEDRAAL

Alles aan de Tate Modern is groot. Meer dan 14.000 vierkante meter tentoonstellingsruimte en een investering van tien miljard frank, waarvan 40 procent betaald door de Engelse Loterij. Het project levert meer dan 2000 nieuwe banen op. Ook de ruimte is big. Via een hellend vlak komt men in de voormalige turbinehal, die nu fungeert als een overdekte straat. Met haar hoogte van 35 meter en een lengte van 155 meter is het niet verwonderlijk dat deze ruimte vaak wordt omschreven als een ‘kathedraal’. De drie stalen torensculpturen van Louise Bourgeois in de hal zijn in geen enkel ander museum te tonen. Het industriële karakter van de hall is behouden en een lange glasstrook in het dak versterkt de lengte. Het enige wat opvalt, zijn de glazen, verlichte balkons. Het zijn een soort erkers vanwaaruit de bezoekers de turbinehal kunnen bekijken.

De noordvleugel bevat drie verdiepingen galerijen met ongeveer 60 zalen (7000 vierkante meter) voor de permanente opstelling van de collectie. In feite gaat het om een volledige nieuwbouw aangezien er in dit volume niets aanwezig was. Het ruimteconcept in de zalen is erg klassiek en wil in de eerste plaats een rustig kader vormen voor het oog en voor de kunstwerken. Er is grote zorg besteed aan de lichtbeheersing van de zalen. Op de zevende verdieping is een restaurant met een uniek uitzicht op Londen. Ook hier tonen HdM dat zij lak hebben aan opzichtige en modieuze design. Hun beheersing en soberheid sluit perfect aan bij de krachtige monumentaliteit van het bestaande. Voor de presentatie van de werken werd de chronologische opstelling verlaten om resoluut te kiezen voor het groeperen rond vier thema’s.

Tot eind november presenteren de architecten hun expositie An Architectural Narrative. Het gebouw is het uitgangspunt: op elf plaatsen in het interieur wordt toelichting gegeven. Een krantje fungeert als catalogus. Zo ontdekt de bezoeker dat er nog een tweede fase zal volgen, de transformatie van de zuidvleugel en het toegankelijk maken van de 93 meter hoge toren als panoramisch uitzicht.

Het ligt voor de hand dat men de Tate gaat vergelijken met het befaamde Guggenheim museum in Bilbao van architect Frank O. Gehry. Tussen het sculpturaal vormelijk geweld en de koele beheersing ligt een hemelsbreed verschil. In Bilbao is de architectuur zo dominant dat ze de kunstwerken vaak overspoelt. In de Tate Modern weet HdM de architectuur gelijktijdig aan- en afwezig te maken.

Het ontdekken van de Tate-collectie en de inbreng van HdM is zeker een citytrip naar Londen waard.

Tate Modern, Zondag tot donderdag 10.00-18.00, Vrijdag en zaterdag tot 22.00, Gratis toegang collectie. Info www.tate.org.uk.

Marc Dubois

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content