Het begrotingstekort is volgens de Nationale Bank ‘onhoudbaar’. Maar met een sanering van de overheidsfinanciën is er vreemd genoeg geen haast gemoeid.

Het was helemaal niet goed, maar het had veel slechter kunnen zijn. Dat is de grondtoon van het rapport van de Nationale Bank over de economische en financiële ontwikkeling van ons land in 2009.

Het rapport bevat geen schokkende nieuwigheden. De economie is gekrompen met 3 procent omdat de particulieren meer hebben gespaard dan geconsumeerd, bedrijven meer hun voorraden hebben afgebouwd dan geproduceerd, en de buitenlandse handel ‘in vrije val’ was. De overheidsbegroting eindigt met een tekort van meer dan 20 miljard euro, omdat de inkomsten fors gedaald zijn en de uitgaven voor onder meer de sociale zekerheid en allerlei herstelmaatregelen flink zijn toegenomen. Daardoor benadert de overheidsschuld 100 procent van het bruto binnenlands product en rolt de nefaste rentesneeuwbal weer.

Toch is er volgens de Nationale Bank geen man overboord. Daar is de gepolitiseerde samenstelling van haar directiecomité en regentenraad alvast niet vreemd aan. Unisono met de regering-Leterme II wordt graag op de prestaties van andere landen in de eurozone gewezen om onder een sense of urgency uit te komen. Voor wie het een troost kan zijn: in die eurozone is de economische terugval nog iets groter geweest (min 4 procent) en is de werkloosheid nog veel harder gestegen (tot 9,4 procent, tegenover 7,9 procent in België).

Maar alles verhullen kan ook de Nationale Bank niet. Zo kan moeilijk de Hoge Raad voor Financiën worden tegengesproken dat meer dan de helft van het begrotingstekort structureel is en niet door de economische crisis kan worden verklaard. In een onopvallend zinnetje luidt het bovendien dat de verslechtering van overheidsfinanciën ‘erger’ was dan elders.

In 2009 gingen ook 67.000 arbeidsplaatsen verloren en zakte de werkgelegenheidsgraad (het aantal mensen op beroepsactieve leeftijd dat effectief werkt) weer richting 60 procent. De kloof ter zake met de rest van Europa neemt verder toe, en is in feite nog groter als ook de tijdelijke werkloosheid (met een piek van 230.000 mensen in het tweede kwartaal van 2009 en nog altijd 165.000 uitkeringsgerechtigden in december) zou worden meegeteld. Maar in dit land is tijdelijke werkloosheid kennelijk geen werkloosheid.

De meest gedurfde opmerking van gouverneur Guy Quaden, die dit jaar met pensioen gaat, luidt dat het begrotingstekort ‘onhoudbaar’ is, want de vergrijzing, het klimaat en andere uitdagingen leggen op een onafwendbare manier steeds meer beslag op de middelen. Maar meteen voegt hij daar sussend aan toe dat ‘geleidelijkheid’ geboden is. In die zin meent Quaden dat de regering-Leterme II voor 2010 en 2011 ‘een eerste nuttige stap’ richting budgettair evenwicht heeft gezet, terwijl iedereen weet dat de pijnlijke saneringsingrepen alleen maar zijn uitgesteld en doorgeschoven naar een volgend kabinet. De elitaire consensus die in het rapport van de Nationale Bank wordt geëtaleerd, is een stuitend zwaktebod.

BLOG! Reageer op blogs.knack.be/economie

door Patrick Martens

In dit land is tijdelijke werkloosheid kennelijk geen werkloosheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content