Wordt Tunesië de nieuwe bestemming voor Europese jihadi’s?

MONTASSER ALDE'EMEH: 'Het einde van de oorlog in Syrië zou slechts een klein stukje van het probleem oplossen.' © Reuters
Han Renard

Westerse jihadi’s trekken al lang niet meer alleen naar Syrië, zegt onderzoeker Montasser AlDe’emeh. Hij sprak via Twitter met een jonge Tunesiëstrijder.

Het vaak gebruikte begrip ‘Syriëstrijder’ schiet tekort, aldus Montasser AlDe’emeh van de Radboud Universiteit Nijmegen. Steeds meer jonge mannen gaan naar andere islamitische landen zoals Somalië, Egypte, Jemen of Tunesië om er gewapenderhand het kalifaat te helpen stichten, een kalifaat dat zich verder uitstrekt dan Syrië en Irak en een zo groot mogelijk islamitisch gebied omspant. ‘Het gaat vooral om gebieden die vroeger volledig onder moslimcontrole stonden. Daarbij mag je zelfs Spanje rekenen.’

De Tunesiëstrijder met wie AlDe’emeh converseerde, is een Nederlander met Tunesische roots. De man volgde naar eigen zeggen een opleiding pedagogie aan een Nederlandse hogeschool, maar voelde zich door de internationale context geroepen tot de gewapende strijd. ‘Het is de plicht van iedere moslim om te strijden op de weg van Allah’, aldus de jongeman. ‘Ik was een kalm iemand totdat ik de oemma (de wereldwijde moslimgemeenschap, nvdr) zag bloeden.’

De man besloot naar Tunesië te vertrekken om daar plaatselijke jihadisten bij te staan in hun strijd tegen de Tunesische overheid. Tunesië is dus niet alleen een belangrijke exporteur van Syriëstrijders – reeds 5500 Tunesiërs zijn naar Syrië vertrokken – maar importeert ook zelf buitenlandse jihadisten.

‘In Tunesië, vooral in de bergen, zijn heel wat jihadistische cellen actief die trouw hebben gezworen aan Abu Bakr al-Baghdadi, de leider van IS’, vertelt AlDe’emeh. In maart van dit jaar bleek in het Bardomuseum in de hoofdstad Tunis en in juni op het strand van Sousse tot wat lokale IS-aanhangers in staat zijn. Bij zware aanslagen gepleegd door moslimterroristen kwamen toen telkens tientallen toeristen om het leven. Als gevolg daarvan is de grotendeels op toerisme gestoelde Tunesische economie volledig ontwricht.

De Tunesische regering voert een harde strijd tegen de radicale islam, maar heeft weinig controle over het berggebied aan de grens met Algerije. AlDe’emeh zag tijdens een recent bezoek aan het land hoe het leger dagelijks de bergen bombardeert. ‘De bergen staan er letterlijk in vuur en vlam.’ Wat niet wegneemt dat ze een goed schuiloord vormen voor kleine groepjes terroristen die op eigen houtje opereren in afwachting van de komst van het kalifaat.

Het verbaast AlDe’emeh niet dat westerse jihadi’s niet langer alleen naar Syrië gaan, maar in heel het Midden-Oosten en stukken van Afrika actief worden. ‘Die jongens reizen naar de landen waar ze op grond van hun achtergrond het meest verwantschap mee hebben. Bovendien geloven jihadi’s helemaal niet in nationale staten. Zij strijden voor een grensoverschrijdend kalifaat waar moslims ongeacht hun nationale identiteit volgens de sharia kunnen leven.’

Een land als Marokko, met een goed functionerend, alomtegenwoordig politieapparaat en een stabiele monarchie, blijft voorlopig van zulke ongenode gasten gespaard. ‘Koning Mohammed VI was ook zo verstandig om in de nasleep van de Arabische revoluties islamitische politieke partijen toe te laten en zo wat druk van de ketel te halen. Marokkaanse jihadstrijders trekken daarom nog steeds naar Syrië en Irak.’

Maar de geografische uitzaaiing van buitenlandse jihadi’s maakt het fenomeen nóg moeilijker te bekampen. AlDe’emeh: ‘Stel, hoe onwaarschijnlijk ook, dat er morgen een oplossing voor de oorlog in Syrië wordt gevonden, dan nog heb je maar een heel klein stukje van het probleem opgelost.’

Han Renard

‘Zelfs Spanje maakt deel uit van het door jihadi’s beoogde kalifaat.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content