Gerhard Schröder gaat volgend jaar weer op reis naar Italië.

Copyright: Knack/Der Spiegel

Zelfs met Michael Schumacher is iets mis, vinden de Italianen. De Formule-1-rijder veroverde voor de Italiaanse renstal Ferrari drie wereldtitels, men zou verwachten dat alvast deze Duitser niet meer stuk kan in ‘de laars’. Wel, niet helemaal. Toen Schumacher onlangs luttele uren na de dood van zijn moeder in zijn wagen kroop en een wedstrijd reed (en won), gingen in Italië de wenkbrauwen omhoog.

Tussen Italianen en Duitsers loopt de liefde momenteel krom. De belediging van Silvio Berlusconi aan het adres van Duits europarlementslid Martin Schulz (SPD) – door de Italiaanse premier bedacht met de rol van bewaker in een film over naziconcentratiekampen – opende de vijandelijkheden. Vorige week deed de Italiaanse onderminister voor Toerisme Stefano Stefani zijn duit in het zakje. Hij noemde de Duitsers ‘saaie blonde supernationalisten’ die elke zomer ‘met veel lawaai’ de Italiaanse stranden bestormen.

Waarop Gerhard Schröder prompt zijn vakantie in Italië annuleerde. De bondskanselier blijft thuis, in Hannover.

Vorig jaar brachten 9,6 miljoen Duitsers (40 procent van de buitenlandse Italië-reizigers) hun vakantie in Italië door. Ze lieten 8,8 miljard euro achter in het land van Berlusconi. Of de Duitsers eendrachtig het voorbeeld van Schröder zullen volgen en Italië boycotten, valt af te wachten. Ook zonder de wederzijdse wrevel van tegenwoordig zit de klad in de Duitse ‘bestorming’ van Italië. De crisis in de luchtvaartsector als gevolg van ’11 september’ hield al menig Teutoon tegen. En door de invoering van de euro is Italië een pak duurder geworden.

Overigens onderhouden Duitsland en Italië sinds geruime tijd een haat-liefderelatie. In 1786 loofde Johann Wolfgang von Goethe Italië weliswaar als ‘het land waar de citroenen bloeien’, maar in zijn schrifturen over Italië is een lacherig toontje nooit ver weg. ‘Italianen en Duitsers zijn ervan overtuigd elkaar zeer goed te kennen, maar niets is minder waar’, poneert de Turijnse professor politieke wetenschappen Gian Enrico Rusconi in zijn vers verschenen boek Germania Italia Europa. Er is een probleem, stelt ook Ugo Perone, directeur van het Italiaanse cultuurinstituut in Berlijn, vast. ‘De Italianen respecteren de Duitsers, maar houden niet van hen. De Duitsers houden van de Italianen, maar respecteren hen niet.’

In de Italiaanse en de Duitse kranten van de voorbije dagen struikelden de clichés over elkaar. De Duitsers kwamen in de kolommen te voorschijn als koel, berekend en machtswellustig. Voor de Italianen werden vooral de predikaten lui, chaotisch en corrupt uit de kast gehaald.

Bij het begin van de komkommerperiode klopte de boulevardpers de affaire op. Maar wellicht blijkt het straks een storm in een glas water. Schröder sprak inmiddels al verzoenende woorden, en kondigde aan volgend jaar weer naar Italië te reizen. Ugo Perone meent te weten hoe Italianen en Duitsers zich uit hun vertroebelde verstandhouding kunnen losmaken. ‘Italianen hebben talent voor de hartelijkheid van het moment, maar minder voor de verdieping van relaties. Bij Duitsers gaat het net omgekeerd. Dus ligt de oplossing voor de hand. De Italianen zetten de eerste stap. De Duitsers de tweede.’

B.H.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content