Sémira Adamu stierf dus door verstikking. Dit was al af te leiden uit de verslagen van de betrokken rijkswachters.

De bijkomende (hersen-) autopsie, waarvan de resultaten vorige week bekend geraakten, bevestigde wat al werd vermoed. De Nigeriaanse asielzoekster Sémira Adamu (20) is op 22 september 1998 gestorven bij gebrek aan zuurstof in de hersenen. Dat gebeurde toen de rijkswacht haar voor de zesde keer probeerde terug te vliegen naar haar vaderland en daarbij het (toen nog) wettelijk voorgeschreven kussentje gebruikte. Deze delicate opdracht kwam er omdat de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback (SP) op 18 september andermaal een contract met Sabena had afgesloten om rijkswachters niet alleen tot bij het vliegtuig, maar ook tijdens de terugdrijvingen aan boord in te zetten. Volgens de Conventie van Chicago en de International Civil Aviation Organisation wordt de betrokken vervoersmaatschappij verondersteld deze klus zelf te klaren. Als de privé het echter niet meer ziet zitten, moet de overheid maar bijspringen: zie de geldtransporten, de risicowedstrijden in het voetbal of dus de gedwongen repatriëringen. Overigens, zowel Tobback als zijn voorganger Johan Vande Lanotte (SP) en de bevoegde senaatscommissie stemden in met het gebruik van het kussentje: ongeacht het nochtans logische maar niet voorspelde verstikkingsgevaar.

ALDUS DE BETROKKEN RIJKSWACHTERS

Op dinsdag 22 september werd dus nogmaals geprobeerd Sémira Adamu terug te vliegen. Dit keer samen met nog drie andere inads, zoals niet toegelaten vluchtelingen ( inadmissibles) worden genoemd. Volgens de allereerste en interne rapportering van de betrokken rijkswachters – onder andere volgens het velddagboek -, verliepen de zaken die dinsdag als volgt.

07.00 u. De rijkswacht brengt de vier inads van het Centrum 127bis naar het luchthavencomplex. Daar wordt met hen gepraat in de hoop dat zij zich koest zullen houden. En dat het maken van amok, waartoe zij door het Collectief tegen Uitwijzingen worden aangespoord, de ordediensten op hun beurt niet tot geweld verplicht. Het is namelijk gewoonte geworden dat asielzoekers die teruggedreven worden zich, al dan niet aan boord van het vliegtuig, uitkleden, bevuilen, insmeren met hun excrementen, bijten en schreeuwen dat zij met aids besmet zijn. Kortom alles doen om de retourvlucht te verhinderen.

09.50 u. De vier worden met een escorte van elf rijkswachters zonder problemen aan boord gebracht van Sabena’s Airbus 300 met bestemming Lomé (Togo).

10.20 u. De boarding van de andere passagiers wordt uitgesteld. Want Sémira Adamu, met de polsen op de rug en de enkels geboeid, is luidkeels beginnen zingen.

10.30 u. Alle passagiers komen aan boord. Sémira begint zich fysiek te verzetten en doet het in haar broek. Om de stank te beperken, spuit een airhostess reukwater. Als Sémira de twee rijkswachters probeert te bijten die haar verder tot in Lomé moeten begeleiden, krijgen zij versterking van een derde collega. Sémira wordt met een polsgreep geïmmobiliseerd, terwijl haar hoofd op het wettelijk voorgeschreven kussentje wordt gedrukt. Er wordt nagegaan of ze kan ademen. Maar Sémira blijft zich verzetten. Iedereen wordt nerveus, want het vliegtuig moet om 10.50 uur vertrekken. En ook de directieven van de vluchtleiding zijn er om gerespecteerd te worden.

10.50 u. De rijkswachters voelen Sémira’s weerstand verzwakken. Zij nemen het kussentje weg. Stellen vast dat zij moeilijk ademt. Nemen haar pols en voelen geen polsslag meer.

10.52 u. In allerijl worden de arts van de Medische Dienst van de Luchthaven en ook het Medisch Urgentieteam van de Dienst-100 opgeroepen. Asap: as soon as possible. Intussen proberen rijkswachters en Sabena’s Fire & Safety Intervention Team Sémira te reanimeren. Tevergeefs.

10.59 u. Ook de intussen aangerukte hulpdiensten krijgen haar hart niet meer op dreef; spijts de toegediende zuurstof.

11.03 u. Het Medisch Urgentieteam van het Universitair Ziekenhuis Saint-Luc slaagt erin Sémira te beademen en brengt haar van boord naar het UZ. Alle rijkswachters krijgen het bevel ter plaatse te blijven en niets meer aan te raken. Het Brusselse parket wordt opgeroepen.

Bij zijn aankomst wordt onmiddellijk de videofilm in beslag genomen, die – zoals bij incidentrijke repatriëringen gebruikelijk – door de rijkswacht zelf werd gedraaid.

Vandaag, vier maanden later, worden de drie betrokken rijkswachters beticht van opzettelijke slagen met de ongewilde dood tot gevolg. Althans volgens de huidige stand van het onderzoek. De vraag blijft immers wie of wat de ordehandhavers ertoe verplichtte hun macht en dat kussentje te gebruiken.

F.D.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content