Met de invoering van de euro staat Europa over enkele weken voor de meest omvangrijke logistieke opdracht sinds de Tweede Wereldoorlog. Dat beseffen ongetwijfeld ook witwassers en valsemunters. Alsook de leden van allerlei bendes, in Europa en ver daarbuiten.
Op een doordeweekse dag, 12 mei 1998, levert een bestelbusje van Brink’s – als zo vaak voordien – een postpakketje af op de luchthaven van Roissy. Het pakje van minder dan een kilogram gaat naar het laadruim van een toestel van Air France met bestemming München. Maar dan loopt het mis. Vlucht AF-2522 bereikt de Duitse stad, het pakje niet. Ergens tussen Parijs en München raakt het zoek. Het veiligheidshologram van de euro dat onderweg was om in een hoogbeveiligde printing plant in de buurt van Nürnberg getest te worden, is spoorloos. Het unieke ontwerp dat bestemd was om vervalsing van de euro tegen te gaan, zal helemaal opnieuw moeten worden gemaakt.
Een tot in de puntjes georganiseerde diefstal door gehaaide valsemunters die precies weten welke documenten ze op welk moment moeten onderscheppen? Of niet meer dan een verlies door slordigheid? Noch de Franse noch de Duitse politie hebben een antwoord klaar. De Europese regeringen en centrale bankiers zien het allemaal met lede ogen aan. ‘Veiligheid van de euro aangetast door een diefstal’, kopt de Financial Times. Maar het is pas half 1998, de omschakeling is nog ver weg. Tijd genoeg dus om de ontwerpers nauwgezet een tweede hologram te laten tekenen.
Toch dringen vragen over de veiligheid zich op. Niet dat de verdwijning van het pakketje op zich de beveiliging van de eurobankjes noodzakelijk in het gedrang zal brengen. Alleen de Europese Centrale Bank weet hoe sterk het tweede hologram van het eerste verschilt. Maar het thema is aangesneden. Berichten dat de komst van de euro valsemunterij en andere criminele praktijken zal aanwakkeren, beginnen door te sijpelen. Onder meer het Duitse federale criminaliteitsagentschap bestudeert verschillende mogelijke misdaadscenario’s en besluit dat het grootste risico zich wellicht in de periode van dubbele geldcirculatie zal voordoen.
Drie jaar later, en slechts enkele maanden van de fysieke invoering van de euro verwijderd, zijn de bevoegde instanties tegen de valsemunters gewapend. Of zouden ze dat moeten zijn. Na de dollar zou de euro weleens de meest geïmiteerde munt ter wereld kunnen worden, zo luidt het. Net als de Amerikaanse munt zal de Europese ver buiten zijn thuisgrenzen worden ingezet. En daar zal hij wellicht minder streng op imitatie worden gecontroleerd, meent expert Trevor Gee van de Londense antifraudeorganisatie Ifex. Neem nu de euro’s die in de handelsbetrekkingen van Spanje met de landen van Latijns-Amerika zullen worden gebruikt. Ongetwijfeld zullen die op vervalsing worden nagekeken, maar wie zal dat daar zo nauwgezet doen als de banken en de kleinhandelaars in Europa? Nochtans is de kans op valsemunterij er minstens even groot.
SMURFEN HERKENNEN
In 1999, lang voor de concrete invoering van de nieuwe munt, kwamen onderzoekers al een lading valse euro’s op het spoor. Omdat de bevolking niet met de nieuwe bankjes vertrouwd is, zouden de Europese instellingen, banken en handelaars dan ook het sterkst op de identificatie van de nieuwe Europese eenheidsmunt focussen. Maar ook dat kan de valsemunters op ideeën brengen. Georganiseerde misdaadbendes zouden weleens met ladingen vervalste nationale munten op de proppen kunnen komen. En op het laatste moment geïmiteerde Duitse marken, Franse franken of Nederlandse guldens fijntjes tussen de andere in omloop proberen te brengen. Dat risico zou in de periode van dubbele geldcirculatie het grootst zijn.
Het ministerie van Justitie acht die kans echter klein. ‘Impliciet blijven we waakzaam, ook voor de oude munten’, laten ze weten. Voor de euro’s zetten ze nieuwe procedures op. Eventuele incidenten zullen worden onderzocht en aan de bevoegde politionele instanties gemeld. Als alles goed loopt, zou ook het omstreden informaticaproject van de Europese politieorganisatie Europol tegen de jaarwisseling op volle toeren moeten draaien. Daarmee zouden early warnings aan de verschillende lidstaten worden doorgeseind. Wat nieuwe gevallen van valsemunterij zo snel mogelijk in de kiem moet smoren.
