Al dat gezeur over het fin de siècle. Een les in cultuuroptimisme : de terugkeer van het pauwkopgeeuwaapje.

Het goudleeuwkopaapje is als soort niet langer bedreigd. Dat wist het televisiejournaal op Kerstdag te melden, daaraan toevoegend dat dit het enige goede nieuws van de dag was. Daags tevoren wist dat journaal zelfs te melden dat het overlijden van de Franse zangeres Rina Ketty vrolijk nieuws was, alla, niet dat het besje naar haar Schepper was teruggekeerd natuurlijk, wel dat haar dood een gelegenheid was om tussen alle ellende van de actualiteit door eens een liedje van haar te laten horen, J’attendrai, dag en nacht wordt op ons gewacht. Eindelijk iets hoopvols in het journaal, al moet daarvoor eerst toch weer iemand het hoekje omgaan.

O, ze snakken zo naar goed nieuws bij het journaal, gekweld als ze zijn omdat ze ons moeten overdonderen met dode kindjes, duivelse praktijken, liederlijke politici, als voetballers vermomde hooligans, Zaventem zo lek als een stukgevroren waterleiding, stoeten eindeloos voortmarcherende vluchtelingen verzwonden in het regenwoud, uit ons blikveld en uit ons slecht geweten, de middenstand die klaagt dat er te weinig toeristen naar Bethlehem komen, hooggeplaatsten die hun handen niet thuis kunnen houden, het weze om in de staatskas te graaien, het weze om minderjarigen ontuchtig te beroeren.

Niets is nog heilig. Et que fait la police ? Inderdaad, de politiediensten hebben geen tijd om de boeven bij de lurven te vatten want ze moeten elkaar bekampen. ’t Is overal wat, en met al die eindejaarsoverzichten wordt alle onheil, al die treurige beelden die we al naar de verste uithoeken van ons geheugen hadden gebannen, nog eens met bakken tegelijk over ons uitgegoten. En zelfs een witte kerst, als symbool van het witte, naar zuiverheid en loutering snakkende gevoel diep in ons hart, zelfs een witte kerst is ons niet gegund geweest.

Het goudleeuwkopaapje, nooit eerder van gehoord en zo ja, dan toch meteen weer vergeten. Het goede nieuws met dit beest was dat een grootscheeps kweekprogramma van de Antwerpse Zoo letterlijk vruchten heeft afgeworpen. Het wemelt nu van dergelijke aapjes, toch in de Europese dierentuinen, maar niet in hun natuurlijke biotoop, het Amazonewoud. Dat zou teveel gevraagd zijn.

Ze hadden daar in de Zoo in Antwerpen het koppel aapjes waar ze hun kweek mee begonnen, de namen Boudewijn en Fabiola gegeven. Tactvol is anders. Maar goed, zijn de koning en de koningin niet ons aller ouders ? Zij die ons ’s avonds nog eens warm komen onderstoppen en een sussend wiegenliedje neuriën, terwijl het buiten vriest en de vorst ijsbloemen tekent op het slaapkamerraam ?

En onze koning Albert moet het alléén doen, terwijl ze daar vroeger, in jezekestijd, toch met zijn drieën voor waren, om de ster te volgen en geschenken onder de kerstboom te komen leggen. Dus was Albert in zijn kersttoespraak ons aller tolk toen hij zei : wij willen dat de media zich niet liederlijk gedragen, wij willen het gerecht zus, wij willen de politiek zo en wij willen dat ze met hun tengels van onze kindjes afblijven. Ja, in deze tijd waarin wij niet meer weten wie we nog kunnen vertrouwen, misschien niet eens onszelf, moet iémand het toch voor ons opnemen, iemand moet toch een stem kunnen geven aan dat nieuwverworven witte gevoel dat wij, hulpeloze rechtschapenen, al koesteren als een kostbaar kleinood. En daarom kon de koning in ons aller naam zeggen : wij willen dit en dat.

