Onder internationale druk worden dan toch gesprekken voorbereid tussen Laurent Kabila en de Zaïrese regering in Kinshasa. Intussen is het leven in het ?bevrijde? Oost-Zaïre al erg grondig veranderd.

EEN BERICHT UIT GOMA

Welkom in het aards paradijs ! U bent in bevrijd Kongo !?

De glimlach en het enthousiasme van de immigratieverantwoordelijke van Goma zijn te verklaren. Vòòr de ?bevrijding? luidde elke zonsondergang het begin van de angst in. De bewoners van Goma leefden met de daver op het lijf : bang voor de voortdurende plunderingen van de soldaten van president Mobutu Sese Seko. Vandaag liggen de straten er dag en nacht veilig bij. Toch komen de mensen ’s avonds weinig buiten : sinds de leidingen van de elektriciteitscentrale op de Rusizi-rivier opgeblazen werden, hebben ze geen stroom meer. Na zonsondergang is het dus pikdonker, behalve in en rond de hotels en de restaurants die over eigen generatoren beschikken. Ook de villa’s van vroegere Mobutu-getrouwen baden in het licht. Die huizen werden door de leiders van de Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo-Zaïre, kortweg de Alliantie, in beslag genomen.

In de stad zijn de markten weer open. Aan voedsel geen gebrek. Het arriveert in grote voorraden van het platteland. Daar bewerken de boeren hun velden weer. De vuilnisophaaldienst functioneert. De gemeentelijke ambtenaren beplanten bloemperken. Buiten de stad worden de wegen hersteld. Zoiets heeft de doorsnee Zaïrees nog nooit meegemaakt. De oorlog trekt naar het westen en lijkt bijna vergeten.

Bijna. Een oude Panhard, uitgerust met een mitrailleur, werd door de op de vlucht geslagen soldaten van het vroegere Rwandese leger ( Forces Armées Rwandaises) achtergelaten, en herinnert aan de vreselijkheden die zich hier voltrokken. Dat doen ook de lege vluchtelingenkampen, die nu een spookachtige aanblik bieden. Alleen de kleine muurtjes rond de maïsvelden en de bananenbomen staan nog recht. De ploegen van het Hoog Commissariaat van de Vluchtelingen (UNHCR) verzamelen het afval en stoken het op. Daarna krijgen de boeren het land terug.

EEN ZALF TEGEN KOGELS

Natuurlijk, elders gaat de oorlog door. Jonge rekruten van het militaire kamp van Rumangabo, vlakbij Goma, joggen ’s ochtends door de straten. De opvallend grote Tutsisoldaten trekken verder Zaïre in. Ze willen de ?volkenmoordenaars? opsporen en uitschakelen. Of ze Banyamulenge zijn, Zaïrese Tutsi’s, of Rwandese soldaten gestuurd door de Rwandese vice-president Paul Kagame, daar kom je niet achter.

Een jonge officier probeert ons ervan te overtuigen om ’s nachts niet verder te rijden. Hij zegt dat er gevaarlijke punten zijn. In het Virungapark zouden Hutumilities verscholen zitten. Af en toe vallen ze aan om bij de lokale bevolking eten te roven, zegt hij. Maar als we toch doorgaan, houdt hij ons niet tegen.

In het park doet een naakte man met een kalashnikov in de hand ons stoppen. Hij inspecteert de auto, wenst ons goede reis. Onze Rwandese chauffeur fluistert dat dat nu een Mai-Mai is, een achterblijver van de milities samengesteld uit leden van de Hunde- of Tembostam. Zij kwamen in opstand om de ?vreemde? militairen van hun voorvaderlijke grond te verjagen : eerst de Zaïrese soldaten die hen kwamen beschermen, dan de Tutsirebellen van de Alliantie die hen kwamen bevrijden.

Onderweg valt het op dat de zo bekende wegversperringen van het leger bijna verdwenen zijn. Twee keer maar houden soldaten ons tegen. Ze willen geld om iets te drinken. Maar hun verzoek valt in niets te vergelijken met het systematische geplunder door de Zaïrese soldaten.

