Een dag voor de Finse VN-gezant Martti Ahtisaari bracht minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht een bezoek aan Belgrado. En sprak er harde maar duidelijke taal over Kosovo, de uitbreiding van de Europese Unie en het al dan niet uitleveren van gezochte oorlogsmisdadigers. ‘Alleen door in al die kwesties het been stijf te houden, kunnen we de progressieve krachten in de regio een dienst bewijzen.’

De Belgische diplomatie kan soms flexibel zijn. Volgens de oorspronkelijke planning zou minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (VLD) op vrijdag 2 februari een officieel bezoek brengen aan Servië. Tot bekend raakte dat ook de Finse toponderhandelaar van de Verenigde Naties, Martti Ahtisaari, precies op die dag zijn langverwachte plan voor het Servische probleemgebied Kosovo wilde komen voorstellen in Belgrado. De Belgen herschikten zonder dralen hun agenda, en kwamen al op donderdag. Eén dag voor het cruciale bezoek van de Fin.

De Gucht en zijn delegatie hadden al enige tijd een bezoek aan Servië in het vooruitzicht gesteld. Mede omdat de kwestie-Kosovo binnenkort op de agenda kan komen van de Veiligheidsraad, waar België sinds 1 januari lid van is. Over Kosovo, en over de mogelijke toenadering van Servië tot de Europese Unie en de NAVO werd in Belgrado gesproken met president Boris Tadic, premier Vojislav Kostunica, buitenlandminister Vuk Draskovic en tal van buitenlandse diplomaten.

Dat Kosovo de meest delicate kwestie was, wist iedereen vooraf. ‘Een van de moeilijkste problemen die ik in mijn loopbaan ben tegengekomen’, liet een van de ervaren Belgische delegatieleden zich tussendoor ontvallen. Kosovo is volgens het internationaal recht nog altijd een provincie van Servië, al wonen er intussen nog maar 100.000 Serviërs, tegenover bijna 2 miljoen etnische Albanezen. Eind jaren negentig, tijdens het regime van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic, begon het etnisch-Albanese UCK er een guerrillaoorlog tegen ‘de Servische onderdrukker’.

Toen de NAVO in 1999 tussenbeide kwam en Milosevic’ leger met luchtaanvallen op Servische steden tot terugtrekking dwong, had het conflict al 10.000 levens gekost en honderdduizenden op de vlucht gejaagd. Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties plaatste Kosovo ’tijdelijk’ onder VN-bestuur. De NAVO bleef aanwezig om de vrede en de veiligheid te bewaren.

Anno 2007 is de situatie nauwelijks veranderd. Kosovo heeft voorlopige instellingen, maar wordt in feite bestuurd door de VN-missie UNMIK. De werkloosheid is hoog, de economie een ramp en de georganiseerde misdaad heeft zo goed als vrij spel. Uit frustratie over de uitzichtloze toestand en uit haat tegen de Serviërs gingen ongeduldige Kosovo-Albanezen in maart 2004 in de clinch met de Servische minderheid. In drie dagen tijd vielen 19 doden, en honderden Servisch-orthodoxe heiligdommen en kerken werden vernield.

SOEPELHEID

Om het statuut van Kosovo voor eens en altijd te regelen, stelden de Verenigde Naties eind 2005 de Fin Martti Ahtisaari aan als onderhandelaar tussen Serviërs en Kosovaren. Meer dan een jaar werkte hij aan een rapport, dat hij pas afgelopen vrijdag, bewust ná de Servische parlementsverkiezingen, openbaar maakte. Volgens het rapport (zie ook kader) zou Kosovo een vorm van semi-onafhankelijkheid moeten krijgen, als het tenminste de rechten en de veiligheid van de minderheden (lees: de Serviërs) respecteert en een blijvende supervisie van VN en EU aanvaardt.

