‘Winnen is toch het fijnste!’

Gilles Dupont © FRANKY VERDICKT

Van 14 tot 21 maart vinden in Abu Dhabi, in de Verenigde Arabische Emiraten, de Wereldspelen van de Special Olympics plaats. Veel disciplines op het toernooi zijn ‘unified’: atleten met en zonder verstandelijke beperking kampen er zij aan zij. België vaardigt 114 sporters af.

‘Hopelijk zien we prins Laurent’ Gilles Dupont – basketbal

‘Ik ben 1,90 meter en een driepunterspecialist. Op de Special Olympics spelen we in een unified ploeg die bestaat uit mensen met een handicap en mensen zonder. Mijn broers Robin en Floris, die geen handicap hebben, zitten ook in het team. We gaan ze daar in Abu Dhabi bewijzen hoe goed wij zijn. Hopelijk komen we met een medaille naar huis.

Mijn mooiste herinnering was de eerste keer dat ik samen met mijn broers speelde op een toernooi in Luik. De sfeer was zo lekker. Ik haalde mijn allerbeste niveau en we wonnen nog alle matchen ook! Je moet zorgen dat de teamsfeer goed zit. Samenspelen, elkaar helpen op het veld, niet te veel mekkeren en luisteren naar de coach: dan komt het allemaal in orde.

Ik heb autisme. Een basketbalzaal kan lawaaierig en druk zijn. Soms heb ik het daar moeilijk mee, soms niet. Het scheelt van dag tot dag. De Wereldspelen worden groots. Ik verwacht een enorm feest met veel spektakel. Hopelijk zien we prins Laurent: hij komt naar de openingsceremonie.’

‘Ik versta mijn partner zonder woorden’ Thibeau Bastien – zeilen

‘Ik zeil al zeven jaar met mijn sportpartner Matthias (zonder mentale beperking, nvdr.). In 2015 wonnen wij goud op de Wereldspelen in Los Angeles en we zouden graag onze titel verlengen. De leuze van de Special Olympics is ‘deelnemen is belangrijker dan winnen’, maar winnen is toch het fijnste, weet ik uit ervaring. (lacht) We worden ingedeeld in groepjes: de sterksten bij de sterksten en de minder sterken bij de minder sterken. De races zijn altijd spannend.

Zeilpartners moeten goed samenwerken en daar zijn wij ondertussen bedreven in. Als Matthias iets roept, voer ik dat direct uit, maar meestal hoeft hij het niet eens te zeggen. Wij verstaan elkaar zonder woorden. We trainen vier keer per week: tweemaal in de zeilboot en twee conditietrainingen. Dat is vooral lopen, om onze longinhoud te vergroten. Een zeiler kan niet zonder een stevige fysiek.

Op het water zitten ontspant mij. Het is hard werken, maar zo voelt het niet. In 2015 werd ik uitgeroepen tot zeiler van het jaar. Evi Van Acker was toen zeilster van het jaar. Die titel betekende een enorme erkenning.’

‘Goeie tips van Pieter Timmers’ Mieke De Mot – zwemmen

‘Ik draai al een tijdje mee en heb dankzij het zwemmen de wereld gezien: China, IJsland, Denemarken, Italië, Polen, Hongarije, Nieuw-Caledonië. Op de Wereldspelen zwem ik de 400 meter crawl, de 100 m rugslag en de estafette 4×25 m. Ik hoop op een gouden medaille en het liefst meer dan één. (lacht) Benieuwd wie de tegenstanders zijn, want er doen elk toernooi weer andere meisjes mee. Ik ben 34 en vroeger was ik sneller dan nu, toch doe ik nog altijd hard mijn best. Ik train vier keer per week, telkens zo’n vier kilometer. Dat is zwaar en natuurlijk ben ik het af en toe even beu, maar meestal ben ik blij dat ik kan gaan zwemmen.

In 2010 pakte ik op de Paralympics (Olympische Spelen voor mensen met een fysieke beperking, nvdr.) zilver op de 50 meter crawl: mijn strafste prestatie. Ik had nooit gedacht dat ik dat zou kunnen en winnen had er zelfs in gezeten: het scheelde maar een centimetertje. Een andere mooie sportherinnering is die keer dat ik estafette zwom met Pieter Timmers. Pieter is een toffe gast en hij heeft mij goeie tips gegeven: blijven denken aan de techniek, goed opwarmen en stretchen na de race.’

Thibeau Bastien
Thibeau Bastien© FRANKY VERDICKT
Mieke De Mot
Mieke De Mot© FRANKY VERDICKT
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content