De wind rammelt aan de kapotte rolluiken. Ik zit met mijn notities op mijn bed. Ik lees een zin voor de tweede keer. En nog eens. De woorden van een Belgische strijder met een bomgordel om deden mijn hele wereld op haar grondvesten daveren. ‘Ik ben bereid om mezelf op te blazen’, zei hij. In tegenstelling tot de vastberaden jonge strijder realiseer ik me dat ik niet in staat ben om mezelf tot ontploffing te brengen. Diep vanbinnen ben ik op zoek naar de reden waarom iemand die geboren en getogen is in het Westen gaat vechten in Syrië of Irak.

Bij mijn aankomst in Syrië kreeg ik een kamer toegewezen, waar ik mijn toevlucht kon nemen en uitrusten. Een mand vol fruit, smeerkaas van La vache qui rit, een pot aardbeienconfituur, dadels en Pringles-chips werden op de tafel naast mijn bed gezet. Vooral het fruit in Syrië smaakt heerlijk zoet. De vlag van het aan Al-Qaeda gelieerde Al-Nusra Front wappert in de kamer. Kijkend naar de wapperende vlag besluit ik op te staan en het raam te sluiten.

Ik keek even uit het raam. Waart de ziel van Osama Bin Laden in Syrië rond, in de vorm van het Al-Nusra Front? Toen ik op het punt stond om het raam te sluiten, sloegen twee raketten in op enkele kilometers van de plaats waar ik stond. Voor het eerst in mijn leven had ik het gevoel onder vuur te liggen.

Trouw aan kalief al-Baghdadi

Ik verblijf sinds enkele dagen in een huis waar Belgische strijders wonen. De Belgische moslimjongeren in Syrië vechten bij Islamitische Staat (IS) of het Al-Nusra Front (JN). IS-strijders bestrijden niet alleen de troepen van de Iraakse premier Nouri al-Maliki in Irak en het regeringsleger van de Syrische president Bashar al-Assad, maar ook de andere rebellen. Ze hebben het kalifaat uitgeroepen en zijn van mening dat alle andere rebellen de eed van trouw aan Abu Bakr al-Baghdadi, de nieuwe kalief moeten zweren. Wie dat niet doet, wordt gezien als een obstakel en moet bestreden worden.

Het Al-Nusra Front werkt wel samen met de andere rebellengroepen. De organisatie wil eerst Assad afzetten. De Belgische jongeren die ik ontmoet heb, vechten bij Al-Nusra. Deze militie bestaat voornamelijk uit Syriërs die de ‘Ansar’ (helpers) worden genoemd. De buitenlandse strijders zijn de Muhajirin (immigranten). De samenwerking tussen de Syriërs en de Belgen teneinde het regime van president Assad omver te werpen, verloopt erg goed. Dat de interactie met de plaatselijke bevolking uitstekend verloopt, blijkt uit het feit dat de Belgische jongeren een aardig mondje Levantijns-Arabisch (Syrisch) spreken. ‘We beseffen dat het noodzakelijk is om de harten van de Syriërs te winnen. Geslotenheid kweekt immers onwetendheid, angst en onbegrip.’

Ik liep vandaag door de drukke markt van een Syrisch stadje dat deed denken aan een filmlocatie. Ik was onder de indruk van de vernielde gebouwen en de kapotte ruiten. De muren droegen de littekens van raketinslagen. In april van dit jaar sloeg een raket in. Tientallen mensen sneuvelden. Een man vertelt me het verhaal van zijn zoon. ‘Op deze plaats verloor ik mijn 15-jarige zoon. De Syrische president Assad reageert zich af op ons. Op de burgers, de onschuldigen, de vrouwen en de kinderen. Moge God de rebellen de overwinning bezorgen.’ Ook de Belgische strijders waardeert hij. ‘Zij komen ons tenminste helpen. Zelfs Israël is barmhartiger dan Assad.’

Een Belgische strijder was met mij op pad gegaan om levensmiddelen te kopen. Dat de overgrote meerderheid van de Belgische strijders van Marokkaanse afkomst is, brengt een nadeel met zich mee: de Marokkaanse keuken is lekker en de strijders hier lusten het eten over het algemeen niet. ‘Ik mis vooral de gerechten van mijn moeder’, aldus een Belgische strijder.

Onderweg passeren we een veroverde militaire basis. ‘Er is altijd een kans dat we door een raket van een gevechtsvliegtuig geraakt worden. Wanneer we gaan slapen, beseffen we dat het misschien de laatste keer is. Toch boezemt de dood ons geen angst in. Het martelaarschap verkrijgen is niet voor iedereen weggelegd. Ook overdag zijn we klaar voor de dood. We keren misschien niet terug naar huis. Eigenlijk zijn wij de meest nobele strijders, want in tegenstelling tot andere soldaten die er alles zullen aan doen om terug te keren, dagen wij de dood uit.’

Niet alleen breaking news is prioriteit op Knack.be. In lijn met de filosofie die Knack-magazine al meer dan 40 jaar kenmerkt, is ook de vraag waarom het nieuws is gebeurd van het grootste belang. Daarom maken we ruimte voor reeksen die dieper graven. Zoals het dagboek van jihad-expert Montasser AlDe’emeh bij de Belgische Syriëstrijders. Een reeks die sommigen deed vragen of we niet te veel forum gaven aan ‘gevaarlijke gekken’. Maar het is de plicht van de vierde macht om te tonen wat leeft in de wereld, en in welke wereld sommigen onder ons leven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content