In 2003 botste wapeninspecteur Hans Blix frontaal met George W. Bush over Irak. Hoe kijkt hij nu naar het conflict over het nucleaire programma van Iran? En wat is er met de komst van Barack Obama veranderd? ‘Er zijn grenzen aan wat de president kan doen.’

Dat zoiets ook echt gebeurt. Hans Blix, voormalig wapeninspecteur van de Verenigde Naties, hield vorige week in Brussel een lezing voor het European Policy Center, een internationale denktank in Brussel. Blix zit het programma Europe in the World van de organisatie voor. Toen hij na afloop een taxi nam naar zijn hotel werd hij door zijn Arabische taxichauffeur herkend. Die weigerde prompt om voor de rit te worden betaald. Blix kantte zich destijds tegen de oorlog in Irak, omdat die onder valse voorwendsels werd gevoerd: Saddam Hoessein was een gruwelijke dictator, maar hij had geen massavernietigingswapens.

De Zweed is de 80 voorbij, maar hij blijft zijn boodschap verkondigen waar hij dat maar kan. ‘Ik blijf bezig zolang iemand bereid is om te luisteren’, zegt hij. ‘Ontwapening staat nu in de schaduw van het klimaatprobleem en de financiële crisis, maar komt snel weer op de agenda. De Amerikaanse president Barack Obama neemt alvast een andere houding aan dan George W. Bush. De Amerikanen en de Russen onderhandelen over een nieuw verdrag dat in de plaats moet komen van het Startverdrag, dat op 5 december afloopt en dat het aantal strategische kernwapens wil verminderen. Ik heb de indruk dat de politieke leiders eruit zijn. De vraag is hoe de Russische militairen zullen reageren. Obama nam een belangrijk obstakel weg door het plan om in Polen en Tsjechië een raketscherm te bouwen op te doeken. Vorig jaar was, vooral op aansturen van de Euro- peanen, al beslist dat Oekraïne en Geor- gië niet meteen lid worden van de NAVO.’

‘Daarmee neemt de kans toe dat de Russen meestappen in het verhaal over ontwapening. Er wordt stevig onderhandeld, het is ook een complexe materie. Ik denk dat er een soort overbruggingsakkoord komt, zodanig dat de wederzijdse controles niet wegvallen. Ze willen toch alles met hun eigen ogen zien. Als ze het eens worden over een tijdelijk akkoord, volgt de rest daarna geleidelijk vanzelf.’

Barack Obama stelde Iran een gesprek voor over zijn nucleaire programma. Maar tot een echte dialoog kwam het alsnog niet.

HansBlix: Ook die situatie is ingewikkeld. Ze werd er niet eenvoudiger op met de verdeeldheid in Iran na de verkiezingen. Wij hadden de indruk dat president Mahmoud Ahmadinejad tamelijk positief stond tegenover het beperkte akkoord dat in de schoot van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) werd onderhandeld. Dat Iran een bepaald percentage van zijn laag verrijkte uranium naar Frankrijk zou sturen, om het hoger verrijkt terug te krijgen als brandstof voor de aanmaak van radio-isotopen voor medisch gebruik. Meer gematigde krachten in het land hebben zich daartegen verzet. Zij vreesden dat een akkoord een overwinning voor Ahma- dinejad zou betekenen.

Wat is er met Obama ten gronde veranderd?

Blix: Er is in Genève gepraat. Bush wou in geen geval met Iran aan tafel. Zelfs de VN Veiligheidsraad stelde als voorwaarde voor een gesprek dat Iran eerst het verrijkingsproces zou stopzetten. Maar je kunt toch niet verwachten dat het land zijn troefkaart weggooit voor de onderhandelingen beginnen? Dat deed het dus ook niet. De verdienste van Obama is dat hij Iran uit de hoek heeft gehaald waarin het door Bush was geduwd.

Maakt diplomatie echt een kans?

Blix: De haviken zeggen dat diplomatie niet werkt. Terwijl er toch wat redelijke voorstellen op tafel liggen. De Europeanen boden onder meer aan om Iran te helpen lid te worden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Ze willen ook helpen bij de uitbouw van een civiele nucleaire sector. Wat opvalt, is dat de Verenigde Staten Iran alsnog niet evenveel hebben geboden als Noord-Korea. In geval van een nucleair akkoord boden ze Noord-Korea hulp aan tegen elke aanval van buitenaf. Pyongyang zou ook uit zijn isolement worden gehaald. Het zou diplomaten kunnen uitwisselen met de VS en met Japan. Als de haviken nu zeggen dat het diplomatieke verhaal in het geval van Iran ten einde is, dan klopt dat niet. Washington heeft nog wat kaarten achter de hand. Maar de haviken zitten te springen om nieuwe sancties. En de media zien dat ook graag, want daar zit meer actie en drama in.

Maar helpen sancties een oplossing van het probleem vooruit?

Blix: Het is mogelijk om de druk op te voeren. Militaire actie is voor iedereen uitgesloten, behalve voor Israël. Je weet daarmee wel wanneer je begint, maar je weet nooit hoe het eindigt. Kijk naar Irak. Er komen in zo’n geval zeker represailles. Dat zie je nu al aan de lichaamstaal van de opponenten, Iran en Israël, die elkaar met militaire manoeuvres om de oren slaan. Als Iran wordt aangevallen en het land had nog niet beslist om kernwapens te maken, dan zal het dat daarna zeker doen.

U stond aan het hoofd van de wapen- inspecteurs voor de oorlog met Irak begon. Welke lessen trekt u uit wat er toen is gebeurd?

