Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De vorige twee duels met Nederland waren ontluisterend voor de Belgen. En toch staat ook het Nederlandse voetbal er slecht voor.

Op het veld hebben de Rode Duivels geen schijn van een kans tegen Nederland, dat in werkelijk alle onderdelen beter is. Zelfs in het opblazen van de bal. We moeten niet dromen, tussen de lijnen staan we machteloos. Maar ernaast, aha, daar ligt onze kans.

Nederlanders zijn namelijk onverbeterlijke ruziemakers. En des te meer als het goed gaat. Geen campagne van Oranje, of het zit er op. Deze wil niet met gene, de coach is onbekwaam, het gehannes van de KNVB ondraaglijk. De een wil zijn eigen haptonoom op kosten van de bond meebrengen, de ander zijn eigen astronoom, en op geregelde tijdstippen springt er een zaakwaarnemer vanachter de gordijnen die namens zijn cliënt een rechtsgeding tegen de medische staf aanspant.

Deze keer waren de premies al vroeg onderwerp van een fel dispuut, het portretrecht lag in het verlengde, de rassenruzie van EK ’96 kan niet vergeten zijn, de terugkeer van rebel Edgar Davids werd niet door iedereen op prijs gesteld, die van de van verkrachting beschuldigde Patrick Kluivert evenmin. Davids is alvast de eerste van een ongetwijfeld aangroeiende reeks Oranjevedetten die niet meer met de pers wil praten, en er zijn een stuk of wat spelers maar half fit, wat gegarandeerd leidt tot herrie over hun opstelling en prestaties. Problemen rond kleding- en schoenenfabrikanten vinden in een groot toernooi altijd een vruchtbare voedingsbodem, en wie weet suddert er geen vrouwenkwestie in een of andere pan.

Akkefietjes allemaal. Naar Hollandse normen is de sfeer deze keer optimaal. En afgaande op de voetbalkwaliteiten, zou men geneigd zijn Nederland als een van de favorieten voor de wereldtitel naar voren te schuiven. Ware er niet: de geschiedenis. Want die leert ons dat ook de superteams rond Johan Cruijff en Ruud Gullit nooit wereldkampioen zijn geworden.

Verkijk u dus niet op het grote peloton Hollandse topspelers, die fortuinen verdienen bij de beste clubs ter wereld. Laat uw ogen niet verblinden als Ajax, PSV, Heerenveen en Vitesse hun fraaie stadions nu al hebben uitverkocht voor het hele volgende seizoen. De werkelijkheid is minder opbeurend: het Nederlandse voetbal is op weg naar de ondergang! Je zou het op basis van de voorronde niet meteen zeggen. En zeker niet afgaande op de manier waarop Nederland kipkap maakte van Paraguay, en daarna de Nigeriaanse Supereagles belachelijk maakte. Maar, dat alles is slechts schijn.

Dit, in al die voetbalweelde, gedurfd staaltje pessimisme komt niet van een doorzopen lapzwans aan een cafétap. Neen, het zijn eminente kenners van het Nederlandse voetbal, die waarschuwen voor het komende onheil. Wij stellen ze u in de hiernavolgende paragrafen graag voor, en zullen de somberheid van hun gedachten tot de uwe proberen te maken. Beginnen we bij Co Adriaanse.

ZEVEN JAAR TRAINERSOPLEIDING

Co Adriaanse is de trainer van Willem II uit Tilburg, vijfde in de eindstand van de afgelopen competitie. Als referentie maakt dat misschien niet zo veel indruk, maar Adriaanse is vijf jaar lang directeur van de wereldberoemde Ajax-jeugdschool geweest, en vanuit die functie heeft hij recht van spreken. Zijn credo: “Een trainer verdient veel geld, maar het grootste gedeelte daarvan is schadevergoeding voor de aantasting van zijn goede naam.”

Co is een charmant man, die het vak van voetbaltrainer ter harte neemt. Zo kan hij zich opwinden over het feit dat kerels als Ruud Gullit in een half jaar tijd een trainersdiploma cadeau krijgen wegens hun verdiensten als voetballer, en dan bij een topclub de plaats gaan afpakken van een trainer die zeven jaar opleiding heeft gevolgd. Zoals Co.

Hierin heeft Adriaanse gelijk. Ook uw blad verzet zich al jaren tegen patsers van het type Kevin Keegan. Krijgen anderhalf miljard ter beschikking, kopen een ploeg waarmee zelfs Reynebeau kampioen zou worden, en eindigen derde. Waarna zij, weer op andermans kosten, een extra miljard mogen investeren en tweede worden. Hierna kopen ze Alan Shearer en Faustino Asprila, drie kwart miljard per stuk, en worden vierde. Waarna ze boos opstappen omdat het bestuur er geen verstand van heeft.

