Het proces waarin twee Libiërs eerstdaags in Nederland maar volgens de Schotse procedure terechtstaan, is een historische primeur en schept een internationaal precedent.

Op 21 december 1988 ontplofte een Amerikaanse Pan Am Boeing boven het Schotse plaatsje Lockerbie. Geen twee jaar nadien werd het vanuit Syrië opererende Volksfront voor de Bevrijding van Palestina van Ahmed Jibril met de vinger gewezen. Nadien heette het dat alle 259 (vooral Amerikaanse en Britse) passagiers van Flight 103 van Frankfurt via Londen naar New York en 11 inwoners van Lockerbie gedood werden omdat ayatollah Khomeiny wraak wou nemen voor de dood van 290 passagiers aan boord van een Iraanse Airbus. Die werd op 3 juli 1988 per ongeluk neergeschoten door een Amerikaans oorlogsschip in de Straat van Ormuz. In november 1991 noemden Amerikaanse en Britse autoriteiten de Libiërs Abdel Basset Ali al-Megrahi (nu 47) en al-Amin Khalifa Fhimah (nu 43) de vermoedelijke daders van de bomaanslag – in opdracht of met medeweten van de Libische geheime dienst ( zie kader).

Na een eerste resolutie van de Verenigde Naties, in januari 1992, kwam dan het diplomatiek proces op gang dat eerstdaags tot het begin van het strafproces in Nederland zou moeten leiden. Tijdens de voorbije zeven jaar onderwierpen de Verenigde Naties Libië aan een streng embargo, en werd geprobeerd de Libische verdachten door het Internationaal Tribunaal in Den Haag te laten berechten. Ook de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk betwistten echter de bevoegdheid van het Internationaal Tribunaal in deze zaak; onder meer omdat daar geen volksjury is voorzien.

Iedereen bleef bij zijn standpunt tot Robert Black, een Schots professor (Edinburgh), in januari 1994 voorstelde om buiten Schotland toch een Schots proces te organiseren. Daar wilde de regering in Londen dan aanvankelijk weer niet van weten. Tot het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten midden vorig jaar het Schots compromisvoorstel grotendeels bijtraden, en Nederland bereid gevonden werd de Schotse High Court voor de duur van het proces op zijn grondgebied te laten zetelen.

Zoals in Den Haag het Internationaal Gerechtshof en sinds 1993 ook het International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia onder het gezag van de Verenigde Naties zetelen wordt nu in Zeist, op een oude luchtmachtbasis nabij Utrecht, een Schotse enclave gecreëerd waarover het Schots gerecht tijdelijke jurisdictie krijgt. Het Verdrag daartoe verscheen op 18 september 1998 in het Nederlandse Tractatenblad.

Vorige week, vrijdag 19 maart, is in Tripoli tegelijk door de Libische leider Moammar Kadhafi en zijn aloude bondgenoot, de Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela, bekendgemaakt dat de twee Libische Lockerbie-verdachten “ten laatste op 6 april 1999” ter beschikking van de Verenigde Naties zullen zijn om daarna naar Schots recht in Nederland terecht te staan.

Professor Christopher Gane is decaan van de rechtsfaculteit in Aberdeen en expert in Schots en internationaal strafrecht. Dit jaar is hij gasthoogleraar in de UIA-onderzoeksgroep inzake strafrecht onder leiding van professor Chris Van den Wyngaert.

In welke mate zal dit Schots proces afwijken van de gebruikelijke Schotse procedure?

Christopher Gane: Het wordt inderdaad niet de High Court die wij kennen – met een rechter als voorzitter en vijftien willekeurig gekozen juryleden. Het Hoog Gerechtshof zal voor deze gelegenheid bestaan uit drie rechters en één vervanger, die deelneemt aan de debatten maar geen stemrecht heeft. Ook de stemming zal anders verlopen. In Schotland moeten minstens acht juryleden het eens zijn vooraleer iemand schuldig kan verklaard worden. Nu zullen twee stemmen volstaan. De beroepsrechters zullen ook bevoegd zijn voor de goede gang van zaken in de tijdelijk Schotse enclave, nabij Utrecht.

Wie wordt de openbare aanklager?

Gane: De lord advocate heeft ongetwijfeld al de leden van het Openbaar Ministerie gekozen. Gezien het belang van dit proces zullen het niet de eerste de beste zijn en zullen zij wellicht geleid worden door de solicitor-general, de rechterhand van de lord advocate.

Normaal gesproken, steunt de openbare aanklager in Schotland zich op de politieverslagen, zonder verder onderzoek te voeren. In dit geval is de openbare aanklager vooral aangewezen op inlichtingendiensten. Zullen zij ter zitting getuigen?

