Het wordt een beeldige herfst in Parijs. Nog mooier dan anders.

Vroeger was april de mooiste maand in Parijs, nu is dat – in even jaren – november. Dat heeft met de Mois de la Photo à Paris te maken. In november is Parijs niet alleen mooi van zichzelf en melancholisch omdat de straten zo nattig blinken onder de straatverlichting, dan is Parijs dubbel mooi omdat de lichtstad onfatsoenlijk veel fototentoonstellingen op de meest onverwachte plaatsen herbergt. En omdat die foto’s in de buik van de stad alles weer eens anders maken, en misschien nog droeviger en pijnlijker en romantischer. Mooi dus.

De Mois de la Photo is twintig jaar jong en loopt nu voor de elfde keer. Het begon allemaal in 1980 en het was toen al meteen een grootse gebeurtenis met een kleine honderd tentoonstellingen en manifestaties. In de eerste catalogus schreef de toenmalige burgemeester van Parijs, Jacques Chirac: ‘Paris sera en ce mois de novembre la capitale de la photographie.’ En verder in het boek stonden oude en nieuwe foto’s, foto’s van grote meesters en van onbekende jongens, foto’s met exotische taferelen en kleine banaliteiten. De foto’s waren nogal slordig gedrukt – en dat zal dit jaar wel weer zo zijn. Allerlei foto’s en een slordig gedrukte catalogus.

In de beginperiode gebeurde het ook wel eens meer dat een tentoonstelling niet open was, wegens ‘geen goesting’ van de suppoost of ‘nog niet gedaan met eten’. Dat zal waarschijnlijk niet meer gebeuren. De tentoonstellingen zullen tijdens de openingsuren open zijn en ze zijn verzorgd en er zal veel volk komen kijken. Meer en meer zelfs.

De Mois de la Photo krijgt elk jaar een thema en dit jaar is het thema ‘Parijs’. De Commission de Sélection vond dat een goed en zelfs tamelijk origineel idee. Ze argumenteren dat Parijs de meest gefotografeerde stad ter wereld is. Ze hoeven dat niet na te tellen, het plaatselijk chauvinisme geeft die uitspraak iets vanzelfsprekends. Ze zien drie toepassingen: Parijs als onderwerp voor de documentaire fotografie, Parijs als bron voor het experiment en de taal van de fotografie en Parijs als asiel voor tienduizenden buitenlanders. Het is allicht mogelijk om duizend boeiende tentoonstellingen te maken met foto’s die over of in of rond Parijs gemaakt werden. Maar zover zullen ze het niet drijven. Het is niet omdat het thema ‘Parijs’ is dat er veel foto’s over Parijs zullen hangen, meestal worden de thema’s zonder enige terughoudendheid met voeten getreden. Tijdens de Mois de la Photo gaan de foto’s hun eigen gang, als zwerfkatten zonder god of baas.

MOZART VAN FOTO’S

Het evenement dwingt de bezoekers om de stad te doorkruisen. De exposities bevinden zich op verschillende locaties. Op die manier krijgen de foto’s een ander aanschijn, ze geven de kijker de mogelijkheid om tussen twee exposities in de stad nog eens te ‘herzien’ en de foto’s te herkauwen. En omdat er zoveel tentoonstellingen zijn en omdat de stad zo complex in elkaar zit, is er geen vaste route te verzinnen. De bezoekers doen maar. Voor de ene expositie moeten ze veel betalen, andere zijn gratis en de prijs staat niet in verhouding tot de waarde van de tentoonstelling. De Mois de la Photo à Paris heeft iets onberekenbaars.

De grote namen zijn dit jaar Hiro, Nobuyoshi Araki, Irving Penn, Germaine Krull, Thomas Demand, Victor Burgin, Bernard Faucon en Raymond Depardon. Minder bekend in dat rijtje is Thomas Demand. De retrospectieve van zijn werk loopt in de Fondation Cartier pour l’Art Contemporain. En de tentoonstellingen daar zijn uiterst verzorgd. Demand was een beeldhouwer die met papier werkte. Hij gebruikte de fotografie aanvankelijk alleen maar om zijn eigen werk te fotograferen. Later fotografeerde hij ook lege ruimtes, architecturale elementen en maquettes. Hij deed het zo plastisch en nauwkeurig dat het raadselachtig werd.

