Een van de wereldwonderen is aan het verdwijnen. De Grote Muur is niet langer bestand tegen de vernietigende kracht van de natuur en de economie.

Copyright Knack/ Newsweek. Vertaling en bewerking: Misjoe Verleyen en Ann Peuteman.

Over de Grote Muur doen veel verhalen de ronde. Mooie verhalen, al zijn ze allemaal overdreven of onjuist. Sommigen houden vol dat de Grote Muur er nu al tweeduizend jaar staat. Maar dat klopt niet. Al zijn bepaalde delen wel meer dan tweeduizend jaar oud. Eigenlijk is zelfs de term ‘Muur’ fout, want het gaat om verschillende versterkingen die op sommige plaatsen parallel of naast elkaar lopen.

De eerste delen werden gebouwd omstreeks 400 voor Christus. Om zich tegen binnenvallende vijanden te beschermen, bouwde China toen forten en muren op strategische plaatsen. Omstreeks 214 voor Christus werden stukken van die muren en forten hersteld en met elkaar verbonden. En onder de beroemde Ming-dynastie (1368-1644) werd de Grote Muur achttien keer herbouwd en versterkt.

De Chinezen noemen de Grote Muur de ‘Muur van tienduizend li’. Een li is 575 meter en dat zou de Grote Muur bijna zesduizend kilometer lang maken. In werkelijkheid is hij 6300 kilometer lang, al vormt hij geen aaneengesloten lijn.

En de laatste mythe: de muur is niet zichtbaar vanaf de maan. Erger nog, als er niet dringend ingegrepen wordt, is hij over afzienbare tijd zelfs op aarde niet meer te bewonderen. Want de Grote Muur is aan het verdwijnen. Hij weerstond oorlogen en vijandige invallen, maar wordt blijkbaar verslagen door de gebalde krachten van natuur en economie. Woestijnvorming, economische ontwikkeling en toeristen maken de Grote Muur langzaam maar zeker kapot.

De signalen zijn duidelijk. Het World Monuments Fund (WMF), een non-profitorganisatie uit New York, zette dit jaar de Grote Muur – maar vooral het ingewikkelde stelsel van versterkingen rond de Chinese hoofdstad Peking – op de lijst van de honderd meest bedreigde monumenten ter wereld. ‘Hoe bekender een monument is, hoe moeilijker het is om het op de lijst te krijgen’, zegt WMF-voorzitter Bonnie Burnham. ‘Iedereen is immers heel sceptisch. Bekende monumenten lijken het eeuwige leven te hebben.’

Maar de waarheid is simpel: de Grote Muur wordt bedreigd en het hele probleem is zo groot – letterlijk en figuurlijk – dat niemand goed weet waar te beginnen met de restauratie van wat experts ‘het grootste project ter bescherming van een culturele erfenis’ noemen.

In Peking hecht men veel belang aan dat project met het oog op de Olympische Spelen van 2008. China wil zich dan koste wat het kost van zijn beste kant laten zien. Alleen is de beste kant in China iets anders dan in het Westen. De Chinese regering vindt het modern om oude gebouwen neer te halen – hoe hoog hun culturele waarde ook is – en te vervangen door monsters van staal en beton.

EEN GOUDMIJN VAN STEEN

Twintig jaar geleden al lanceerde de toenmalige leider Deng Xiaoping een nationale campagne onder de slogan ‘Houd van uw land. Herbouw de Grote Muur’. Op dat ogenblik was, als we de Chinese pers mogen geloven, bijna tweederde van de Grote Muur niet meer dan een puinhoop. Gevolg van eeuwen vol conflicten en oorlogen, slecht weer en uiteraard ‘dankzij’ de boeren uit de buurt die maar wat graag stenen van de Grote Muur gebruikten om hun huizen en varkensstallen te bouwen. De heropbouw startte, maar op veel plaatsen ging het gewoon van kwaad tot erger.

Het eerste deel dat gerestaureerd werd, was in Badaling, in de heuvels zo’n 75 kilometer ten noordwesten van Peking. In 1979 was Badaling een afgelegen oord, vandaag is het een populair toeristisch centrum, deels themapark, deels kermis en deels shopping center. Alles wordt uitgebaat door een op de beurs van Hongkong genoteerd bedrijf. Het is een bekende plek omdat bezoekende vips er meestal worden gefotografeerd.

