‘Ze noemen ons een bende smeerlappen’

'Ze legaliseren beter de doorverkoop van tickets. Want voor alles wat je verbiedt, ontstaat er sowieso een zwarte markt.' © BENOIT DE FREINE

Naarmate de finale van het WK dichterbij komt, stijgen de ticketprijzen van de wedstrijden in ijltempo. Straatverkopers, toeristen, ticketmakelaars en online zwartemarktkramers pikken allemaal een graantje mee in de voetbalgekte. Verslag uit Rio over de woelige wereld van de kaartenverkoop tijdens het WK.

Het begint al in de bomvolle metro, op weg naar het Maracanã-stadion in Rio de Janeiro. Tussen de horden bonte supporters zien we boven de hoofden een bordje uitsteken met het opschrift: ‘I need a ticket. Een Braziliaanse straatverkoper is er als de kippen bij: 450 dollar per plaats. De koper probeert af te dingen, maar daar moet de Braziliaan niets van weten. Hij schudt beslist het hoofd: te nemen of te laten. Waarop mopperend wordt betaald. Als de man had gewacht, had hij een goedkoper kaartje kunnen krijgen, zo blijkt. Rond het stadion barst het van de illegale ticketverkopers. Ondanks de strenge controles van de massaal aanwezige politie loopt de handel als een trein. Groepjes mensen drommen samen en binnen een paar minuten is de zaak beklonken. Een Amerikaanse houdt twee vingers in de lucht: ze zoekt twee kaarten. Ze gebaart met haar hoofd naar de man vlak achter haar: ‘Die verkoper vraagt 600 dollar (zo’n 440 euro, nvdr.) per ticket, terwijl vrienden van ons zonet maar 300 dollar voor een kaartje hebben neergeteld. Laten we afwachten. Er is nog tijd zat voor de wedstrijd en het ziet ernaar uit dat er genoeg tickets beschikbaar zijn. Ik verwacht niet dat de prijzen nog verder zullen stijgen.’ Uiteindelijk koopt de Amerikaanse haar kaarten voor 225 dollar per stuk. De verkoper behoort duidelijk niet tot de harde kern van straathandelaren. Hij heeft 180 dollar per ticket betaald via internet, vertelt hij. Daar zit ongeveer 20 dollar aan verzendkosten bij. Dus vindt hij 225 dollar niet overdreven. Als hij zijn 10 kaarten straks kwijt is, kan hij tevreden naar huis.

Nog geen tien meter verder verkopen ze dezelfde kaarten voor 600 dollar het stuk. Nog wat verder is dat 900 dollar. Het is maar wat de gek ervoor geeft, zoals dat heet. Een paar dagen eerder kwamen we een groep Bruggelingen tegen in het stadscentrum van Rio. ‘Ik verdien hier niet slecht’, grijnsde een van hen, die anoniem wil blijven. ‘Van mijn 3 tickets heb ik er al 2 verkocht: Brazilië-Kroatië en Spanje-Chili. Via internet betaalde ik 90 euro in België. Hier heb ik ze allebei voor 1000 dollar (zo’n 730 euro, nvdr.) per stuk van de hand gedaan. Niet slecht toch? Het eerste kaartje verkocht ik op straat, in Copacabana, het tweede aan het Maracanã-stadion. Overal zie je mensen die tickets zoeken. Kopers zat dus. Ik heb nog een ticket voor België-Rusland over. Als ik daarvoor 1200 dollar krijg, twijfel ik geen seconde en ga ik de wedstrijd wel in het café bekijken. Dan is mijn reis meteen terugbetaald.’ In totaal hadden de Bruggelingen al 9 tickets voor 1000 dollar per stuk verkocht en 2 tickets voor 500 dollar. ‘Bij het stadion moesten we wel oppassen voor de politie, al behoren we niet tot de grote mannen die massa’s kaarten verkopen tegen woekerwinsten. We hebben godbetert elf tickets verkocht, zo erg is dat toch niet?’