Gane: Schotse rechtbanken hebben vroeger al de anonimiteit van getuigen, in het bijzonder van geheim agenten, gegarandeerd. Het is mogelijk hen achter een scherm te laten getuigen en hen niet bij naam te noemen. Het is aan het Hoog Gerechtshof om daarover te beslissen. De openbare aanklager is slechts een partij in zake, net zoals de verdediging. Het is belangrijk te weten wat de openbare aanklager aan de verdediging meedeelt voor het proces begint. Aangezien het Hoog Gerechtshof rekening houdt met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, is de openbare aanklager zelfs wettelijk verplicht de beschuldigde vooraf in te lichten over de aangevoerde bewijzen en getuigen. Wij weten niet wat er zal gebeuren als de openbare aanklager dit weigert in naam van de openbare veiligheid. Het Hoog Gerechtshof kan daarover altijd een tussenvonnis uitspreken.

De Libiërs worden beschuldigd van samenzwering tot moord (conspiracy to murder). Dat is op zich al uitzonderlijk.

Gane: In Schotland is deze beschuldiging inderdaad minder courant dan in Engeland of de Verenigde Staten. Conspiracy werd aan de beschuldiging van murder toegevoegd om een terugvalpositie te bieden. Mocht de rechtbank niet overtuigd zijn dat de Libiërs schuldig zijn aan moord, dan kan zij hen nog veroordelen als deelnemers aan de machinatie om dat vliegtuig tot ontploffing te brengen. Al staat het Schots recht niet toe dat iemand schuldig bevonden wordt op basis van één enkel element. Er moeten meerdere bewijzen zijn, die elkaar versterken en bovendien moeten zij op legale wijze verkregen zijn.

In uw bijdrage in professor Van Den Wyngaerts boek over “Criminal Procedure Systems in The European Community” noemt u de “fairness to the accused” een hoeksteen van het Schots strafrecht. Hoe fair kan het proces voor de twee Libiërs zijn? Libië levert hen strikt genomen niet uit, maar dwingt hen wel voor een Schotse rechtbank te verschijnen, terwijl zij sinds geruime tijd als de daders van de aanslag worden afgeschilderd. Is dit “fairness to the accused”?

Gane: De fairness heeft vooral van doen met de onafhankelijkheid van de jury. Aangezien het proces buiten Schotland en zonder volksjury wordt gehouden, stelt het probleem zich al minder. Fairness betreft echter ook de gelijkheid van kansen tussen de openbare aanklager en de verdediging. De advocaten en hun cliënten weten niet welke bewijzen de openbare aanklager precies zal aanvoeren. Dat zal pas duidelijk worden zodra beide betichten, na hun aankomst in Nederland, door een Schotse sheriff formeel aangehouden zijn en door de crown officieel in beschuldiging zijn gesteld. Pas daarna mogen zij hun dossier voor het eerst inkijken.

In tegenstelling tot het Belgische gerecht is het Schotse onderworpen aan welbepaalde termijnen, waarbinnen een zaak moet afgehandeld worden. Welke zijn hier de voorgeschreven termijnen?

Gane: De crown moet twee deadlines voor ogen houden. Binnen de tachtig dagen moet zij de akte van beschuldiging kenbaar maken. En ten laatste 110 dagen nadien moet het proces beginnen, tenzij het Hoog Gerechtshof aan de openbare aanklager uitstel verleent. Dit zou hier nogal vreemd zijn omdat het openbaar ministerie acht jaar de tijd had om deze zaak voor te bereiden. Gezien de complexiteit van het dossier heeft de verdediging daarentegen wél redenen om uitstel te vragen. Tot op heden weet niemand echter welke haar plannen zijn.

Wie betaalt de advocaten van de twee Libiërs?

Gane: Libië kan die kosten op zich nemen maar kan ook beweren dat het met deze zaak niets te maken heeft. In dat geval kunnen de betichten gratis rechtsbijstand krijgen van de Scottisch Legal Aid Board, en dus van de Schotse belastingbetaler.

Als een betichte niet schuldig pleit, moet er wettelijk een volksjury aangesteld worden. Nu is verdragsrechtelijk afgesproken dat er geen jury komt. Hoe moet het dan wel?

Gane: Hoogstwaarschijnlijk zullen beide Libiërs not guilty, niet schuldig, pleiten. Omdat de Schotse High Court in Nederland zonder jury zetelt, zal onmiddellijk over de bewijslast gedebatteerd worden. In tegenstelling tot de Engelse procedure, bekend van film en televisie, resumeert de openbare aanklager in Schotland nooit vooraf wat hij zal proberen te bewijzen. De rechtbank begint meteen met het verhoor van de eerste getuige. En zo maken de rechters voor het eerst kennis met de zaak. Schotse rechters krijgen vooraf geen gerechtsdossier, laat staan dat zij het vooraf kunnen bestuderen. Wat zij willen weten, moeten zij ter zitting vernemen.

Wat gebeurt er indien de beschuldigden op hun beurt hogergeplaatsten betichten? Kan de rechtbank die oproepen?

Gane: Neen. Alleen het Openbaar Ministerie en de verdediging kunnen getuigen oproepen. De rechtbank kijkt toe en vonnist, maar is op de partijen aangewezen om zich een oordeel te vormen. Daarbij kunnen de beschuldigden voor verrassingen zorgen, getuigen ten ontlaste oproepen of anderen beschuldigen. Hoewel niet verwacht wordt dat de Libische betichten hun land zullen schaden door zich te verbergen achter orders van hogerhand, kan de High Court dergelijke bevelen nochtans als verzachtende omstandigheid aanvaarden.