Vlakbij de Grote Muur staan toeristenbussen, kraampjes waar T-shirts, filmrolletjes, frisdranken en souvenirs te koop zijn en de onvermijdelijke fastfoodrestaurants die uit de Verenigde Staten zijn overgewaaid. Wie iets van de Muur wil zien, kan beter heel vroeg op de dag vertrekken. Want vanaf een uur of negen wordt de Muur in Badaling overspoeld door horden Chinese gezinnen op uitstap, die hijgend tot het hoogste punt klimmen, bovenop de wallen gaan staan, in het wilde weg flitsen met hun camera’s en niet veel meer zien dan de hoofden van de andere dagjesmensen. Her en der stapt meestal ook een moedige westerling tussen de massa. Die wordt dan geregeld aangeklampt door Chinese toeristen die hun kroost graag willen fotograferen in het gezelschap van zo’n westerse rariteit.

Elke dag stappen dus honderden voeten in zware laarzen, naaldhakken of gympen over de eeuwenoude muur. Ze laten er verpakkingen, vuile luiers, zakdoekjes en ander afval achter en proberen toch één steentje van de Muur als souvenir mee naar huis te nemen. Historici en archeologen mogen dat betreuren. De autoriteiten in Peking zien dat anders. Badaling is een goudmijntje. En daar wilden de bazen in Peking er graag meer van.

Dus werd een ander deel van de Grote Muur gerestaureerd: Mutianyu, 97 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad. Een kabelbaan brengt de toeristen tot op de hoge Muur. Ze kunnen weer naar beneden glijden via tobogans. Pret voor iedereen, afgrijzen bij serieuze mensen die cultuur verkiezen boven een Disney-achtig pretpark. Maar wie houdt de moderne tijd, zoals die in China wordt beleefd, tegen?

Meer dan driehonderd kilometer van Peking ligt Shanhaiguan aan de Bohai Zee. Daar vinden we het meest oostelijke deel van de Grote Muur. Of tenminste, een reconstructie ervan. Want de echte ‘Kop van de Draak’ werd in 1900 door Europese soldaten vernietigd. Niet voor niets stond en staat Shanhaiguan bekend als de ‘Sleutel tot de hoofdstad’.

Toeristen kunnen nog enkele fragmenten van de oude fundamenten zien. Die staan onder verweerde glaskoepels om de fragiele stenen tegen weer en wind te beschermen. Vlakbij worden bezoekers bestormd door agressieve verkopers van prullaria, door fotografen die hun foto willen nemen verkleed als Chinese keizer of moderne Chinese generaal. En verder kun je er een ritje maken met de ‘Drakenboot’, een schommelboot die heen en weer wiegt tot de gillende opvarenden met hun hoofd naar beneden hangen.

Toerisme van dat soort is niet de enige bedreiging voor de Grote Muur. Het allerergste is de onverschilligheid van de omwonenden voor hun eigen culturele erfgoed. Doodarme mensen die weten dat toeristen graag naar de Grote Muur komen, pikken hun eigen graantje mee. Ambtenaren uit de streek zijn – mits betaling – best bereid een oogje dicht te knijpen als de plaatselijke bevolking de wetten overtreedt die het monument moeten beschermen.

Er zijn wetten, maar veel hebben die niet uitgehaald. Het grootste deel van de Muur bestaat uit ‘wilde overblijfselen’ zoals de restaurateurs dat noemen. De statige resten van de Grote Muur in de diepe valleien of op de hoge heuvels getuigen nog altijd van de oude keizerlijke pracht en macht, zelfs al zijn de stenen kapot en zijn hele stukken van de Muur half overgroeid.

FEEST IN DE TOREN

Nog steeds worden fietsers of wandelaars aangetrokken door de hoge versterkingswallen en de weidse uitzichten. Ook al lopen ze veel kans om vooral overal achtergelaten vuil en graffiti te zien en in door de lokale boeren opgezette toeristenvallen te tuimelen. Zo is er de vervallen wachttoren van het dorp Huan- huacheng, ongeveer 64 kilometer ten noorden van Peking. De wachttoren is zo’n vijfhonderd jaar oud en maakt deel uit van de versterkingen die de hoofdstad moesten beschermen. Nu is er een stalletje met frisdranken in opgetrokken.

