Het overheidsantwoord op de economische crisis moet van de gewesten komen. De federale regering heeft er niet de middelen en niet de samenhang voor.

Na zijn beleidsverklaring op 14 oktober, die in het teken stond van de financiële crisis, kondigde premier Yves Leterme (CD&V) aan dat hij snel met de drie gewesten de krachten wou bundelen om het hoofd te bieden aan ‘de negatieve impact’ van die crisis op de economie. Vorige week woensdag vond dan een overlegvergadering plaats, met een twintigtal ministers en onder het hoogdravende motto ‘Naar een herstel van het vertrouwen na de financiële crisis’.

Maar behalve een resem werkgroepen, die tegen het einde van de maand met voorstellen op de proppen zouden komen, leverde deze ‘hoogmis’ weinig op. Handig als altijd, kaapte vicepremier Didier Reynders (MR) na afloop alle aandacht weg met een punt dat niet besproken was: een staatswaarborg van 240 miljard euro voor de interbancaire leningen van Fortis en Dexia. Zijn uitleg was even gratuit als cynisch en roekeloos. Ter vergelijking: het bruto binnenlands product bedraagt op jaarbasis 350 miljard euro, en de overheidsschuld is goed voor bijna 290 miljard. Als een armlastige federale overheid die financiële waarborg ooit effectief moet toepassen, dan gaat 70 procent van de in een jaar geproduceerde welvaart in rook op, en anders wordt de publieke schuldenlast bijna verdubbeld. Het is niet denkbaar dat Leterme en Reynders die mogelijkheid al eens ernstig overwogen hebben.

De overlegijver zette wel een eerste-klas begrafenis van de vliegtaks in gang. Over de invoering van die taks werd nauwelijks een maand geleden beslist. Maar wie maalt er om het schrappen van 133 miljoen euro aan inkomsten, als een hopeloos kaduke begroting van 2009 voor bijna 5 miljard in het rood dreigt te gaan? Voorts toonde federaal minister van Werk Joëlle Milquet (CDH) tegenover haar gewestelijke collega’s opnieuw haar onwil om voorrang te geven aan belangrijke arbeidsrechtelijke dossiers zoals de bescherming van uitzendkrachten en de harmonisering van het statuut van arbeiders en bedienden. Tegen de logica van een geregionaliseerd arbeidsmarktbeleid in blijft ze haar energie en geld liever stoppen in de activering en opleiding van werkzoekenden, terwijl dat een taak van de gewesten is.

Zo zal ‘het vertrouwen na de financiële crisis’ dus niet vlug hersteld worden. De federale regering van Leterme heeft er trouwens ook de budgettaire middelen niet voor, en door haar samenstelling is ze op sociaaleconomisch vlak permanent verlamd. Dan zijn het Vlaamse, Waalse en Brusselse Gewest beter uitgerust om – ook zónder nieuwe staatshervorming en mét hun huidige bevoegdheden en financiële middelen – een aangepast anticyclisch beleid te voeren. Na voorzetten van viceminister-president Frank Vandenbroucke (SPA.) en minister van Economie Patricia Ceysens (Open VLD) slaat de Vlaamse regering die weg in elk geval in. Met maatregelen om het ondernemersrisico te stimuleren en te ondersteunen, werkzoekenden naar nog altijd openstaande vacatures te leiden, het investeringsritme voor overheidsprojecten te verhogen en de conjunctuurbuffer in de Vlaamse begroting te verruimen. Dat beleid, waarover ook de Vlaamse werkgeversorganisaties en vakbonden meedenken, biedt economisch duidelijk meer perspectief. Het federale geklungel maakt alleen maar moedeloos.

door Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content