Jan De Smet Jan De Smet is theaterrecensent.

‘Onegin’ door Het Toneelhuis en LOD.

Smaken verschillen, maar om Jewgeni Onegin van begin tot einde te lezen, laat staan voor toneel te bewerken, is een megadosis zelfverachting nodig. Met deze gecanoniseerde parel op de kroon van de Russische literatuur is zoveel mis dat de lectuur neerkomt op 200 bladzijden dwangarbeid. Bovenop de oppervlakkige psychologisering en de slappe uitweidingen komt dat de intrige van Poesjkins Jewgeni Onegin moet onderdoen voor een derderangsstationsromannetje. Onegin is het mondaine leven beu en trekt weg uit de stad. Op zijn buitenverblijf maakt hij via de dichter Lenski kennis met Tatjana. Die wordt verliefd op de dandy, maar Onegin wijst haar af. Na een dwaas incident doodt Onegin Lenski in een duel. Jaren later ziet hij Tatjana terug en wordt hopeloos verliefd op haar. Hij smeekt haar met hem te vertrekken, maar ze wijst hem af.

Met het zaallicht uit is het zeer de vraag of de toeschouwer veel boodschap heeft aan de wetenschap dat de veertienregelige strofes in het Russisch in een soepele jambische tetrameter geschreven zijn. De bijwijlen ironiserende ondertoon en de wisselende vertelperspectieven kunnen niet op tegen de verlammende impact van de oubollige taal. De poëtische weerklank van deze roman in verzen bezwijkt verder onder de duur van de voorstelling.

Is deze Onegin een miskleun? Dat niet, maar een over de hele lijn genietbare voorstelling is het al evenmin.

Wat vooral in de weg zit, is de wijdlopige tekst vol klef, temerig en hoogromantisch gezwets. De eerste echt pakkende scène is die van het duel, minimalistisch en treffend in beeld gebracht. Op dit kleinood, dat je voor de eerste keer binnentrekt in de voorstelling, is het nagenoeg anderhalf uur wachten. De slotscène met Tatjana en Onegin is al even bloedstollend mooi. Voor het eerst is er dan echt samenspel tussen de acteurs. In deze Onegin heeft het acteren te veel baan moeten ruimen voor de presentatievorm. Door de kadrering, de doordachte picturale compositie van de scène en de cameratechniek is Guy Cassiers’ uitermate gestileerde en esthetiserende theater geëvolueerd tot filmtheater. Logischerwijs hoort daar muziek bij. Dominique Pauwels schreef de partituur bij deze voorstelling voor strijkers, piano en elektronica. De muziek spoelt nu en dan over de woorden van de acteurs heen en is mooi geïntegreerd in de voorstelling, zij het dat het aandeel in het geheel proportioneel te bescheiden is om Onegin als muziektheater te bestempelen.

Onegin, in een regie van Guy Cassiers; muziek Dominique Pauwels. Het Toneelhuis en LOD in de Bourla in Antwerpen, 03 224 88 44, www.toneelhuis.be; www.lod.be. Wordt in het najaar hernomen.

Jan De Smet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content