Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Studio 100 en de dans om de onnozele kinderen.

A yaya yé-é. Ayaya yo-o (…) Mamasé! Mamasá! Mama saka mu saka mumba! Nee, wij kregen geen slag van de molen. Wij citeren uit de recente hit van K3. Wat het betekent? Niets. Het is – nog een citaatje – een keigekke taal. Het ‘liedje’ schalde uit de autoradio toen we de afgelopen week naar Shaffy voor kinderen ( * * * 1/2, Stella Den Haag) in Amsterdam reden. We werden van de weeromstuit geflitst.

Waar komt die gezongen onzin vandaan? In zijn doctoraatsscriptie Geen kinderspel. Een pedagogische analyse over de commercialisering van de leefwereld van de kinderen (2003) stelt huidig kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen dat volwassenen uit heimwee naar hun kindertijd de zogeheten onschuld van het kind verheerlijken. Commerciële jongens spelen daar handig op in en creëren, aldus Vanobbergen, een tweedeling tussen een volwassen wereld (Dystopia) en een kinderwereld (Utopia) .

De utopische kinderwereld van K3 wordt alvast bevolkt door oelewappers. Deze nepwereld reflecteert de flagrante houding van zijn bedenkers tegenover kinderen. Uit de hele K3- merchandising (songs, films, musicals…) blijkt hoezeer Studio 100 kinderen als onnozele wezens beschouwt. Goedgelovige én koopgrage debieltjes, weliswaar.

Vanobbergen beschouwt cultuur als een gezond tegenwicht voor deze commercialisering (of debilisering?). Roger, Sir! En we stoven naar de muziektheatervoorstelling Shaffy voor kinderen, een ode aan Ramses Shaffy voor iedereen vanaf 9 jaar. Nederland is al langer in de greep van de commerciële musical. Steeds meer (jeugd)theatergezelschappen bieden daarom kwaliteitsvolle alternatieven aan. Zo vertelde theatergroep Max. in Help (2009) de ontstaansgeschiedenis van The Beatles aan achtjarigen. Een opvallende constante in dergelijke creaties: de hits zijn present maar ze worden niet aan flarden getierd door zangers die zo ontzettend graag zo ontzettend veel emoowtsie in hun stem willen leggen. De liederen worden ingetogen en met finesse gezongen. Ze worden bovendien ingebed in een zorgvuldig gecomponeerd, origineel verhaal. Daardoor worden de liedteksten ook voor de kinderen relevant en herkenbaar.

Moeten we daarvoor naar Nederland? Ja. Er bestaat bij ons heus wel sterk muziektheater voor kinderen. Maar weinig gezelschappen durven een inventieve dialoog aan te gaan met het musicalgenre. Laika is zowat het enige huis dat vrij succesvolle pogingen deed, met Soepkinders (2005) en Het takkenkind (2009).

Deze week start het Krokusfestival. Misschien spotten we daar voorvechters van de kwaliteitsvolle kindermusical die, dixit Shaffy, willen doorgaan met de stootkracht van de milde kracht.

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content