Keiharde geldhaaien

Officieel mag niemand in Brazilië WK-tickets verkopen boven de officiële FIFA-prijs. Wie dat wel doet, riskeert een maximumcelstraf van twee jaar. Tijdens de eerste twee wedstrijden in het Maracanã-stadion werden volgens de politie al meer dan zestig mensen uit zeventien verschillende landen gearresteerd. De meesten stonden na een paar uur weer op straat, nadat ze een verklaring hadden ondertekend waarin ze beloofden te zullen opdagen voor hun rechtszaak. Geen kat die dat doet natuurlijk. Meestal bestaan de straffen uit geldboetes. Niemand die er zich wat van aantrekt. De zwarte handel is niet te stoppen. Integendeel, de illegale verkoop swingt de pan uit. Vooral de scalpers, niet-officiëlehandelaars die kaarten doorverkopen tegen vaak veel hogere prijzen, slaan hun slag. Meer dan vijfhonderd websites wereldwijd – legaal en illegaal – bieden tickets aan, soms pakken duurder dan de normale FIFA-prijs. In Europa is dit soort doorverkoop – op enkele uitzonderingen na – verboden. Legaal of niet, duizenden scalpers en ticketmakelaars van alle nationaliteiten, rangen en standen zijn naar Brazilië afgezakt om kaartjes te verpatsen voor zo veel mogelijk geld. De niet-occasionele ticketverkopers kennen elkaar bijna allemaal. Ze hangen rond in de bekende bars en hotels, vaak met twee of drie telefoons in hun handen, altijd bezig met ‘zakendoen’. Ze doorkruisen het hele land, op weg naar alle steden waar wedstrijden plaatsvinden, en zijn voor elke match steevast bij het stadion te vinden.

‘We reizen momenteel met een groepje scalpers naar het noorden van Brazilië’, vertelt Dmitry Paschenko aan de telefoon. Hij heeft de problemen in Oost-Oekraïne voor een maand achter zich gelaten om geld te verdienen als ticketverkoper in Brazilië. Paschenko leerde ‘het vak’ kennen tijdens het EK voetbal in 2012 en de Winterspelen in Sotsji dit jaar. ‘Kleurrijke figuren, die scalpers‘, zei hij me toen. ‘Ze zijn voortdurend aan het werk, maar amuseren zich ook heel hard. Hoe langer we in Sotsji verbleven, hoe meer ze begonnen te drinken. Af en toe liep het uit de hand en raakten we betrokken bij vechtpartijen. Maar het liep altijd goed af, niemand raakte echt gewond.’ Ook in Brazilië verloopt het niet altijd rustig: ‘We reizen met de auto. Van Salvador gaat het naar Recife en dan naar Natal. Soms overnachten we in van die lovehotels. Omdat we met een groep mannen zijn, dachten ze een paar keer dat we homo’s waren. En zo kwamen we opnieuw in een knokpartij terecht. Maar het was eerder hilarisch dan gewelddadig te noemen.’

Veel geld heeft Paschenko tot nu toe niet verdiend: ‘De wereld van de scalpers staat bol van de stress. Iedereen loopt gejaagd rond, want het lukt niet iedereen om winst te maken.’ De Oekraïner beseft dat scalpers doorgaans geen goede reputatie hebben. Ze maken misbruik van het systeem, zijn keiharde geldhaaien en vaak ook nog bedriegers, klinkt het. ‘De jongens met wie ik omga, zijn best oké. Ze proberen gewoon te overleven in deze harde business. Oneerlijkheid naar de klanten toe heb ik bij hen nog niet meegemaakt, al weet ik dat niet iedere scalper een ticket aflevert nadat een klant ervoor heeft betaald. Feit is dat ze allemaal in het zwart werken. De jongen voor wie ik verkoop, heeft al twintig jaar geen belastingen betaald.’