Gullit is er ook zo eentje. Bedenkt zijn trainingen in de auto, laat het veldwerk aan een ander over omdat hij liever zelf meespeelt. Soms samen met Frank Rijkaard en Marco Van Basten als die eens aanlopen, of een andere vriend van vroeger die op bezoek komt. Tijdens de wedstrijden hangt Gullit op de bank lui achterover kauwgom te kauwen. Maar, hij is tot nu toe niet gedegradeerd, en kan het goed uitleggen op de BBC. Weinigen kunnen zoveel you know’s doorheen een Engelse zin vlechten. En ook al roept wat Ruud zegt soms het dorpscafé in herinnering, omdat het Gullit is, klinkt het toch altijd iets verstandiger dan het is.

Is trainer van Chelsea zijn moeilijk? Welnee. Je kan beschikken over Zola, Di Mateo en Vialli. En over Flo, Babayaro, Poyet, Hughes, Petrescu, Sinclair, Le Saux, Wise en Leboeuf. We vergeten in dit rijtje ongetwijfeld nog een paar Noorse en Franse internationals. En in doel heb je de keuze tussen Dimitri Kharin en Ed De Goey. Met zo een potentieel is het een koud kunstje. Zorg ervoor dat je goed staat met je beste spelers, en verwijs nu en dan, om te bewijzen dat er niet te spotten valt met je gezag, een van de mindere vogels voor een week of twee naar de B-kern. De titel wacht.

Gullit won in dik twee jaar tijd met Chelsea één keer de Cup, en dat was dat. Toen hij ontslagen werd, stond Chelsea wel tweede, dat moeten we toegeven, en het had zich gekwalificeerd voor de kwartfinale van Europacup II. Dit na overwinningen tegen wonderteams als Slovan Bratislava en Tromsö. Maar Gullit coachte 82 wedstrijden, won er 40, verloor er 23, en speelde 19 keer gelijk. Dat is, eerlijk gezegd, toch niet om over naar huis te schrijven.

Begin dit jaar hield hij het voor bekeken. Naar het schijnt, viel voorzitter Ken Bates achterover toen hij hoorde hoeveel salaris Gullit de komende jaren wenste. Honderd tachtig miljoen frank. Gullit zelf was verbolgen, wat dacht die gierigaard wel. Volgens hem was er niet eens ernstig over een nieuw contract gesproken. Gianluca Vialli, pas 33, door Gullit naar Chelsea gehaald maar dit jaar op de bank gezet, volgde hem op als speler-trainer.

Waarmee Chelsea in hetzelfde euvel verviel. Het is als Paul Van Himst door Wilfried Van Moer vervangen. Bij het vertrek van Gullit stonden de Londenaars dus tweede, vijf punten achter Manchester United, en één vóór Arsenal. Op het eind van de rit bedroeg de achterstand op Manchester veertien punten, en op Arsenal vijftien punten. Vialli won wel de Europabeker voor Bekerwinnaars, maar wie daar belang aan hecht, kan zich beter een abonnement op het volleybal aanschaffen.

CO MAAKT ZICH ONGERUST

Co Adriaanse is niet onder de indruk van trainers als Gullit. Die mag van hem niet eens de reserven leiden. Cruijff? Heeft bij twee clubs gewerkt: Ajax en FC Barcelona. Daar is het niet moeilijk om succes te boeken. Dat hij het eens bij PEC Zwolle bewijst. Of bij Willem II, zoals Co. Of bij het Nederlands elftal. Al tien jaar staat Cruijff klaar om trainer van Oranje te worden. Maar kijk, altijd is er wel iets dat hem ervan weerhoudt. Desnoods een onoplosbaar conflict over het merk van kousen dat de trainer in zijn vrije tijd dient te dragen. Co weet beter: Cruijff durft niet. Ook bij Ajax niet meer. Want daar zouden zijn resultaten hoe dan ook rekenkundig vergeleken worden met die van Louis Van Gaal. In vijf jaar tijd: vier keer kampioen, twee Europacups en één wereldbeker. Dat is niet te overtreffen.