Onlangs hielden dorpelingen nog een feestje op de toren. Ze staken vuurwerk af en gilden en dansten. Jammer genoeg staken ze daarbij wel een deel van de wachttoren in brand. Het droge gras dat op en rond de toren groeit, lag te smeulen. Het werd enthousiast uitgestampt.

Een beetje verder verkopen boeren tickets, wat verboden is, en kunnen toeristen via ladders wel op delen van de vervallen Muur klimmen. Mooie foto’s, dat wel. Maar de schade is op termijn behoorlijk groot. Geen mens die zich daar iets van aantrekt. Een van de boeren heeft zelfs een huisje gemaakt in een van de wachttorens. En bij een huis hoort een stevige moderne en foeilelijke ijzeren deur.

Huanhuacheng ligt te dicht bij Peking om echt helemaal kapotgemaakt te worden. Hoe verder de toeristen trekken, hoe erger het wordt. En daar heeft de regering mee schuld aan. Maar ver van de spiedende ogen van Peking is vooruitgang het enige wat telt. Drie jaar geleden werd in Binnen-Mongolië een deel van de Grote Muur gewoon afgebroken om een weg te kunnen aanleggen. De ambtenaren van het lokale culturele bureau probeerden dat te verhinderen, maar het veel machtiger departement voor Openbare Werken, dat de Grote Muur trouwens beheert, stuurde hen gewoon weg. Autoweg 110 die Oost-China met Tibet verbindt, kreeg voorrang op een monument dat in die streek meer dan 2200 jaar oud is.

Gezien het hevige protest van de culturele sectie werd een compromis bereikt. Een korte opgraving op de plek bracht oude muntstukken op, wellicht nagelaten door soldaten die zo’n tweeduizend jaar geleden vlakbij de Grote Muur hun kamp opsloegen.

In het westen is een vijand aan het werk waar zelfs de mach- tigen van de Chinese regering niet tegenop kunnen. Grote de- len van de oude Muur worden bedreigd door de steeds verder oprukkende Gobi-woestijn. Het verschroeide braakliggende land neemt grote delen van Noord-China in, een gevolg van tientallen jaren van overbegrazing, verkeerd landgebruik en het dalende peil van het grondwater. Er is meer. Tijdens de Mingdynastie werd met steen gebouwd. Hier, in het oudste deel, werd gebruik gemaakt van aangestampte aarde en klei. Dat materiaal erodeert snel na eeuwen wind, zandstormen en overstromingen.

De Grote Muur moet hersteld worden, daar zijn de gezagsdragers het ondertussen over eens. Alleen weet niemand goed hoe te beginnen. Peking heeft een aantal wetten en decreten uitgevaardigd om de 640 kilometer waarover het rechtstreeks zeggenschap heeft te beschermen. Maar niemand controleert of de wetten worden toegepast.

Zo is er een verbod om binnen een zone van tweehonderd meter aan beide zijden van de Grote Muur commerciële activiteiten uit te oefenen. Maar ondernemende bedrijven hebben in Huanhuacheng verschillende restaurants en een modern hotel opgetrokken en pootten een gsm-zendmast boven op een oude wachttoren. Wat doet Peking? Nieuwe wetten uitvaardigen.

Sommige problemen hebben niet eens te maken met slecht gecontroleerde wetten en moderne technologie. Een van de oudste delen ligt in de Gansu-provincie in Yumenguan. De 46 meter lange en 3,6 meter brede strook ligt vlak bij het westelijke laatste deel van de Grote Muur. De ‘staart van de draak’ is oorspronkelijk gemaakt van gestampte aarde, een mengsel van klei, stro, tamarisk, eierdooiers en rijst. De constructie valt langzaam uit elkaar en niemand weet hoe ze gerestaureerd moet worden. Want niemand weet hoe het bouwmateriaal in die tijd werd vervaardigd. De techniek raakte in de vergetelheid en de Grote Muur vervalt verder.