64 verdwenen tickets

Dat geldt dan weer niet voor de officiële ticketmakelaars. Die verkopen ook met winst, maar ze betalen wel belastingen en hebben er geen baat bij om mensen te bedriegen. ‘Het verschil is dat scalpers geen vergunning hebben en alleen via de zwarte markt werken’, legt Timothy Donnelly uit. Hij komt uit Californië en verdient al 25 jaar zijn brood als ticketmakelaar. Als oude rot kent hij de stiel vanbinnen en vanbuiten. ‘Ik heb een vergunning, ben aangesloten bij de National Association of Ticket Brokers in de VS, en heb een officieel bureau in Californië en in Londen, plus een internetafdeling in New Delhi, India. Ik heb 21 mensen in dienst, ik heb websites en ik betaal belastingen. In Europa is de wet op de doorverkoop van tickets anders dan in de VS. In Engeland mag ik bijvoorbeeld wel concert- of theatertickets doorverkopen, maar geen voetbalkaarten. Dat doe ik dan maar via mijn bedrijf in de VS. De Britten vinden dat allesbehalve leuk maar ze kunnen er weinig aan doen. Als je het mij vraagt, legaliseren ze beter de doorverkoop van tickets wereldwijd. Want voor alles wat je verbiedt, ontstaat er sowieso een zwarte markt. En daar tref je nu eenmaal vaak mensen met minder goeie bedoelingen. Al doen er ook veel sensatieverhalen de ronde. Zo zouden er valse tickets voor het WK in omloop zijn en zou zelfs de georganiseerde misdaad erbij betrokken zijn. Onzin. Georganiseerde misdaad, my ass. Die houdt zich bezig met drugs, niet met voetbaltickets.’

‘Als ticketmakelaar kun je het niet maken om je klanten te bedriegen’, benadrukt Donnelly. ‘Je reputatie is snel om zeep. Ik moet ervoor zorgen dat mijn klanten hun tickets krijgen, wat er ook gebeurt. Al werk ik dan met een vergunning, toch moet ik in Brazilië net zo hard oppassen als de rest. Je mag hier tenslotte geen winst maken op doorverkoop. In de VS is dat legitiem, hier is het strafbaar. Ik behoor niet tot de hele grote jongens in dit vak, ik ben maar een doorsneeverkoper, maar het zijn net de doorsneemannen die FIFA er graag uitpikt om een voorbeeld te stellen.’ Donnelly trekt ons meteen in een hoekje van de hotellobby waar we hebben afgesproken. ‘Er wandelen agenten in burger rond. Ze weten waar wij uithangen, en ze liggen op de loer.’ Onlangs werden in de lobby van het Marriott-hotel in Copacabana nog een Amerikaan en een Engelsman gearresteerd wegens ticketverkoop tegen een hogere prijs. De volgende dag stond de Engelsman weer op straat en ging hij opnieuw aan de slag. Donnelly kent ze allemaal; zowel de verkopers op de zwarte markt als de ticketmakelaars met een vergunning. Daarom mogen we ons aan zijn collega’s niet bekendmaken. Als we samen worden gezien, zijn we ‘gewoon kennissen’. We snappen al snel waarom: iedereen in het wereldje blijkt Tim Donnelly te kennen. Al zitten we in een uithoek van de lobby, om de haverklap komt wel een ticketverkoper dag zeggen. Ze waarschuwen elkaar dat ze het Marriott moeten vermijden.

‘Zelf verkoop ik niet op straat’, zegt Donnelly. ‘Niemand van mijn mensen trouwens. Omdat het risico op arrestatie te groot is. In Brazilië werken zeven mensen voor mij. Twee van hen leveren tickets aan de straatverkopers en halen na de verkoop meteen het geld op, voordat die gasten ermee aan de haal zijn. Zelf houd ik me vooral bezig met de levering van bestelde tickets. In het hele land. Op die manier omzeilen we min of meer de Braziliaanse wetgeving: de klanten kopen de tickets via internet en betalen met hun kredietkaart. De betaling loopt dus via de VS, niet via Brazilië. Het enige wat wij doen, is de kaarten bij de klant brengen. Soms betaal ik meer aan een vlucht dan wat ik aan de tickets verdien. Als ik 2 kaarten van 300 dollar naar een klant in Fortaleza moet brengen, houd ik er niets aan over. Ik maak dus soms ook verlies. Morgen moet ik naar Manaus. Ik had 64 tickets aan verschillende klanten verkocht, maar ze zijn zoekgeraakt bij DHL. Dat gebeurt wel meer. Gewoonlijk vinden ze de tickets ook terug. Een paar dagen ná de wedstrijd! Dus moet ik 64 nieuwe kaarten kopen, want ik wil mijn klanten niet in de steek laten. In de VS zou 99 procent van mijn collega’s net zoals ik handelen. In Europa is dat maar de helft, geloof me. Omdat winst maken op doorverkoop daar al zo lang illegaal is, hebben veel verkopers een andere mentaliteit. Op dat gebied lopen ze in Europa achter. Hoe dan ook ben ik een hoop geld kwijt. Maar dat compenseer ik wel weer via andere tickets. Dat zijn nu eenmaal de risico’s van het vak. Ik ben al drie keer alles kwijtgeraakt, ik moest telkens opnieuw van nul beginnen. Sommige collega’s doeken in zo’n geval botweg hun bedrijf op, maar ik zit zo niet in elkaar. Ik wil de mensen die ik in dienst heb, niet in de steek laten.’