‘Een stap richting onafhankelijkheid’, juichte de Kosovaarse president Fatmir Sejdiu vrijwel meteen. ‘Onaanvaardbaar’, was te horen in Belgrado. Scheidend premier Vojislav Kostunica (DSS) wilde de Finse onderhandelaar zelfs helemaal niet ontvangen. Officieel omdat hij, na de verkiezingen van 21 januari, alleen nog lopende zaken mag afhandelen, in werkelijkheid omdat Kostunica het grondig oneens is met de ideeen van Ahtisaari. De Gucht vond het alleszins een bijzonder slecht signaal.

Bij de Servische president Boris Tadic (DS) was Ahtisaari wel welkom, maar ook die liet na afloop zijn afkeuring blijken voor Ahtisaari’s oplossing, omdat ze de weg vrijmaakte voor een onafhankelijk Kosovo. Servië wil het gebied hoogstens een uitgebreide vorm van autonomie toestaan.

De reactie in Servië was voorspelbaar, bevestigt ook Karel De Gucht. ‘Elke Servische politicus die in het openbaar Kosovo opgeeft, pleegt politiek zelfmoord. Dat kunnen we moeilijk verwachten. Maar dat wil niet zeggen dat Servië militair zal ingrijpen als het zover komt.’

Een topfiguur uit de entourage van president Tadic herhaalde die stelling, maar voegde eraan toe dat ‘als de EU zich wat soepeler opstelt inzake lidmaatschap voor Servië, de onafhankelijkheid van Kosovo uiteindelijk ook voor de Servische publieke opinie beter verteerbaar zal zijn.’ Een suggestie waar de Belgische minister niet van wilde weten. ‘De kwestie-Kosovo en de toetreding tot de EU zijn twee gescheiden dossiers. Concessies doen in het ene dossier om een deal te sluiten over Kosovo, zou een slecht idee zijn.’

200 MILJOEN EURO

Een eerste stap richting Europees lidmaatschap zette Servië al in oktober 2005. Toen begon het land onderhandelingen met de Europese Unie over Stabilisatie- en Associatieakkoorden (SAA). Die gesprekken werden echter al na enkele maanden weer bevroren omdat de EU oordeelde dat Belgrado onvoldoende meewerkte met het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Concreet: het deed te weinig om de van oorlogsmisdaden verdachte Servische generaal Ratko Mladic te arresteren. ‘Onrechtvaardig’, zegt een Serviër die voor een grote westerse ngo werkt. ‘Kroatië had een soortgelijk probleem met generaal Ante Gotovina, maar bij hen speelde dat pas een rol op het moment dat ze als kandidaat-lidstaat onderhandelden over definitieve toetreding. Zij zaten al een fase verder dus. Het zou voor de pro-Europese krachten in dit land een hart onder de riem zijn als de nieuwe regering toch al de SAA-gesprekken zou mogen heropstarten. De Europese Unie en de democratische krachten in Servië hebben een gemeenschappelijk doel: het stabiliseren van Servië. Als de Unie daarvoor alleen even de voorwaarde van Mladic moet opgeven, dan vind ik dat een redelijke prijs.’ De man, die anoniem wenste te blijven, wordt getipt als toekomstig minister van Buitenlandse Zaken.

De Gucht is het niet met hem eens. ‘Pas op het moment dat de Kroaten doorhadden dat we écht niet aan onderhandelingen over EU-lidmaatschap zouden beginnen zonder dat het netwerk rond Ante Gotovina was opgerold, zijn ze hun parallelle veiligheidsdiensten beginnen te ontmantelen. Enkele maanden later was Gotovina gearresteerd. Tot dan was het discours in Kroatië net hetzelfde als nu in Servië: we zouden zogezegd de pro-Europese krachten verzwakken door nergens toegevingen te doen. Ik ben het daar niet mee eens. Alleen door ons been stijf te houden, bewijzen we de EU-gezinde krachten een dienst.’

Volgens De Gucht staat ook de geloofwaardigheid van de EU op het spel. ‘In Servië zijn de SAA-gesprekken nu opgeschort. Voor we die opnieuw opstarten, moet er toch een nieuw politiek feit zijn? Een nieuwe regering is geen nieuw politiek feit. Ook een politieke belofte om de netwerken rond Mladic te ontmantelen, volstaat niet. Het zwakke punt van de Serviërs is dat ze in de voorbije jaren te veel gelogen hebben.’