Officieel duurt de Mois van 29 oktober tot 26 november, maar de tentoonstellingen lopen veel langer. Het is typisch dat drie heel belangrijke tentoonstellingen in de meest centrale locatie al op 5 november eindigen. Inderdaad, het Maison Européenne de la Photographie is tot dan de interessantste plek van het evenement. Het centrum bevindt zich op de hoek van twee kleinere straten vlakbij het metrostation Saint Paul. Erg centraal. Het huis is groter dan u denkt, er zijn veel relatief kleine expositiezalen op verschillende niveaus die door een oude, scheve trap met elkaar in verbinding staan. Daar liggen folders met de locaties van de verschillende exposities, handig geschikt, met een overzichtelijk kaartje, de openingsuren en de dichtstbijzijnde metrostations.

Tot 5 november loopt er een overzichtstentoonstelling van het werk van Hiro en Erving Penn en een feestje van Bernard Faucon. De Japans-Chinees-Amerikaanse fotograaf Hiro combineert oosterse aandacht voor detail met een bijna publicitaire zin voor compositie. Hij maakte modefoto’s, stillevens, portretten en stond onder meer onder invloed van Alexey Brodovitch, de legendarische vormgever van Harpers Bazaar. Zo leerde hij elk beeld spannend te maken. De les was: ‘Als wat u ziet door de kijker niet spannend is, moet u niet op het knopje drukken.’

Het werk van Erving Penn is weer volop in de mode. Hij maakt portretten vol dramatiek, met stevig zwart, Amerikaans geweld en zelfs met zin voor humor. Hij was de man die zijn groots atelier in New York liet verbouwen omdat hij de indruk had dat de zoldering drie millimeter te laag was. En dan is er nog Bernard Faucon. Hij heeft in twintig landen een soort feest georganiseerd waarbij hij telkens honderd jongeren een fototoestel gaf. Dat gebeurde tussen 1997 en vandaag. Uit de duizenden foto’s die daar het resultaat van waren, selecteerde hij er 350 voor de tentoonstelling in het Maison Européenne.

Van 15 november tot 4 februari loopt er in hetzelfde Maison Européenne een expositie met het werk van Raymond Depardon. Hij is een fotografische dichter die de wereld poëtisch benadert. Elke tentoonstelling van zijn foto’s is een belevenis. Hij is de Mozart van de fotografie.

Sinds de eerste Mois de la Photo in 1980 is er wel iets grondig veranderd. De grote fotohuizen zijn erbij gekomen. Ook buiten de Mois, lopen er altijd grote en verzorgde tentoonstellingen in de grote fotohuizen – zoals het Maison Européenne – van Parijs en in het ambitieuze Centre National de la Photographie dat in een machtig hotel niet ver van de Champs Elysées huist, in het broeierige Centre Pompidou en niet te vergeten ook in de kelders van het Hôtel Sully. Dat zijn instellingen van het Franse ministerie van Cultuur. Sinds Jack Lang minister van Cultuur was, heeft de fotografie er veel grootse expositie- en publicatiemogelijkheden bijgekregen. Een soort betaalbare en toegankelijke socialistische kunst. En laten we de exposities in de Fnac-vestigingen niet vergeten. Dat zijn relatief kleine, maar vaak heel interessante tentoonstellingen van geëngageerd werk.

Typischer voor de Mois de la Photo zijn de bijkomende tentoonstellingen, zoals die ingericht worden door het Franse leger in het Musée de l’armée, en de tentoonstellingen in de cultuurhuizen van de verschillende landen, van onder andere Nederland, Mexico, Duitsland, Latijns-Amerika, Canada, Zweden, Griekenland. En dan is er de eindeloze rij galerijen die in deze periode exquise tentoonstellingen in huis halen.

De Mois de la Photo brengt geen grote vernieuwende exposities. De grote tentoonstellingbouwers hebben een traditionele reflex. Niettegenstaande de haast futuristische architectuur in de voorsteden en de opvallende multiculturaliteit, bijvoorbeeld in de metro, is Parijs in zijn diepste intimiteit een stad van oude tradities. En dus op zijn mooist in de herfst.

Voor meer informatie over de Mois de la Photo à Paris: Fnac Forum 33-140-41 80 80 of Maison Européenne de la Photographie 33-144-78 75 26.

Johan De Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content