Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Papa Johan dolt met Mama Africa.

‘What did you do? What the hell did you do to us? You fucking white pigs!’ Mijn eerste feestje in Zuid-Afrika was geen voltreffer. Mijn (zwarte) huisgenote vierde haar verjaardag en had me uitgenodigd. Daar stond ik. De enige blanke, 21 naïeve jaren jong, een glas guavesap in de ene hand, mijn boekentas in de andere hand en twee zwarte handen op mijn schouders die me wild door elkaar schudden. Want wat had ik toch durven te doen? Ik? Niets. Dacht ik. Ik was amper een week in Stellenbosch. Vond net mijn weg door de enorme universiteitsbibliotheek. En kwam pas terug van die bib om even te ‘ontspannen’ op het feestje van Bontle, mijn huisgenote. Bontle wrikte me los uit zijn handen. Hij bleek mijn aanwezigheid op het feestje, nauwelijks enkele jaren na het apartheids-regime, een provocatie te vinden. Aan het einde van die zomer in Zuid-Afrika heeft hij me uitgewuifd. Hij had me leren begrijpen. En ik hem.

Begrip, lucht, licht en liefde. Ik wenste het hem elke Zuid-Afrikaanse dag toe. De termen vormen ook de pijlers van de KVS/CAMPO-creatie A l’attente du livre d’or. Dat fameuze livre d’or zou volgens een Congolese legende het geheim bevatten om het land succesvol te besturen. De voorstelling gaat deze week in première. Ze maakt deel uit van het Congoproject van de KVS. Hiermee tracht ze een zinvolle toekomst aan ons koloniale verleden te breien. De KVS pendelde de voorbije vijf jaar tussen Brussel en (vooral) Kinshasa. Men wisselde vaardigheden, theaterproducties en theatermakers uit. Een van die makers is regisseur Johan Dehollander. De oprichter van De Enthousiasten voor het Reële en Universele trok in 2008, op verzoek van de KVS, naar Kinshasa. Hij gaf er een workshop over, met en vanuit de absurde teksten van Roland Topor. Verward en gefascineerd kwam hij terug. Hier zat een voorstelling in, wist hij. Over het raakvlak tussen de Afrikaanse en de Europese fantasiewereld, bijvoorbeeld. Hij trok nog een paar keer naar Congo. En sinds januari 2010 resideren de Congolese spelers in Gent. Samen met Dehollander – ondertussen ‘Papa Johan’ – en de actrices Stefanie en Barbara Claes werken ze aan een kleurrijke theatercollage die met Congolese muziek, schrijnende en grappige situaties de niet in te tomen overlevingskracht van een gehavend land en zijn bevolking wil tonen.

Het geloof in een wereld waar blank en zwart elkaar respecteren, groeit uit het samen zingen, dansen, theater maken en vrijen. Mocht dat gouden boek bestaan, dan zou het een boek vol liefdesliederen zijn. En stond Miriam Makeba’s zwoele Pata Pata – Xhosa voor ‘elkaar aanraken’ – er ongetwijfeld ook in.

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content