Mogen wij veronderstellen dat Libië in feite twee lokeenden uitstuurt? Of gaat het wel degelijk om de vermoedelijke daders of mededaders van de bomaanslag?

Gane: Dit zal vlug duidelijk worden. Het eerste dat de openbare aanklager moet bewijzen, is de identiteit van de beschuldigden.

Wat indien de High Court de tenlasteleggingen niet bewezen acht?

Gane: Een Schotse rechtbank kan iemand guilty of not guilty achten, maar kan inderdaad ook oordelen dat de tenlasteleggingen not proven, niet bewezen, zijn. Deze uitspraak gaat terug tot de zeventiende eeuw. Toen beoordeelde de volksjury in Schotland uitsluitend de feiten, en was het aan de beroepsrechters om zich over de strafrechtelijke gevolgen ervan uit te spreken. Nadien werd de jury ook bij de schuldvraag betrokken, maar bleef de mogelijkheid bestaan de geïncrimineerde feiten als niet bewezen te bestempelen: met de vrijspraak tot gevolg. Omdat de High Court nu slechts uit drie rechters bestaat en twee stemmen dus voldoende zijn om een meerderheid te hebben, is het volgende scenario best denkbaar. Een rechter zegt schuldig, een ander onschuldig en een derde niet bewezen. Dit betekent een vrijspraak.

Waarom ging de regering in Londen in augustus 1998 finaal toch akkoord met de overbrenging van de Schotse High Court naar Nederland?

Gane: Hoewel de komst van de Labour-regering, in mei 1997, niet meteen voor een koerswijziging ten overstaan van het Lockerbieproces zorgde, groeide er duidelijk meer begrip voor de nabestaanden van de slachtoffers. Anderzijds mogen we de invloed niet onderschatten van de groepen die hun handelsbetrekkingen met Libië willen normaliseren. Libië vraagt zelfs dat het embargo meteen wordt opgeheven zodra zijn twee onderdanen in Nederland aankomen. De Britse regering van haar kant laat verstaan dat de sancties op dat ogenblik kunnen bevroren worden; wat een nuanceverschil is. Daarover zal de VN beslissen.

Door tal van bemoeienissen, waaronder die van Nelson Mandela, lijkt het alsof de Schotse autoriteiten geen stem in het kapittel hebben.

Gane: Sommige Schotse juristen en parlementsleden hebben zelfs openlijk gevraagd wie de show runde. Want uiteindelijk beslist alleen de lord advocate, the chief law officer of the Crown in Schotland wie in staat van beschuldiging wordt gesteld of niet. De regering in Londen ziet deze zaak niet zozeer als een gerechtelijke maar veeleer als een diplomatieke aangelegenheid in handen van het Foreign Office en van de minister van Buitenlandse Zaken Robin Cook.

Is de Schotse formule ook in andere zaken toepasbaar? Of zou u liever de bevoegdheden van het Internationaal Tribunaal in Den Haag onder de verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties uitgebreid zien?

Gane: Mocht er geen Internationaal Tribunaal bestaan, dat biedt de Schotse formule een weliswaar onvolmaakte maar toch afdoende oplossing. Allereerst omdat de betrokken staat grotendeels de controle over zijn strafrecht behoudt en dit voor de meeste staten een essentieel onderdeel blijft van hun nationale soevereiniteit. De Europese Unie harmoniseert alles en nog wat, behalve het strafrecht. Om de Schotse formule toe te passen, is er wel een land nodig dat het spel wil spelen. Nu treedt Nederland op als gastland, maar ik denk niet dat het bereid is dit regelmatig te doen. Het lijkt mij dus beter de bevoegdheden van het Internationaal Gerechtshof uit te breiden. Al was het maar omdat de fairness van de rechtbank, die in de Lockerbiezaak kan betwist worden, helemaal niet ter discussie zou staan, mochten de rechters van verschillende nationaliteiten zijn en optreden in de stijl van het Internationaal Tribunaal in Den Haag. Aan hun kordate maar uiterst respectvolle houding ten overstaan van de beschuldigde kunnen veel nationale rechtbanken een voorbeeld nemen.

Zou het Verenigd Koninkrijk ooit één of meerdere leden van zijn geheime diensten of mensen die in hun opdracht handelden, voor een buitenlandse rechtbank laten brengen, zoals dit de twee Libiërs nu overkomt?

Gane: Ik ken geen enkel geval waarin de Britse regering zoiets toestond. Zelfs indien de vraag tot uitlevering rechtsgeldig wordt verklaard, zie ik de minister van Binnenlandse Zaken in Londen moeilijk instemmen met de uitlevering van leden van een of andere geheime dienst, die door een vreemd land verantwoordelijk worden geacht voor een moorddadige bomaanslag.

Denkt u dat dit proces terroristen afschrikt?

Gane: Niet in het minst.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content