Als de EU echt voet bij stuk houdt, draaien de Serviërs wel bij, gelooft De Gucht. ‘Vergeet niet dat Servië recht heeft op 150 à 200 miljoen euro aan Europese steun, zodra het officieel kandidaat-lidstaat is.’

INTUSSEN BIJ DE RUSSEN

Wie alvast werk wil maken van het EU-lidmaatschap, is de Democratische Partij (DS) van Boris Tadic. De DS verdubbelde haar score bij de parlementsverkiezingen van 21 januari, en werd de tweede partij, na de (extreem-nationalistische) Radicale Partij, die niet in regeren geïnteresseerd lijkt. De partij van Tadic zou daarom een driepartijencoalitie op de been willen brengen met de conservatief-nationalistische DSS van Vojislav Kostunica en het liberale G17-Plus.

Fractieleider Milos Aligrudic van DSS bevestigt dat er voor de DS weinig andere opties zijn dan zo’n brede coalitie, die over 130 van de 250 parlementszetels zou beschikken. ‘Maar als de DS beslist om Kosovo op te geven, dan stappen wij niet in een regering met hen. Dan is er voor ons nog altijd de mogelijkheid om met de Radicalen in zee te gaan. Tegen onze zin, maar als het moet, dan moet het.’

De DSS zit dus in een comfortabele positie. En ze lijkt van Kosovo het grote breekpunt te maken in de coalitiegesprekken, én daarna. Aligrudic: ‘Als we in een regering stappen met de DS, en die partij houdt haar beloftes over Kosovo niet, dan laten wij die regering meteen vallen. En dan mag de kiezer opnieuw oordelen.’

Het politieke pokerspel in Belgrado gaat wellicht nog even door, maar de kwestie-Kosovo speelt intussen al op een veel hoger niveau: dat van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, waar Kosovo uiteindelijk toch op tafel zal komen. Om die reden had Karel De Gucht in Belgrado ook gesprekken met de Russische en de Amerikaanse ambassadeur. Gesprekken waaruit bleek dat de oplossing van Martti Ahtisaari in Moskou nog altijd op een ‘njet’stuit, en de Amerikanen ervan uitgaan dat het uiteindelijk allemaal wel zal loslopen.

De Gucht: ‘De Russen zeggen traditioneel, net als de Serviërs, dat de Verenigde Naties niet aan internationaal erkende grenzen mag sleutelen. Zij verwijzen voortdurend naar de Russischgezinde gebieden in Georgië, die ook wel onafhankelijk willen worden. Maar ze zijn ook bang dat een onafhankelijk Kosovo de deelrepublieken in hun eigen islamitische onderbuik zou kunnen inspireren. Moskou blijft daarom benadrukken dat de soevereiniteit van een land het hoogste goed is. Ik zou daaraan willen toevoegen dat elk land ook de plicht heeft om zijn eigen burgers te beschermen. Iets waar de Serviërs in het geval van Kosovo duidelijk in tekortgeschoten zijn.’

In de wandelgangen was te vernemen dat de schrik voor een Russisch veto in de Veiligheidsraad bijzonder groot blijft. Weinigen geloven dat Rusland een nieuwe resolutie over Kosovo zomaar zal laten passeren. Bovendien vrezen ook EU-landen als Spanje, Tsjechië en Slowakije dat een resolutie over Kosovo hun eigen etnische minderheden op slechte ideeën zou kunnen brengen. Zover is het echter nog niet. Martti Ahtisaari heeft zowel de Serviërs als de Kosovaren opnieuw uitgenodigd in Wenen, om de laatste opmerkingen op zijn tekst naar voren te brengen. Afspraak daar op 13 februari. In de Veiligheidsraad en in Belgrado wordt intussen lustig verder gepokerd.

DOOR GERRY MEEUWSSEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content