Laat bovenstaande uitweiding voor wat ze is, maar neem van ons aan: Co Adriaanse is geen zwetser. Welnu, in een interview met Voetbal International voorspelde deze vakman het Nederlands elftal donkere tijden. De reden is, net als in andere kleine landen, het Bosman-arrest. Zolang het resultaat op korte termijn de doorslag geeft voor het voortbestaan van de eigen job, zal een trainer het ergens gratis wegkapen van een ervaren speler van 25, verkiezen boven het inpassen van een plaatselijke onervaren jongere van 18. En dat gratis wegkapen, kan het best in het “arme” deel van het buitenland: Oost-Europa of Afrika.

De topclubs in Nederland hebben nauwelijks Nederlandse spelers van minder dan 23, die een vaste stek hebben in het fanionteam. Tijdens het afgelopen seizoen waren Boudewijn Zenden van PSV en Giovanni Van Bronckhorst van Feyenoord twee van de schaarse uitzonderingen. Bij Ajax, in de hele wereld geroemd om het werken met eigen jeugd: niemand meer! En aangezien het de club niet heeft verhinderd met de vingers in de neus en een straat voorsprong kampioen van Nederland te worden, is er weinig aandrang om die politiek te veranderen.

Alle spitsposities in Nederland waren voor buitenlanders.

Arveladze, Babangida, Laudrup en Litmanen bij Ajax.

De Bilde, Nilis, Iwan, Gudjohnsen en Möller bij PSV.

Cruz, Sanchez, Korneev en Connoly bij Feyenoord.

Het dramatische gevolg hiervan is evident. Als de eigen jeugd niet op het hoogste niveau kan spelen, komt ze er niet. Dat geldt niet alleen in België. Adriaanse geeft het voorbeeld van Patrick Kluivert, die halsoverkop in het eerste van Ajax moest debuteren, omdat Ronaldo in laatste instantie PSV boven Ajax verkoos. Had hij dat niet gedaan, dan zat Kluivert nu misschien bij een provincieclub. Of in de gevangenis. Tot zo ver Co, een zwartkijker.

LEO ZIET HET SOMBER IN

Luisteren we nu naar de mening van Leo Beenhakker. Overal ter wereld bij topclubs aan de slag geweest. Veel gewonnen en nog veel meer verloren. Maar altijd met stijl.

Wij hebben lang geleden op de Nederlandse televisie eens een hallucinant programma gezien, waarin Leo Beenhakker Johan Cruijff interviewde over tactiek in het moderne voetbal. Men had eerst alle andere programma’s van die avond afgewerkt, ook de zendersluiting door de dominee hadden we gehad, en toen werd de antenne ongelimiteerd opengesteld voor Beenhakker en Cruijff.

Wat daar gebeurde, was historisch. Zowel voor het voetbal en de televisie, als voor de geschiedenis van de wijsbegeerte in het algemeen. Stel dat er millennia geleden al televisie was geweest, en een tweede net. En dat men daarop een debat had gehouden tussen Plato en Socrates, over de dialectiek als methode van wijsgerig zoeken. Wel, dat was bij lange na niet zo moeilijk om begrijpen geweest, als de discussie tussen Beenhakker en Cruijff over 4-4-2 of 3-4-3.

Leo Beenhakker heeft de voetbaltheorie verheven tot een academische leerstoel, waar hij zelf is gaan op zitten. Het vergt zes jaar vooropleiding, om de cursus te kunnen volgen. Alleen Co Adriaanse heeft dat voorbereidend diploma. Wat zegt nu Leo Beenhakker over het Nederlandse elftal? “Ik maak me grote zorgen over het Nederlandse elftal.”

Beenhakker maakt zich zorgen! Als dat geen signaal is. Beenhakker was twee keer coach van Nederland. In ’86 werd hij uit de WK-eindronde gehouden door de kopbal van Georges Grün, waarna hij zijn beroemde eenzame aftocht maakte door de ondergrondse tunnel van het Feyenoordstadion. En in ’90 had hij met Van Basten, Rijkaard, Gullit, Vanenburg en Ronald Koeman de beste Nederlandse ploeg sinds ’74 onder zijn hoede. Maar er werd ook toen zoveel ambras gemaakt, dat Oranje al na de achtste finale huiswaarts mocht.

Konden in de eerste ronde niet winnen tegen Egypte! Gullit, Rijkaard, Van Basten. Tegen Abdelghani, El Rasman en El Kass. Waarna Nederland in de eindstand van zijn groep precies gelijk met de Ieren eindigde. Een lottrekking, ’s avonds laat in het perscentrum in Rome, bepaalde wie tweede eindigde, na Engeland. Dat werd Ierland. Daardoor moest Nederland in de achtste finale uitkomen tegen de latere wereldkampioen Duitsland, match met het beruchte spuwincident tussen Rijkaard en Völler, en mocht het zijn koffers pakken.