VOOR DE EEUWIGHEID

Er zijn nochtans pogingen ondernomen om stukken te redden. Vlakbij ligt het 630 jaar oude fort van Jiayuguan. Wie een bezoek brengt, ziet het fort tegen de met sneeuw bedekte Qilian-keten oprijzen als een fata morgana. De conservatoren dachten dat ze wisten hoe de wegbrokkelende muren te versterken voor de eeuwigheid. Dus gebruikten ze cement want ‘moderne materialen moeten beter zijn dan de oude’, luidt het verontschuldigend. Maar dat moderne materiaal bleek veel zwaarder dan het oorspronkelijke en het herstelde deel stuikte gewoon in elkaar. Nu is dat stuk behangen met slingers kerstlichtjes. Een schamele poging om de aandacht van toeristen af te leiden.

Maar ondanks alles willen experts de ‘wilde overblijfselen’ redden. De ‘International Friends of the Great Wall’ met zetel in Hongkong fungeert daarbij als pressiegroep. Ze werd opgericht door de Brit William Lindesay. Die werd verliefd op de Grote Muur toen hij vijftien jaar geleden vierduizend kilometer van de Grote Muur bezocht. Hij kreeg daarbij te maken met boze boeren, viel zwaar ziek en werd uiteindelijk zelfs gedeporteerd door de Chinese autoriteiten. Hij is nu voorzitter van de International Friends en gebruikt hun fondsen om met grote regelmaat schoonmaakacties te organiseren en educatieve campagnes te lanceren. Begin augustus 2002 tekende hij een verdrag met Unesco, de culturele organisatie van de Verenigde Naties, en de staatsdiensten van Peking om de wilde Grote Muur en de natuurlijke omgeving ervan te beschermen. Als hij erin slaagt om bepaalde stukken volledig te beschermen, zullen lokale autoriteiten eindelijk inzien dat de Grote Muur niet zomaar een bouwwerk is, maar een uniek landschap, dat bedachtzaam onderhoud en beheer vraagt.

Dat hoopt hij tenminste. Want het zal niet gemakkelijk zijn. De meeste Chinezen zien de Grote Muur alleen als een grote toeristenval en dan is er nog de erfenis van decennialange propaganda. Het communistische regime wilde best de eer opstrijken van de Chinese inventiviteit die dit monument opleverde, maar bleef tegelijk herhalen dat de Grote Muur synoniem is voor feodale onderdrukking. Volgens de traditie stierven tienduizenden mensen toen de eerste keizer, de tiran Qin Shihuang, de Grote Muur liet bouwen als een barricade tegen de barbaren van wat vandaag Noord-China is. Zijn tirannie werd door sommigen vergeleken met de dictatuur onder Mao Zedong. Anderen kennen van de hele geschiedenis niets meer dan het traditionele volksverhaal over de mooie Meng Chiang. Zij was een vrouw uit de Han-dynastie. Haar man werkte aan de Grote Muur en stierf van uitputting. Hij werd in de Grote Muur ingemetseld. Toen de jonge vrouw hoorde dat hij dood was, weende ze zo lang dat het bewuste deel van de Grote Muur instortte en ze zijn beenderen een fatsoenlijke begrafenis kon geven.

De groep die de Grote Muur wil restaureren, hoopt dat de jonge Chinezen van hun nationale monument gaan houden. Tenslotte is er weinig dat westerlingen zo bewonderen als de Grote Muur. China doet altijd weer of het onverschillig is voor wat vreemdelingen denken en voelen. Hun oude keizers bouwden de Grote Muur om de barbaren buiten te houden. Het plan werkte niet. De Grote Muur overleefde de invallen, maar hield de vreemde soldaten niet tegen. Gedurende eeuwen stortten vreemde volkeren zich tegen en over de Grote Muur. Vandaag zijn ze er weer de vreemdelingen; nu om het monument te bewonderen. Ze betalen veel om naar China te komen en de Grote Muur te bezoeken. Misschien helpt dat China te overtuigen dat de Grote Muur het waard is om te blijven staan.

Melinda Liu

Drie jaar geleden werd in Binnen-Mongolië een deel van de Grote Muur gewoon afgebroken om een weg te kunnen aanleggen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content