In Nandeland is de vrede teruggekeerd. Hier vochten van eind december tot begin januari Mai-Mai en Banyamulenge van de Alliantie tegen elkaar. De Mai-Mai streden onder leiding van ?dokter? Kaganga. Hij maakte voor hen de dawa, de geheimzinnige magische zalf die hen geloofden ze immuun maakte voor kogels van de vijand. Er vielen honderden doden de Mai-Mai verloren de oorlog. Na de dood van Kaganga werden de Mai-Mai door hun eigen volk uitgekreten : de mensen waren het beu door hen uitgekleed te worden. Honderden sloten zich aan bij het rebellenleger. En doen dat nog. We zien twee vrachtwagens met jonge rekruten naar het front vertrekken.

Driehonderd kilometer verder in Komanda wachten zeven vrachtauto’s. Ze komen uit het gebied te noorden van Kisangani, waar het rebellenleger Isiro bevrijdde. Ze voeren palmolie aan. ’s Avonds rijden ze terug, beladen met vis, gevangen in het Albertmeer.

DE ZAKENLUI WACHTEN NIET

Binnen de bevrijde gebieden is de handel weer op gang gekomen. De vrachtauto’s kunnen ongestoord verder. Alleen kan de regen straks de wegen helemaal onbruikbaar maken.

Bunia, in het oosten, kende tot de bevrijding geen enkel conflict tussen de verschillende etnieën. In januari plunderden de soldaten van Mobutu de stad. Winkels werden opgeblazen of in brand gestoken. Alleen wat te zwaar was, bleef achter. Nu, enkele maanden later, zijn de goudzoekers van Mongwalu weer aan het werk getogen. De cafés zijn open en doen goede zaken.

Overal vertellen de mensen hetzelfde verhaal. De troepen van Mobutu zijn weg en dat is maar goed ook. Dat ze ooit zouden terugkomen, kunnen de mensen zich niet voorstellen. ?Als Mobutu terugkomt, krijgen we hem wel,? doen de inwoners van Kisimbiro strijdlustig. ?Ik had alleen een fiets. Die hebben de soldaten meegenomen,? zegt de onderwijzer verontwaardigd. Verwacht hij echt dat het met de rebellen beter zal gaan ? ?Als het God belieft,? luidt het twijfelende antwoord. De rebellen moeten toch eerst maar eens bewijzen dat ze anders zijn.

Buitenlanders en zakenmensen kunnen inmiddels zonder moeite het bevrijde gebied door- en uitreizen. Alleen een Belgische kok zit sinds begin maart in de gevangenis van Goma. Hij werd ervan beschuldigd de nieuwe gezagsdragers beledigd te hebben.

Toch is er voor iedereen een grens aan de vrijheid : satelliettelefoons werden in beslag genomen en sommige zakenlui namen dat niet. De Brusselaar Luc Stijns, directeur van Kimin, een bedrijf van het Belgisch-Canadese consortium Mindev, bijvoorbeeld. Hij baat in de Kilo-Moto een goudconcessie uit van tweeduizend vierkante kilometer. Tenslotte kreeg hij de toelating om met het buitenland te bellen, maar wel onder controle. Ook de Antwerpenaar Alain Goetz is gaan onderhandelen. Hij bekwam de toelating om goud aan te kopen. Begin maart had hij al veertig kilogram uitgevoerd. Vrijwel iedereen restauranthouders, hoteliers en transporteurs besloot met de rebellen mee te werken. De Alliantie is de gedoodverfde overwinnaar in deze vreemde oorlog : hele steden en gebieden vallen, zonder dat er echt gevochten wordt, in handen van de snel oprukkende rebellen.

De buitenlandse zakenlui hebben de boodschap van de Alliantie-minister van Financiën begrepen. Muwapanga Mwana Nanga heeft hen al laten weten dat wie ook na de oorlog nog zaken wil doen, niet moet wachten op de uitslag van de strijd. Die mededeling heeft Marc Van Neelissen, eigenaar van de luchtvaartmaatschappij Transports et Messageries du Kivu (TMK), goed begrepen. Hij bracht begin november zijn hele vloot in veiligheid op de luchthaven van het Oegandese Entebbe. En George Forrest, mede-eigenaar van een cementfabriek in Kalemie, in de provincie Shaba, liet zich al evenmin pramen.