Niet alleen valsemunters zien naar verluidt een opportuniteit in de massale transactie. Door de grote toevloed van opgepot geld hopen ook witwassers door de mazen van het net te glippen. Feit is dat iedereen zijn thuis opgepotte munten en biljetten moet zien om te zetten. Vooral in landen als Frankrijk en Spanje, waar heel wat mensen hun centen systematisch onder hun matras opsparen, hopen witwassers niet te worden opgemerkt tussen de kleine spaarders. En welke bankier zal de zogenaamde smurfen, oplichters die hun geld in kleine bedragen komen omzetten tussen de massa gewone spaarders, herkennen?
Soyons sérieux. De witwasser heeft natuurlijk ook wel andere formules in petto. De komst van de euro hoeft hij niet af te wachten. Heel wat geld is nu al omgezet naar Zwitserse frank, Britse pond, en Amerikaanse dollar. Vooral Duitse marken, waarvan wel 30 tot 40 procent buiten de landgrenzen circuleert, werden massaal voor dollars ingewisseld.
‘De echt professionele witwassers hebben hun buit al lang gespreid’, luidt het bij de Belgische onafhankelijke witwascel CFI (Cel voor Financiële Informatieverwerking). Toch heeft de organisatie haar manschappen alvast versterkt en vraagt ze de Belgische financiële instellingen om een grotere waakzaamheid aan de dag te leggen. ‘Het wordt geen heksenjacht’, wil de CFI de kleine spaarder alvast verzekeren. De antiwitwaswetgeving blijft wel integraal van kracht. En de aandacht wordt extra aangescherpt.
Dezelfde echo’s zijn ook in de andere Europese landen hoorbaar. Al willen de Fransen toch wel enige soepelheid aan de dag te leggen. ‘De buurlanden vrezen dat ze een grote witwasoperatie door de vingers zullen zien’, schreef De Financieel-Economische Tijd. Volgens een recent wetsontwerp zouden bankiers die tussen 1 december van dit jaar en 30 juni volgend jaar een verdachte transactie over het hoofd zien niet penaal vervolgd worden. Bovendien werd in de Belgische pers verkeerdelijk gemeld dat gelegenheidsklanten voor wisseloperaties niet moeten worden geïdentificeerd. De antifraude-experts zagen de bui al hangen. De beschermingsmaatregel van de Franse bankiers die het ‘veel te druk zullen hebben’ zou het voor witwassers alleen maar aantrekkelijker maken. Veel heisa voor niets. Het wetsontwerp zit nog volop in een moeilijke bespreking en de kans lijkt klein dat het als dusdanig wordt goedgekeurd.
MILITAIRE OEFENING
Terwijl fraudeurs hun zwart geld of valse biljetten via alle mogelijke kronkelwegen aan de man trachten te brengen, moeten ook de miljarden munten en biljetten in de zakken van rechtschapen Europeanen naar euro’s worden omgezet. Een onvoorstelbare massaoperatie, die statistisch gezien het risico op roofovervallen vergroot door de grote hoeveelheid geld die wordt getransporteerd.
In België alleen al moeten 220 miljoen biljetten en 4500 muntstukken tijdens de frontloading worden verspreid. Dat betekent dat de nieuwe briefjes en munten naar banken en kleinhandelaars worden gebracht vooraleer de man in de straat ze in handen krijgt. Minstens 15.000 gepantserde wagens zouden daarvoor nodig zijn. Dat is een militaire oefening die we sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer hebben gezien.
Maar is 15.000 wel genoeg? De Europese overkoepelende organisatie van waardentransporteurs, ESTA (European Security Transport Association), denkt niet dat er in de eerste fase tot 1 januari 2002 een tekort zal zijn. Het gewicht van de munten die moet worden vervoerd, is tot op de kilogram bekend, het volume biljetten nauwgezet berekend, de routes perfect uitgekiend. Maar wat na e-day volgt, is voor ESTA la grande inconnue. Hoe zal de bevolking op de nieuwe munt reageren? Hoe vaak zullen de wagentjes van Brink’s of Securitas met nieuwe voorraden wisselgeld of pakketten met euro’s moeten uitrukken? Geen mens die het weet.
Het lijdt geen twijfel: de sector zal op volle toeren draaien, en kan zelfs een aardig centje bijverdienen. Maar of het na de jaarwisseling allemaal nog op wieltjes loopt, is één groot vraagteken. Verschillende waardentransporteurs hebben wel extra voertuigen gekocht. De grootste, zoals Group 4 Securitas met een marktaandeel van 60 procent, breidde zijn wagenpark van 210 naar 250 wagens uit. Maar als de consumenten niet toehappen, kunnen de transporteurs wekenlang met twee munten blijven rondzeulen. Zelfs als ze wel snel op de euro overstappen, is het onvoorspelbaar hoe het transport zal verlopen. Ook de waardentransporteurs pleiten daarom, net als de distributiesector, voor een vervroegde verspreiding van kleine eurobiljetten. Dat zou de overgang vlotter laten verlopen.