Donnelly onderbreekt even het interview om het zoveelste telefoontje te beantwoorden. ‘Cliché of niet, het leven is als een rollercoaster: met pieken en dalen. Het is een kwestie van je zo min mogelijk druk te maken om de dalen en het beste te halen uit de pieken. Maar als het niet goed zou verdienen, deed ik het niet, daar ben ik eerlijk in. Verkopers op de zwarte markt halen soms veel grotere bedragen op, maar toch mogen we niet klagen. Terwijl zij 9000 dollar vragen voor een goede zitplaats tijdens de WK-finale, liggen onze prijzen tussen de 5000 en 7000 dollar. Gemiddeld maken wij tussen de 20 en 30 procent winst, zoals bij elke normale business. Wat niet wil zeggen dat ik geen hoge prijs vraag als ik een mogelijkheid zie. Ik kan nu tussen de 400 en 800 finalekaarten krijgen. Het aantal is gelimiteerd en ik moet er zelf heel veel voor betalen. Ik koop via internet, bij de FIFA, van scalpers, overal waar ik kaarten kan krijgen. Vervolgens bepaal ik de prijs naargelang het aanbod, naargelang wat de markt aankan. De ticketverkoop is zoals de aandelenmarkt, maar dan met een strikte tijdslimiet: zodra de wedstrijd begint, is het allemaal voorbij.’

De kunst van een goeie deal

Donnelly neemt ons mee naar het Maracanã-stadion, voor de wedstrijd Chili-Spanje. Beroepsmatig heeft hij er niets te zoeken, verduidelijkt hij, hij wil naar de wedstrijd kijken en ons tonen hoe de straatverkoop er toegaat. Overal komt Donnelly bekenden tegen. Aan de uitgang van het metrostation, waar massa’s mensen samendrommen, staan een Rus en een Oekraïner uit Donetsk. ‘Hoe gaat ie?’, vraagt Donnelly. ‘Alles cool’, antwoordt de Rus. ‘Plus 500 hier, plus 700 daar.’ Hij bedoelt dat de kaarten aan deze kant van het stadion voor meer dan 500 dollar worden verkocht, aan de andere kant gaan ze kennelijk voor 700 dollar van de hand. We passeren rijen politiemannen aan wie we ons ticket moeten tonen, anders kunnen we niet verder. ‘Kijk, een undercoveragent’, wijst Donnelly als we dichter bij het stadion zijn. Geen idee hoe hij dat kan zien, maar hij is ervan overtuigd. Hij begroet een groepje louche ogende Britten en zegt grijnzend dat hij ze nooit zal vertrouwen omdat hij zelf van Ierse afkomst is. Een boomlange magere Nederlander komt op ons af en klaagt dat hij niet meer dan 500 dollar per ticket ophaalt. ‘Een echte rotzak’, zegt Tim zodra de man uit het zicht is. ‘Hij gaat over lijken. Zo zijn er veel. Het is een heel harde wereld. En ik doe er net zo goed aan mee, dat is een feit. Ik weet hoe de mensen over ons denken. Ze noemen ons een bende scumbags. Smeerlappen. Maar ik vergelijk het altijd met de verkoop van Nike-schoenen. Die worden voor ongeveer 1 dollar aangekocht in China, de verscheping kost hooguit 15 dollar, maar uiteindelijk verkopen ze de schoenen wel voor 200 dollar. Niemand is kwaad op hen. Wel, dit is hetzelfde.’