Wij hebben Beenhakker zich toen geen zorgen weten maken, maar nu dus wel. Alle sleutelposities bij Ajax, Feyenoord en PSV worden ingenomen door buitenlanders, en de topschutter uit de PTT-Telecompetitie is een Griek! Het gaat om Nikos Machlas van Vitesse. Zo kan het niet langer. Over vijf of tien jaar zijn er geen jonge Nederlandse voetballers meer in de Nederlandse topclubs, en ipso facto ook niet meer in buitenlandse topclubs. Afgelopen. Nederland gooit de troef weg die het decennia lang aan de top van de wereld heeft gebracht: de opleiding en de doorstroming van eigen jeugd. Tot daar Don Leo.

MORTEN IS PESSIMISTISCH

Nog niet overtuigd? Dan horen we nu Morten Olsen. Ex-speler van onder meer Cercle Brugge, RWDM en Anderlecht, gewezen trainer van Keulen en Bröndby. Morten heeft nooit een hoge pet op gehad van het voetbal waarmee hij geconfronteerd werd. Als trainer van Keulen slaakte hij een zucht van verlichting, telkens als een buitenlandse journalist hem kwam opzoeken. Dan kon hij vrijuit zeggen wat hij in de plaatselijke pers moest verbloemen: het Duitse voetbal loopt twintig jaar achterop. Tactisch inzicht van de gemiddelde Duitse prof: nul. Dat de Mannschaft wereld- en Europees kampioen was, en dat Duitse clubs geregeld een Europees bekertje mee naar huis brachten, kon Morten niet van zijn idee afbrengen. Buitenstaanders staren zich vaak blind op resultaten. Het is niet omdat een ploeg de wereldbeker wint, dat ze ook kan voetballen. Nooit tegenspreken, toptrainers.

Morten kreeg dit jaar de al aangestipte ondankbare taak om bij Ajax Louis Van Gaal op te volgen. Voor het tiende opeenvolgende jaar hadden alle vedetten de club uit Amsterdam de rug toegekeerd, maar in tegenstelling tot het verleden stonden er geen grote talenten uit de eigen jeugd meer klaar. Kopen dus. Voorzitter Michael Van Praag en zijn staf moesten voor het eerst zelf de buitenlandse markt gaan afschuimen. Tegen een goed gerodeerd elftal als PSV werd Ajax niet veel kans toegedicht.

Wij Belgen, zagen het nieuwe Ajax in juli vorig jaar een eerste keer spelen op de Brugse Metten, tegen Club. Een oefenwedstrijdje vóór het seizoen. Eén-vier. En het scheelde weinig of het was het dubbele. “Veul sjlechte dingen gezien”, bromde Olsen na afloop. Van Club bedoelde hij? Nee, van Ajax! En het was 1-4. Olsen: “Wai hebben nog veul werk oep die plank sjtaan.”

Halverwege december stond Ajax achttien punten voor PSV, Feyenoord volgde op drieëntwintig. En kwartfinalist in de Uefacup. Onderweg het Sloveense Malibor met 9-1 vermorzeld, de Italiaanse revelatie Udinese opzij gekwakt, en tegen Bochum in zeven minuten tijd van 0-2 achter naar 4-2 voor. Olsen na afloop: “Tactisj hebben wai sjtoem gesjpeuld.” Een vrolijke Frans is Morten nooit geweest.

Wat zegt hij over het Nederlands elftal? “Holland misjt die gute mentaliteet für die vereldtitel. Kunnen nisjt knokken. En altaid sieveren unter malkander.” En het zal er niet op verbeteren. De A1-jongeren van Ajax, waaruit de toekomstige eerste-elftalspelers moeten komen, waren al in februari met een autostrade voorsprong zeker van de titel. Aten iedereen op. Met als gevolg dat ze nooit op karakter moesten spelen. “Zai hebben niksj bai gelierd”, jammerde Morten.

JOHAN IS WANHOPIG

En dan nu de ergste: Cruijff. Afgelopen seizoen als commentator aan het werk. Hopelijk duurt het even voor hij weer trainer wordt. Dit jaar deed Valencia een bod: jaarsalaris 74 miljoen frank netto. Niet geïnteresseerd, Cruijff. Vierenzeventig miljoen, ga weg. Naar verluidt brengt de ontslagregeling met Barcelona hem meer op, op voorwaarde dat hij voor juni 1998 niet bij een concurrent begon.