En terwijl de vorst zich aldus tot de instemmend knikkende bevolking richtte, waren onze kindjes zich bij het knetterende haardvuur aan het vermeien met hun pas uit de geschenkverpakking gehaalde cadeautjes : Sven liet met het laserkanon van zijn Action Man een hele batterij Power Rangers van Kevin in stukken knallen, terwijl onze Wendy al niet meer omkeek naar die domme Ninja Turtles die wij haar, om van het gezeur af te zijn, met Sinterklaas hadden gegeven, en in de plaats daarvan het hele flikkerende en knetterende wapenarsenaal van haar nog van nieuwigheid blinkende Buzz Lightyear-popje aan het uittesten was.

Binnenkort zullen de niet-liederlijke media voor al dat speelgoed reclame mogen uitzenden rond kinderprogramma’s, het zal voorzeker wel moeten van het grote Europa en haar profeet Karel van Miert. Als dat geen goed nieuws is : eindelijk zullen we weten hoe wij, mondige burgers, onze kleinen moeten vermaken.

M.R.

Leven op leeftijd

Vroeger was voortplanting een eenvoudige rechttoe-rechtaan gebeurtenis : man ontmoette vrouw, en als die hem zag zitten, werd er gepaard. Daar is ondertussen een cultuur-gestuurde rimram rond gegroeid met etentjes (voedsel voor sex) en andere versiertrucs. Tegenwoordig stuurt ook de wetenschap de voortplanting bij. Onvruchtbaarheid en miskramen zijn fouten van de natuur die moeten worden weggewerkt. De modernste technieken worden ingeschakeld om de meest onvruchtbare koppels aan een kind te helpen. De goegemeente volgt de zaken vanop afstand en meestal zonder interesse.

Maar soms raakt de goegemeente eventjes geëmotioneerd. De verwijdering van weesembryo’s uit de knusse vriezer van fertiliteitscentra raakte een gevoelige snaar. Er werd leven verspild. De natuur verspilt echter leven aan een tempo dat conservatieve moralisten de haren die ze nog zouden hebben uit het hoofd moet doen rukken. Een vrouw verliest in haar leven gemiddeld een eitje per vier minuten. Een man produceert een duizendtal zaadcellen per seconde, waarvan de meeste verloren gaan.

Deze massieve verspilling volgt uit het feit dat de mens een relatief onvruchtbare diersoort is. Slechts een vijfde van de koppels zal een kind verwekken tijdens een willekeurige maand van pogingen. Een derde van de bevruchte eitjes wordt verwijderd voor ze in de uterus zijn ingeplant. Vijftien procent van de ingenestelde embryo’s wordt spontaan afgedreven. De natuur heeft de lat hoog gelegd om te vermijden dat er fouten in het leven sluipen.

Maar de mens wil zijn eigen normen. Zijn bewuste hersenen verzetten zich tegen zijn meedogenloze fysiologie. De mens aanvaardt niet dat de biologie het leven beperkt. Toch weigert hij deze notie consequent door te drijven. Niemand had onlangs een positief woord over voor de vrouw van bijna zestig die een vruchtbaarheidsbehandeling kreeg, en zwanger werd van een man van veertig. De wereld op zijn kop. Ineens ging de techniek te ver in haar spel met de limieten van de natuur. Hoe kon een oma op een normale manier kinderen grootbrengen ? Was de menopauze niet ontstaan om vrouwen het risico van een bevalling op late leeftijd te besparen, en ze in een rol van grootmoeder te dwingen ?

Maar draai de cijfers om, en er is geen verhaal meer. Een man van bijna zestig en een vrouw van veertig ? Niemand zou daar graten in zien. Waarom is een potentiële opa als vader aanvaardbaar, maar een oma niet als moeder ? Er zijn massa’s grootouders die betere ouders zijn voor hun kleinkinderen dan ze voor hun eigen kinderen waren.

Waarom wordt onvruchtbaarheid niet door de maatschappij getolereerd, en menopauze wel ? Versleten ? Als ik mijn moeder tegen een golfbal zie slaan, denk ik : daar zit nog leven in.

D.D. Bijdragen : Dirk Draulans, Marc Reynebeau

(Foto : Patrick de Spiegelaere)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content