Hitlers lijfwacht en telefonist Rochus Misch over het einde in de Führerbunker.

Rochus Misch (87) werd in het Opper-Silezische Alt Schalkendorf geboren. De gestudeerde schilder leeft vandaag in Berlijn.

Wanneer zag u Hitler voor het laatst?

MISCH: Op 30 april 1945. Rond elf uur kwam hij nog eens uit zijn vertrekken en passeerde me. Ik stond op en we keken naar elkaar. Dan liep hij naar het einde van de gang en terug, bleef staan, ik keek hem na; hij draaide zich nog eens om en verdween.

Welke indruk maakte hij op u?

MISCH: Zeer beheerst.

En wat gebeurde er toen?

MISCH: Iedereen luisterde en wachtte op het schot. Ik heb alleszins niets gehoord. Toen riep iemand: ‘Linge, Linge, het is zover, denk ik.’ Linge (Heinz Linge was de lijfknecht van Hitler, nvdr) duwde me weg en bleef staan bij Hitlers deur. Ze waren allemaal muisstil. De enige die brabbelde aan de telefoon was ik.

Bent u in de kamer gegaan?

MISCH: Neen, maar toen Linge de deur opendeed, zag ik Hitler op de sofa zitten. Eva Braun lag naast hem, met opgetrokken knieën in de richting van Hitler, en Hitler hing wat voorover.

Kwam Hitlers zelfmoord voor u als een verrassing?

MISCH: We hoopten altijd nog dat hij uit Berlijn weggebracht zou worden. Maar hij wilde niet, daar was niets aan te doen. Het ging dan van dag tot dag, van halve dag tot halve dag, van uur tot uur, tot hij uiteindelijk tegen Linge zei dat hij niet meer gestoord wilde worden.

Was u opgelucht door Hitlers dood?

MISCH: Ik was vooral bang, omdat ik niet wist wat er stond te gebeuren. Ik vreesde dat we door de Gestapo als getuigen van kant zouden worden gemaakt.

Wat hebt u dan gedaan?

MISCH: Ik wilde rapporteren aan Schädle (Franz Schädle was chef van het escortecommando van de Führer, nvdr), maar ik ben halverwege teruggekeerd omdat ik zo in de war was. Toen ik misschien na een halve minuut terugkwam, lag Hitler al op de grond, en Linge en enkele anderen waren bezig met het inwikkelen. Later passeerden ze me met het lijk.

Hebt u de verbranding van het lijk gezien?

MISCH: Neen. Een medewerker dacht nog: ‘Zo, nu wordt de baas verbrand, loop snel naar boven.’ ‘Nee’, zei ik: ‘Ik ga niet naar boven, ga jij.’ Maar die wilde ook niet.

Velen die Hitler ontmoet hebben, spreken van een hypnotische werking die van hem uitging. Ondervond u dat ook?

MISCH: Neen, bijlange niet. Hij was een heel normaal mens.

Op 22 april 1945 bracht propagandaminister Joseph Goebbels vrouw en kinderen naar de voorbunker. Wanneer werd het u duidelijk dat de kinderen vermoord zouden worden?

MISCH: Eigenlijk pas toen mevrouw Goebbels hen klaarmaakte om te sterven.

Heeft iemand geprobeerd om mevrouw Goebbels te stoppen?

MISCH: Ik herinner me dat ik een glas wijn dronk met Hanna Reitsch (beroemde nazipilote, nvdr) en de dienaar van Goebbels. Mevrouw Goebbels passeerde met de kinderen en mevrouw Reitsch zei: ‘Mijn God, mevrouw Goebbels, al moest ik er twintig keer voor rondvliegen om ze weg te krijgen, die kinderen mogen hier toch niet blijven.’ Er kwamen nog twee vrouwen uit de voorbunker, die op haar inpraatten. Maar ze zei: ‘Nee, mevrouw Reitsch, de kinderen blijven hier.’

Hoe liep het verder af?

MISCH: Later kwamen de kinderen weer naar beneden, in hun witte nachthemdjes, hun haar gekamd. Ik werkte verder en telefoneerde. Dan vertrok mevrouw Goebbels met de kinderen zonder iets te zeggen. Nu ja, op een bepaald ogenblik kwam Dr. Naumann (Werner Naumann was staatssecretaris in het propagandaministerie, nvdr) voorbij en zei: ‘Dr. Stumpfegger (Ludwig Stumpfegger was de laatste lijfarts van Hitler, nvdr) geeft hen iets te drinken, een of ander snoepdrankje.’ Dr. Naumann zei ook dat als het aan hém gelegen had, en hij wees daarbij in de richting van Joseph Goebbels, de kinderen hier niet meer geweest zouden zijn.

Zag u mevrouw Goebbels nog na de moord?

MISCH: Ja, ze kwam na afloop in de kamer van Goebbels, de deur stond open, ze ging zitten en nam een spel kaarten.

Toonde ze enige emotie?

MISCH: Ze was in tranen. Goebbels kwam bij haar. Maar hij streelde haar niet of zo, helemaal niks. Hij keek alleen toe hoe ze patience speelde. Misschien een uur of anderhalf uur, ik weet het niet meer zo precies.

© Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content