Hoe Elio Di Rupo in het Midden-Oosten ging zeggen dat ook België zich zorgen maakt over het vredesproces.

Dat het een politiek bezoek ging worden, had de minister tevoren al gezegd. Een rondreis door het halve Midden-Oosten (Syrië, Libanon, Israël, Palestina) van een Belgische vice-premier gaat niet alleen over telecommunicatie en handelsakkoorden, ook al duurt de trip maar vijf dagen, en al is Elio Di Rupo (PS) veeleer belast met economie dan met buitenlandse politiek.

Ook de Israëlische ambassadeur, Harry Kney-Tal, had al laten verstaan dat hij het bezoek belangrijk vond. Het was van januari 1997 geleden dat nog een volle minister uit België, Erik Derycke (SP), Israël had aangedaan. En het was al tijden geleden dat België nog Israëlische ministers in functie aan huis had gehad. Meer precies, van toen het mis begon te gaan met het vredesproces, onder het Israëlische bewind van premier Benyamin Netanyahu. En in Damascus en Beiroet hadden ze geen Belg meer gezien sinds 1994 en ’95.

Daarbij was koning Hoessein van Jordanië dan nog onverwacht gestorven, zodat Di Rupo na een dagje Damascus een toch nog technisch bezoek aan het centrum van Beiroet-in-volle-wederopbouw drastisch moest inkorten om naar Amman te vliegen, naar de begrafenis, waar het zoemde van de politiek als in een bijenkorf.

Het fijnere werk begon de derde dag: Jeruzalem, bezoek aan het holocaustmonument Yad Vashem. Politiek bij uitstek en verplichte kost voor al wie in welke officiële functie dan ook Israël bezoekt. Maar er zijn manieren van bezoeken: Di Rupo kwam met een gift van vijf miljoen frank voor de financiering van de “lijst van Belgische rechtvaardigen”, een op stapel staand lexicon waarin honderden Belgen opgenomen worden die tijdens de Tweede Wereldoorlog joden geholpen hebben om aan de shoah te ontsnappen. Zo begonnen, was het voor de vice-premier daarna allicht gemakkelijker om ter zake te komen.

DE WORTEL EN DE STOK

Dat is dan bij het vredesproces tussen Israëli’s en Palestijnen, en het met veel publiciteit ondertekende maar daarna dode letter gebleven Memorandum van Wye Plantation. Net als de Europese Unie vindt de Belgische regering dat dat stilliggende vredesproces weer op gang moet komen, dat de Israëlische regering haar woord gestand moet doen en de door haar ondertekende contracten honoreren, en dat Israël door dat te weigeren – en door de afgesproken militaire terugtrekking niet uit te voeren – niet zozeer Belgische boosheid riskeert, dan wel dreigt zichzelf de das om te doen door de kans op een broodnodige vrede in de regio te verknoeien.

Aangezien Bibi Netanyahu dàt allicht al wel eerder gehoord had, kwam het goed uit dat Elio Di Rupo iets over het “Vijfde Europees kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling” kon zeggen. Dat is een gigantisch programma voor wetenschappelijk onderzoek en geavanceerde technologie, waar Israël in een vorige aflevering bij betrokken was – als speciaal geval en uitzonderlijk, als aanmoediging in het toen net op gang gekomen vredesproces. Nu het vijfde programma beklonken wordt, ligt het vredesproces stil, moet Israël dan beloond worden met een nieuwe uitzonderlijke status? Zonder zoveel te zeggen, leken Frankrijk en België het langzaam aan te doen met het geven van hun akkoord ter zake. Duitsland, voorzitter van de Unie, wil Israël er zeker bij, maar wel op voorwaarde dat het zich strikt aan zijn verplichtingen houdt, en meer speciaal op het punt van de samenwerking tussen Israël en Palestina. België? België heeft de opname van Israël in het vijfde pakket goedgekeurd op 22 februari, maar wel gekoppeld aan een signaal dat tegelijk aan de Palestijnen zou worden gegeven.

Dat signaal was dan misschien de vice-premier die zijn regeringsvliegtuig deed landen op de Palestijnse luchthaven van Gaza, opgewacht door Yasser Arafat, een erehaag en een pak notabelen van de Palestijnse Autoriteit. Die luchthaven, al zo lang geprogrammeerd en al maanden klaar, werd door Israël almaar gesloten gehouden: nu was ze open, nu konden daar buitenlandse ministers landen. Gisteren een Ier, vandaag de Belg, morgen zou Joschka Fischer, de Duitser van de Unie, er wegvliegen. België heeft voor de Palestijnse gebieden 600 miljoen frank hulp gepland voor de periode van 1999 tot 2001. Plus een kilo marrons glacés voor Yasser Arafat, die daar dol op is.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content