GELD MET GAATJES
De eurochaos valt niet uit te sluiten. Onder toezicht van het Commissariaat-Generaal voor de Euro zetten verschillende werkgroepen zich in om de overgang in goede banen te leiden. Uiteraard komt ook het veiligheidsaspect er uitgebreid aan bod. Vertegenwoordigers van Binnenlandse Zaken, de federale politie, de distributeurs en de waardentransporteurs werken samen in een veiligheidscel onder toezicht van de Fineuro, de werkgroep die de financiële sector moet voorbereiden.
De maatregelen zijn uiteenlopend. De federale politie zal zich in de eerste plaats op de patrouilles voor de geldtransporten concentreren. Het leger wordt voorlopig niet ingezet. Om hold-ups minder aantrekkelijk te maken, worden voor het vervoer van munten en biljetten in België twee afzonderlijke circuits georganiseerd. ‘De munten zijn zwaar en verhinderen de eventuele verdedigingsbewegingen van transporteurs die met zakken moeten sleuren’, zegt een werknemer van Group 4. ‘Een voertuig dat ook biljetten zou vervoeren, moet bovendien te lang stilstaan om een hoeveelheid munten op te laden die vaak minder waard is dan het kleinere pakket met biljetten.’ Om ook de waarde van de buit te verminderen, plannen de waardentransporteurs gemengde transporten met euro’s en Belgische franken. ‘De Belgische franken moeten op korte termijn worden ingewisseld en zijn daarom mogelijk minder in trek.’ Bovendien zal een deel van die biljetten vanaf 1 januari geperforeerd en dus ongeldig zijn. De politie beveelt grootwarenhuizen en banken aan om dat zoveel mogelijk te doen. Zelfs voor de kleine coupures van 500 frank.
De politie zal ook voor het zogenaamde ‘stoeprisico’ instaan. Monique De Knop, waarnemend algemeen directeur bij de algemene rijkspolitie: ‘Op plaatsen waar veel geld opgeslagen wordt, zullen constant politiemensen aanwezig zijn. Maar ook de organisaties zelf, warenhuizen, banken en waardetransportfirma’s moeten de nodige voorzorgsmaatregelen nemen. We helpen hen en geven advies. En er moeten afspraken worden gemaakt. Aan alle burgemeesters hebben we gevraagd om contact op te nemen met de organisaties in hun gemeente die het meest worden geviseerd. Zodat de maatregelen van de politie en die van banken, warenhuizen en eventueel van de middenstanders op elkaar kunnen worden afgestemd.’
De federale politie werkt verder ook aan partnerships met potentiële slachtoffergroepen. ‘Dat is een van onze prioriteiten’, zegt Eddy De Raedt, directeur Criminaliteit tegen goederen. In samenwerking met de Belgische Vereniging van Banken bijvoorbeeld worden de personeelsleden van banken klaargestoomd. Ook met de post, de nationale banken en de warenhuizen wordt informatie uitgewisseld. Dat is een noodzakelijke voorbereiding. Toch betwijfelt De Raedt of er bij de invoering van de euro meer hold-ups zullen worden gepleegd. ‘Momenteel stellen we vast dat het aantal afneemt. Ook in het eerste semester van 2001 blijft de daling aanhouden. De verklaring daarvoor is de betere beveiliging. Maar het is het grote dilemma. Door betere beveiliging zijn er minder feiten, maar het risico op geweld neemt toe. Voor banken vertaalt dat zich in een verschuiving naar meer gijzelingen van bankbediendes, kantoorhouders of hun familie. De lichamelijke schade blijft meestal beperkt. Doden en gewonden zijn zeer uitzonderlijk. Dat wijst in de richting van professionele criminelen die goed beseffen dat de factuur van de bestraffing veel hoger ligt als ze een schot lossen.’
Hij maakt zich het meest zorgen over de warenhuizen. ‘De algemene trend van hold-ups is dalend, maar bij warenhuizen stellen we een stijging vast. Zoals ook op andere plaatsen zal het risico daar bij de invoering van de euro groter zijn, omdat er meer geld gestockeerd zal zijn en hier en daar met verschillende kassa’s zal worden gewerkt. We leren het personeel dan ook het een en ander over de problematiek van verdachte gedragingen en voorverkenningen, zodat ze zo snel mogelijk informatie kunnen doorspelen. Toch twijfel ik ook in verband met warenhuizen aan een verhoging van het aantal feiten tijdens de omschakeling. Uit statistieken blijkt dat de meeste hold-ups in het verleden niet in de eindejaarsperiode plaatsvonden, maar wel in de maanden daarvoor.’ De maatregelen zouden hun effect dan ook niet gemist hebben.
Mogen we ons dan veilig voelen? Berichten in de Britse krant The Observer waarschuwden ervoor dat Britse bendes tijdens de omschakeling het kanaal zouden oversteken om samen met Nederlandse criminelen op het continent hold-ups te plegen. Of ook zij zich door de versterkte beveiliging zullen laten afschrikken, valt af te wachten.
Ingrid Van Daele