DE NIEUWE VLAG WAPPERT OVERAL

Toch zijn de zakenlui best tevreden. De douanetaksen liggen 70 procent lager, dankzij financieminster Mwana Naga. Die beloofde ook om zeer binnenkort de ambtenaren te betalen. Iedereen is het erover eens dat de corruptie sterk verminderde. Voor elke betaalde belasting wordt een ontvangstbewijs afgeleverd. Wel beklagen sommige zakenlui Zaïrezen én buitenlanders zich erover dat de kosten voor de oorlog ongelijk verdeeld worden. Volgens hen gebeuren er wilde opeisingen en smokkelen militairen van de Alliantie koffie naar Rwanda. De rebellenleiders nemen die klachten ernstig. Zij organiseren een totaal nieuwe staat, zonder te wachten op de definitieve overwinning.

Officiële documenten dragen als briefhoofd Democratische Republiek van Kongo-Ex Zaïre. De nieuwe vlag zeven gouden sterren op een blauwe achtergrond wappert op alle officiële gebouwen. Er was zelfs even sprake van dat de Alliantie een eigen munt zou slaan. Maar de Kongolese frank is er niet gekomen, om elke verdenking van secessionisme te ontlopen. De nieuwe Zaïre blijft dus, alleen de hele grote coupures van tienduizend en vijfhonderdduizend worden niet gebruikt. Die werden in december 1996 door de regering van ex-premier Léon Kengo wa Dondo in zeven haasten op de markt gegooid en kregen even vlug de naam ?prostaatjes?. In de bevrijde gebieden is de gierende inflatie echter al bedwongen. Een dollar kost hier 90.000 NZ, in Kinshasa is dat meer dan 150.000 NZ.

Er heerst orde in het paradijs, en die wordt strikt geregeld. Er zijn weinig soldaten in de steden, maar alles wordt gecontroleerd door de Chembé Chembé, basiscellen, georganiseerd per wijk. Hun leden zijn hulpkrachten van de veiligheid en de administratie en dragen wapens.

De ambtenaren bleven ter plaatse, maar moeten verplicht een herscholingscursus volgen. Daar leren ze over het marxistische verleden van de Parti de la Révolution Populaire (PRP) van Laurent-Désiré Kabila, voorzitter van de Alliantie. Ze leren er de ?zeven fouten van de Simba-revolutie van 1964?, die niet herhaald mogen worden. Daaronder : tribalisme, bijgeloof en gebrek aan bewustwording van de massa. Uit overtuiging of uit eigenbelang volgen duizenden mensen die lessen, georganiseerd en gecontroleerd door de commissaris-generaal voor Informatie en Propaganda Raphaël Nghenda, lid van de PRP en hevig bewonderaar van de werken van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-Il. Zijn kaders volgen de ?bevrijders? letterlijk op de voet.

De pers van het nieuwe Kongo is nog niet bevrijd. Maar volgens de commissaris voor Informatie zullen er binnen zeer korte tijd onafhankelijke kranten verschijnen. Tot dan moeten de dissidenten enkel hun fouten toegeven. Begin maart werden in Goma via de Alliantie-radio om het half uur berichten omgeroepen voor de plaatselijke medewerkers van de Zaïrese Organisatie voor de Mensenrechten. Zij moeten duidelijk maken dat de hoofdzetel van de organisatie in Kinshasa leugens vertelt over de zogenaamde genocides die zouden plaats vinden. De verhalen komen van missionarissen en werden ook overgenomen door staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels (CVP). De informatiecommisaris bestempelt die beschuldigingen als ?intoxicatie? en ?verzinsels?.

DE GEHEIMZINNIGE DOOD VAN KISASE

Toch houdt een Hutupater uit Goma staande dat de nieuwe bewindvoerders de Hutu’s speciaal viseren. Op 25 oktober 1996 werden Hutupriesters vermoord en de ex-bisschop van Ruhengeri, Phocas Nikwigize, werd in november vlakbij de Rwandese grens ontvoerd. Op 9 januari zouden ?honderden? Hutu’s door soldaten van de Alliantie omgebracht zijn op de markt van Mugogo ; een wraakactie voor de moord op een aantal Tutsi’s.