Drie dagen later zien we Donnelly terug. Op het terras van hotel Golden Tulip, pal aan het strand van Copacabana waar de voetbalroes 24 uur op 24 zindert. Travestieten paraderen in de Braziliaanse nationale kleuren, Amerikanen in Elvis-outfit maken ruzie met dronken Chili-supporters en de vaste schare lokale daklozen hangt als vanouds rond onder de bomen op de boulevard nadat ze er twee weken eerder met geweld door de politie werden verjaagd. ‘Elk groot sportevenement is een belevenis op zich’, vindt Donnelly. ‘Maar het WK voetbal is iets waar je in dit vak bij móét zijn. Het is gigantisch hectisch, we rennen als gekken van hot naar her. Straks moet ik bijvoorbeeld weer naar Recife om kaarten af te leveren, maar ik kan me geen ander leven voorstellen. Ik ben 46, ik heb geen vrouw en geen kinderen, dus maakt het niet uit dat ik 7 maanden per jaar van huis ben. Er is altijd actie. Dat werkt best verslavend. Bovendien zie ik alle grote sportevenementen ter wereld en ik word er op de koop toe nog voor betaald. Maar de échte reden waarom ik dit doe, is de kunst van een goeie deal. Zo een waarbij je pakweg 200 Super Bowl-tickets verkoopt voor 1000 dollar per stuk. Een fantastisch bedrag in een mum van tijd verdiend.’

Donnelly begon er al vroeg aan. Op zijn vijftiende verkocht hij zijn eerste tickets. ‘Ik was wat je noemt een concertaholic. Zoals een alcoholist, maar dan verslaafd aan optredens. In die tijd moest je minstens twee dagen aan het verkoopkantoor wachten om een ticket voor een goeie band te bemachtigen. Een waardeloos systeem, dus begonnen ze na verloop van tijd met wachtrijen en nummers te werken. Ik vond het een even waardeloos systeem en maakte deals met de ticketverkopers. Ik wilde 5 dollar voor elke jongere die tickets voor hen zou doorverkopen, dat zou een stuk sneller en efficiënter gaan. Via flyers die ik op school uitdeelde, had ik al snel 200 jongeren verzameld die tickets wilden verkopen. Dat betekende 1000 dollar! De ticketverkoper wist niet wat hij zag toen ik met 200 man kwam aanzetten. Hij had hooguit 60 jongens verwacht. “Ik moet naar de bank”, riep hij. Ik had de smaak te pakken. Na een jaar had ik ruim 60.000 dollar verdiend, meer dan mijn moeder. “Ik vermoed dat je niet meer naar school teruggaat”, reageerde ze toen ze erachter kwam. Dat klopte, ik kocht sommige leraren om met tickets om voor bepaalde vakken te slagen.’

We wandelen met Donnelly naar het dakappartement dat hij met zeven collega’s tot het einde van het WK heeft gehuurd. Als we arriveren, leveren ze net de meubels. Boven zijn drie mannen achter hun laptop driftig aan het verkopen. Op het enorme dakterras kijken we uit over het strand en de Corcovado met het beroemde Christusbeeld. Een appartement huren van dit formaat op deze plek kost een fortuin. ‘Dit is het leuke deel van de job. De ene keer slapen we in mottige hotels, dan weer op een paradijselijke plek als deze. Straks, na de finale op 13 juli, geven we hier een groot feest voor alle ticketverkopers. En dan is het op naar het volgende evenement.’

DOOR JOANIE DE RIJKE, FOTO’S BENOIT DE FREINE

‘Vergelijk het met de verkoop van Nike-schoenen. Die worden voor ongeveer 1 dollar aangekocht in China, de verscheping kost hooguit 15 dollar, maar ze verkopen ze wel voor 200 dollar.’

Duizenden scalpers en ticketmakelaars van alle nationaliteiten, rangen en standen zijn naar Brazilië afgezakt om kaartjes te verpatsen voor zo veel mogelijk geld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content