Voor het eerst in de geschiedenis nam de Europese Commissie ontslag. In Berlijn proberen de regeringsleiders straks de brokken te lijmen.

Meestal ligt het Europees Parlement er op zondagnamiddag verlaten bij. Op 14 maart is dat niet anders. Hoewel. Om de drie kwartier komt er een limousine voorgereden, en verdwijnt een eenzame figuur in de immense hall van het parlementsgebouw. Daar wordt hij of zij naar een kamertje geleid, waar één of meerdere leden van het vijfkoppige comité van wijzen wachten. De Europese commissarissen, die de vorige maanden in opspraak raakten, mogen de pagina’s inkijken van het rapport, waarin de wijzen zich over hen uitspreken.

Aan die preview zijn wel voorwaarden verbonden. Geen enkele medewerker is toegelaten, na lectuur moeten de commissarissen de tekst weer inleveren en ze mogen geen notities nemen. De heren en dames krijgen wel de kans om nog eens hun versie te formuleren tegenover de auteurs van het rapport. Die luisteren welwillend, later in de avond voeren ze nog enkele kleine correcties door.

Die zondagavond staat de telefoon bij de meeste commissarissen roodgloeiend.

Maandagochtend heerst in het Breydelgebouw een bijna uitgelaten sfeer. Met uitzondering van Edith Cresson halen de meeste commissarissen opgelucht adem. Ze worden witgewassen van fraude en nepotisme en menen dat de match gewonnen is.

Een ontspannen voorzitter Jacques Santer ontvangt om vijf uur ’s namiddags het integrale rapport uit de handen van de wijste der wijzen, André Middelhoek. Een kwartier later regent het krachttermen in de kantoren van de Commissie. Een commissaris die geen Nederlands kent, maandagnacht: “Ze hebben ons erin geluisd. Dit is een ander rapport dan ze ons gisteren toonden. Niemand had weet van de slotconclusies. Zelfs Santer niet.”

Om zes uur begint het eerste crisisberaad in het Breydelgebouw, waar de Commissie kantoor houdt. Tussen de hoofdsteden wordt er druk getelefoneerd. Iedereen beseft dat er iets moet gebeuren. De nacht der lange messen kan beginnen: er moet ballast overboord. Cresson, vanzelfsprekend. Maar wat met voorzitter Santer en enkele anderen?

Het aantal veroordeelden stijgt naarmate men zicht krijgt op de sfeer in het Parlement. Daar volgen de persconferenties elkaar in snel tempo op.

Terwijl de internationale pers op EVP-fractieleider Wilfried Martens wacht, mengt Raf Chanterie (CVP) zich tussen de journalisten. Hoewel hij heel nadrukkelijk zegt dat hij met vele ideeën rondloopt, luistert geen kat.

Martens, die nog geen overleg met de fractie pleegde, houdt het sober. “De wijzen hebben degelijk gewerkt en een uitstekend rapport afgeleverd. Het is bijzonder zorgwekkend dat de Commissie de greep op het bestuur verloor.”

In de Breydel wordt het duidelijk dat ook Santer overboord moet.

Iets na tien uur dringt het tot bijna iedereen door dat niemand meer te redden valt. In het Parlement oordeelt Pauline Green, fractieleidster van de socialisten – de grootste groep -, dat het welletjes is: de Commissie moet onmiddellijk aftreden.

Twee uur later, iets na middernacht, verklaart Santer dat de eensgezinde Commissie ontslag neemt.

DE FLAIR VAN TONY BLAIR

De kroniek van de memorabele avond en nacht van 15 maart toont aan dat het Parlement het lot van de Commissie bezegelde. Voor de eerste keer in de Europese geschiedenis wogen de woorden van de fractieleiders zwaarder door dan die van de regeringsleiders, om het even of ze nu Tony Blair, Gerhard Schröder of Jean-Luc Dehaene heetten. Het ersatz-parlement dat in 1979 uit de startblokken kwam en nog altijd voor zijn (normale) bevoegdheden moet knokken, forceerde een herverdeling van de Europese macht. Lieden die tot voor kort geen stap verzetten zonder dat ze het fiat van de nationale broodheren hadden gekregen, gingen zich in hun nieuwe rol serieus nemen.

De voorzitter van het Parlement, bijvoorbeeld, de brave José Maria GilRobles. Dinsdagmiddag deed hij al uit de doeken hoe de regeringsleiders het moesten aanpakken. “We hebben de kalender bekeken en het kan allemaal heel vlug gaan. Als de top van Berlijn een nieuwe voorzitter aanduidt, kunnen we eind mei al met een andere Commissie starten.”

In Madrid vielen ze van hun stoel. Voor één keer dat Gil-Robles niet eerst even belde voor hij iets verklaarde, vertelde hij precies het tegendeel van wat premier José Maria Aznar verwachtte. Voor Aznar staat er vandaag en morgen in Berlijn veel op het spel. Hij moet er in ’t geweer voor miljarden Europese hulp aan Spanje. Dus is het Spaans nationaal belang niet gediend met een overijld debat en onduidelijke allianties rond een nieuwe Commissievoorzitter. Kortom, Gil-Robles kreeg de wind van voren.

Sinds André Leysen in 1984 een boekje met de titel “Crisissen zijn uitdagingen” publiceerde, werd de kreet gemeengoed bij Belgische politici die zich in een noodsituatie bevinden. Ook Dehaene wist niets beter te bedenken toen hij dinsdagnamiddag in de Lambermont met kanselier en raadsvoorzitter Schröder de pers tegemoet trad. De dooddoener maakte wel duidelijk dat de premier, die op dat ogenblik nauwelijks wist hoe men de knoop moest ontwarren, op zijn hoede was.