In Goma vertellen ze weer andere verhalen. Er zouden zo’n zeventienduizend doden gevallen zijn bij ?intercommunautaire ruzies?. Daarbij zouden de Hutumilities van de Rwandese Interahamwe ware pogroms lanceren tegen de Tutsi, waarna de Mai-Maimilities en Tutsisoldaten wraak nemen.

Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen, noch de medewerkers van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), noch bisschop Faustin Ngabu van Goma geloven dat de nieuwe gezagsdragers van plan zijn om de Hutu’s systematisch uit te roeien. Om geruchten en leugens van elkaar te onderscheiden, zou er een onafhankelijke onderzoekscommissie moeten komen, zegt het UNHCR in Goma.

In elk geval is de chaos van Mobutu vervangen door een streng regime waarbij de bevolking in de pas loopt. De orde wordt gehandhaafd door de commissaris-generaal voor de Veiligheid Paul Kabongo, lid van de PRP. Hij gaat politiek niet akkoord met de ?liberalen?, waarvan financieminster Mwana Nanga het boegbeeld is.

Er lopen wel meer mogelijke breuklijnen door de Alliantie. Gevaarlijker dan ideologische twistpunten is de verzwegen rivaliteit. De kaders van de veschillende etnieën vinden dat de Banyamulenge proportioneel veel te veel invloed uitoefenen in het leger en de leiding van de Alliantie. ?Zonder ons waren de soldaten van Mobutu nog altijd ter plaatse,? repliceren de Banyamulenge.

De geheimzinnige dood van André Kisase Ngandu is hét onderwerp van gesprek in Goma. Dat is de schuld van de leiders van de Alliantie, die daarover altijd weer nieuwe versies de wereld instuurden.

Kisase leidde de Conseil National de la Résistance, een van de vier partijen die de Alliantie vormen en was de militaire chef van de opstand. Kabila zelf wist op 17 januari dat Kisase, een Tetela uit de Kasai (net zoals de allereersteZaïrese premier Patrice Lumumba), in een hinderlaag gevallen was en zwaar gewond in het ziekenhuis lag. Op 20 februari vertelde Gaëtan Kakudji, commissaris-generaal voor Buitenlandse Zaken, aan senator Anne-Marie Lizin dat de hinderlaag opgezet was door Mai-Mai. Die zouden het lijk meegenomen hebben. Dat leider Kabila, neef van Kakudji, vertelde dat Kisase in het ziekenhuis lag, moest de Alliantie de tijd geven om het lijk terug te vinden. Op 26 februari dan beweerde Deogratias Bugera, leider van de Alliance Démocratique des Peuples (ADF, nog een partij van de Alliantie en samengesteld uit Banyamulenge en Tutsi’s uit Noord-Kivu) dat Kisase op die 20ste februari nog leefde. Hij situeerde de overval in het nationaal park van de Virunga. De overvallers waren Rwandese Hutu-milities. Kisase bevond zich volgens hem in een ziekenhuis, maar de lokatie daarvan werd om veiligheidsredenen geheim gehouden. Op 10 maart meldde Kabila dat Kisase overleden was.

Al die vage en tegenstrijdige verklaringen voeden de geruchtentrommel in Goma. Kisase Ngandu zou vermoord zijn door een rivaliserende fractie, omdat hij een eind maakte aan de plundering van de goudmijnen in de Beni-streek en/of omdat hij de invloed van de Banyamulenge binnen de Alliantie wilde counteren.

Waar of niet, de geruchten verraden de angst dat de Tutsi’s een overdreven grote rol gaan spelen in het bevrijde Kongo. Net zoals de Ngbandi ten tijde van Mobutu. Een hoge ambtenaar afkomstig uit de Kasai zegt dat hij zich aansloot bij de Alliantie omdat er anders alleen maar Banyamulenge aan de macht waren.

Er is geen paradijs zonder slang.

François Misser

Laurent-Désiré Kabila : met vlag en wimpel.

De wegen rond Goma worden hersteld : dit heeft de doorsnee Zaïrees nog nooit meegemaakt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content