Cruijff is de meest succesvolle coach die ooit in de Spaanse eerste klasse werkte. Won zestig procent van zijn wedstrijden. De vorig jaar overleden legende Helenio Herrera kwam, ook al met Barcelona, aan 56 procent. En Miguel Munoz van Real Madrid heeft 53 procent achter zijn naam. De rest zit onder de helft. Het gaat enkel om coaches die minstens honderd wedstrijden in de Primera Division op hun actief hebben. Wees maar zeker dat Louis Van Gaal die scores in zijn achterhoofd heeft zitten.

Ondertussen geeft Cruijff op de NOS commentaar, bijvoorbeeld bij de Champions League. Een must voor wie houdt van schuddebollen. Uren aan een stuk schudt Cruijff vertwijfeld het hoofd. Staat een of ander Pietje van vijfentwintig miljoen per jaar – Van Gaal, Advocaat, of Arie – een ingewikkeld excuus te formuleren, dan komt nadien Cruijff om droogweg het tegendeel te beweren. En om – en zo zijn we weer bij het onderwerp van dit artikel – de vinger te leggen op de zwakke plek van het Nederlandse voetbal. En die constateerde Cruijff bij elke Champions-Leaguematch van zowel PSV als Feyenoord: te veel middelmatige buitenlanders.

Bij PSV: Nilis, De Bilde, Degryse, Vampeta, Petrovic, Koch, Iwan, Jensen, Stinga, Claudio en de zoon van Arnor Gudjohnsen. Middelmatige buitenlanders!

Bij Feyenoord: Petry, Dudek, Graff, Sanchez, Fernando, een enkel keertje Geoffrey Claeys, Paciorek, Montoya, Glaucio, Kahraman en Julio Cruz. Deze laatste had driehonderd miljoen frank gekost. Cruijff zag maar één oplossing: eruit met al die prutsers en vervangen door Nederlandse spelers, die nu al dertig jaar het mooie weer maken in Europa. Zo niet, zou Nederland er helemaal onderdoor gaan. Nederland stond op dat moment vierde op de Fifa-wereldranglijst. Achter Brazilië, Duitsland en Roemenië. België stond éénenveertigste.

Cruijff stelt drie dogma’s voorop: winnen is niet genoeg, speel zonder verdedigers, en verjaag alle buitenlanders, tenzij ze werkelijk iets sensationeels aan de ploeg toevoegen. We spreken dan over Ronaldo, verder ziet Cruijff niemand. Bij Barcelona zette hij Hristo Stoichkov en Robert Prosinecki, gezamenlijke kostprijs achthonderd miljoen frank, in de tribune en verving ze door een koppel jonge Catalanen van wie nooit iemand had gehoord. En hij speelde met één verdediger: Ronald Koeman. Al de rest mocht enkel tot achter de middellijn terugplooien als dat noodzakelijk was om buitenspel te vermijden.

Vaak is wat Cruijff vertelt nonsens, maar het spreekt vanzelf dat niemand dat durft zeggen. Behalve Co Adriaanse. De enige journalist die Cruijff ooit heeft terechtgewezen, is Carl Huybrechts. Toen Barcelona voor een of andere Europacup met 2-0 op Anderlecht had verloren, sleurde Carl Cruijff onmiddellijk na het eindsignaal voor de microfoon, en noemde het een tactische dwaasheid om Ronald Koeman als laatste man op te stellen, daar waar zijn grote meerwaarde op het middenveld lag.

Dit was Cruijff nooit eerder overkomen. Niet als speler, en zeker niet als trainer: iemand die pretendeerde het beter te weten dan hij. Van verbouwereerdheid wist hij niet eens wat te antwoorden. In de terugwedstrijd stond Koeman daadwerkelijk in het middenveld, en lag aan de basis van de twee goals die Anderlecht ei zo na uit de Europabeker keilden.

Cruijff hield zich nadien een tijdje gedeisd. Sinds Carl voor VT4 is gaan werken, is de kust weer veilig. Wat Oranje betreft, is Cruijff helemaal zwartgallig. Veel te verdedigend ingesteld. Guus Hiddink speelt soms met drie man achterin! Slechte coach.

ZATERDAG DE DERTIENDE

Tijd voor het besluit. Als zoveel grote kenners het zeggen, zal het wel waar zijn: het Nederlandse elftal staat er slecht voor en is dus te pakken. Helaas pas over een paar jaren. En oh ja, het Belgisch voetbal kampt uiteraard met precies dezelfde problemen. Maar dat wist u al.

“Tactisj hebben wai sjtoem gesjpeuld.”

“Ik maak me grote zorgen over het Nederlandse elftal.”

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content