Omdat het allemaal zo uitzonderlijk was en er geen draaiboek voorhanden was, bood zich voor vlugge jongens een interessant moment aan. Londen begreep onmiddellijk dat crisissen ook verzilverd kunnen worden. Als eerste van de regeringsleiders zei Blair waar het op stond. “Santer moet zo vlug mogelijk weg en door een nieuwe voorzitter worden vervangen. Tegelijkertijd moet de werking van de Commissie compleet worden hervormd.”

Die Britse doortastendheid verbaasde en zaaide onrust. Aznar, Dehaene maar ook Schröder vreesden dat de Britse forcing, met Blair in de mooie rol, de Berlijnse top kon doen crashen.

Een dag later stuurde de Nederlandse minister-president Wim Kok namens de Benelux een brief naar Schröder met de vraag om de dagorde in Berlijn niet te zwaar te belasten. De financiering van de Unie – Agenda 2000 – had voorrang. Wat de Commissie betrof, volstond het dat de Raad het eens werd over de te volgen procedure. De aanduiding van de nieuwe voorzitter kon dan op een speciale bijeenkomst “zo spoedig mogelijk na Berlijn” worden uitgepraat. Iedereen die tussen de lijnen kon lezen, wist dat de oppositie tegen Blair vorm kreeg.

DE HIDDEN AGENDA VAN DE GROTEN

Ook zonder het ontslag van de Europese Commissie dreigde de top van Berlijn op een aartsmoeilijke klus uit te draaien. De regeringsleiders moeten uitsluitsel geven over het budget van de Unie tot 2006. Die discussie sleept al maanden aan omdat de Unie meer taken krijgt (uitbreiding), terwijl de netto-betalers (Duitsland, Nederland, Zweden en Oostenrijk) vanaf volgend jaar minder geld willen afdragen. Ze bepleiten een bevriezing van de uitgaven op het peil van 1999 en een nieuwe verdeling van de inkomsten. De kans is groot dat landen zoals België in Berlijn een hogere factuur wordt aangeboden.

In volle kiescampagne begeeft Dehaene, als enige Belgische onderhandelaar – minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke (SP) toeft in de wachtkamer – zich bijgevolg op bijzonder glad ijs. Toch heeft de premier geen bedrag in zijn hoofd, waarop hij de boeken dichtslaat en met een veto uitpakt. “Het heeft geen zin om zich op één bedrag vast te pinnen. Het is belangrijker dat je een goed Europees akkoord hebt dat je in het Belgisch beleid kunt inpassen. Trouwens, op zeker ogenblik moet je de kleine nationale belangen opzijzetten om het Europees geheel te doen werken. Zo’n onderhandeling kun je niet in één getal resumeren. Op ingewikkelde problemen kun je toch ook niet met een simpel ja of nee antwoorden, zoals de voorstanders van referenda voorhouden. Ik heb daar een heilige hekel aan.”

Met zijn groot Europees geloof dreigt Dehaene in Berlijn enigszins uit de toon te vallen. Het nationaal egoïsme rukt op en bemoeilijkte eerder al de onderhandelingen over Agenda 2000.

Ook Karel Van Miert geeft toe dat de Commissie er niet in slaagde om het debat een andere richting uit te sturen. “Bij de regeringsleiders heerst nu een heel andere sfeer dan onder Helmut Kohl en François Mitterrand. Nu focust iedereen op het nationaal belang. Het enige wat overeind bleef, is de euro, dankzij de moed van Kohl. De lidstaten weigerden over een verhoging van de middelen te praten, ze wilden alleen de uitgaven terugdraaien. De Commissie botste voortdurend tegen een muur.”

Nog explicieter is professor Franklin Dehousse die mee het Verdrag van Amsterdam onderhandelde. “Sommige regeringsleiders lijken alleen geïnteresseerd in het geld dat ze van de Unie kunnen lospeuteren. Op die manier ondergraven ze de Europese idee bij de publieke opinie en maken ze Europa steeds minder populair. Het is een kortzichtige strategie en vooral een extreem dwaze. Bijzonder verontrustend is dat de Commissie niet eens een tegenreactie op gang kon brengen.”

In Berlijn zal Santer nog minder dan anders op de debatten wegen. Zijn rol is uitgespeeld: Berlijn wordt voor hem een pijnlijke en vernederende verplaatsing. Als de regeringsleiders over zijn opvolging beginnen, moet hij de raadsvergadering als een kleine jongen verlaten.

Achtenveertig uur voor het begin van de top in Berlijn leek het erop dat de voormalige Italiaanse premier Romano Prodi de benoeming op zak heeft. De drie grote lidstaten steunen zijn kandidatuur en ook de Italiaanse eerste minister Massimo D’Alema hoopt dat hij op deze manier een binnenlandse lastpost kwijtraakt. Als zou blijken dat iedereen onmiddellijk akkoord gaat, krijgt Prodi al in Berlijn het licht op groen. “Als er zich een mirakel aandient,” aldus Dehaene, “moeten we het ook niet tegenhouden.”

Of daarmee de crisis van de baan is? Zeker niet. Bij de staats- en regeringsleiders zit de schrik voor het Parlement – dat ze oncontroleerbaar vinden en meestal met de Franse Vierde Republiek vergelijken – er goed in. Ze zullen dus proberen om het spelregels op te leggen, die vele verkozenen als een onaanvaardbare bevoogding zullen ervaren.

Daarnaast is het risico reëel dat de grote landen de kans schoon zien om eindelijk aan de bevoegdheden van de Commissie te prutsen en de eigen macht uit te breiden. Het is een oud idee van Bonn, Parijs en Londen. Het failliet van Santer geeft hen een unieke gelegenheid om werk te maken van hun hidden agenda.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content