Blix: Irak was toch anders. Het had om te beginnen geen nucleair programma. Die oorlog verloste de wereld van Saddam Hoessein, maar verder was het een complete catastrofe. Eerst moesten er wapens voor massavernietiging worden gevonden. Die waren er niet. Vervolgens zou Al-Qaeda in Irak worden opgespoord. Maar die organisatie dook pas in het land op toen de oorlog al was begonnen. Daarna moest Irak een democratisch model worden voor het hele Midden-Oosten. Het kreeg alleen anarchie.

Iran heeft wél een nucleair programma. Het ontkent dat het een kernwapen wil maken. Wij weten het niet. Ik denk dat het al in de jaren tachtig in de richting van atoomenergie is beginnen te denken. U weet dat Israël in 1981 de reactor van Osirak in Irak bombardeerde. Wellicht werd Teheran tijdens de oorlog met Irak in de jaren tachtig bang dat Saddam toch aan een kernbom werkte. Dat de Iraniërs in de voorbije 25 jaar niet verder zijn opgeschoten, toont volgens mij aan dat ze er de hele tijd toch ambivalente gevoelens bij hadden.

Is er een alternatief voor sancties, als het niet tot een gesprek komt?

Blix: Een mogelijkheid is om de discussie te verbreden. Om met Afghanistan, de Hezbollah, Gaza andere kaarten op tafel te leggen, zodat er meer kansen zijn om tot een akkoord te komen. Ik heb zelf ooit voorgesteld om in het Midden-Oosten een kernwapenvrije zone in te stellen. Maar daaraan doen de Israëli’s al zeker niet mee. Zeker niet met de huidige regering in Jeruzalem. Ze voelen zich te goed, als enige land in de regio dat over een kernwapen beschikt. De overeenkomst waarover nu wordt gepraat, met een verdere verrijking van Iraanse brandstof in het buitenland, gaat overigens maar over een deel van het probleem. Dat ze het daarover niet eens worden, toont aan dat er geen vertrouwen is. Mohammed El-Baradei, directeur-generaal van het IAEA, stelde voor om niet Rusland of Frankrijk maar Turkije in te schakelen als tussenpersoon. Dat is een heel redelijk voorstel. Tenzij er natuurlijk in Iran groepen zijn die er baat bij hebben dat het conflict voortduurt.

Moet Iran zich eigenlijk nog bedreigd voelen door buurlanden, die wel over een kernwapen beschikken?

Blix: Zijn echte buren vormen geen bedreiging – Irak vandaag, Afghanistan, Turkije, Rusland. Landen zoals India en Pakistan hebben een kernwapen, maar liggen al wat verder weg. Met de Israëli’s en de Amerikanen moeten ze wel rekening houden. Wij begrijpen in Europa onvoldoende hoe agressief de relaties tussen de VS en Iran nog altijd zijn. De bezetting van de Amerikaanse ambassade in 1979 speelt nog altijd. Nog onder de vorige Amerikaanse president trok het Congres geld uit om gezagsondermijnende acties in Iran te financieren. Wij geloven misschien dat de VS niets zal doen, maar in Iran zijn ze daar niet van overtuigd.

Het water is nog te diep?

Blix: Daar lijkt het op. Er zijn ook grenzen aan wat Obama kan doen. Zeker als het over Iran gaat, spreken de haviken in Amerika nog hun woord mee. Hij moet ook rekening houden met de sterke pro-Israëlische lobby in Washington.

Hoe ernstig moeten de Israëlische dreige- menten eigenlijk worden genomen?

Blix: Israël heeft, voor zover mij bekend, niet de gewoonte om loze dreigementen rond te strooien. De vraag is of het een operatie van deze omvang aankan zonder Amerikaanse hulp. Ik hoop in ieder geval dat het de installaties in Bushehr met rust laat. Vanuit het standpunt van de proliferatie zijn die ongevaarlijk. Ze zijn van hetzelfde type als degene die de VS in Noord-Korea wilden neerzetten. Het is onder de conventies van Genève ook verboden om civiele nucleaire installaties aan te vallen. Dat zou een verschrikkelijk voorbeeld zijn.

Hoe moet de uitspraak van Barack Obama worden opgevat, dat hij voorstander is van een kernwapenvrije wereld?

Blix: Obama is niet zo radicaal als sommigen graag zouden willen. Hij probeert de draad op te rapen waar George Bush sr. hem in het begin van de jaren negentig liet vallen. Obama is zeker geen voorstander van een unilaterale ontwapening – dat zou pas een drastische beslissing zijn. Hij probeert bijvoorbeeld het Amerikaanse parlement het Kernstopverdrag te laten ratificeren, dat alle proeven met kernwapens verbiedt, maar of dat lukt, is niet zeker. Hij heeft daarvoor in de Senaat een tweederdemeerderheid nodig, en die 66 stemmen heeft hij nog niet.

Hij zei tijdens zijn toespraak tot de Arabische wereld in Caïro iets interessants. Hij zei dat geen enkel land het recht heeft om te bepalen wie er over kernwapens mag beschikken en wie niet. De stelling van de vorige Amerikaanse regering was dat Wash- ington wel zou uitmaken wie daarvoor in aanmerking kwam. De VS zelf uiteraard, en Israël en India konden er ook mee door. Maar Noord-Korea en Iran zeker niet. Die politiek van twee maten en twee gewichten zorgde voor veel woede in de wereld.

In hoeverre gelooft die wereld na Bush nog wat een Amerikaanse president zegt?

Blix: Het debat in de VS begon met een artikel in The Wall Street Journal in 2007 van oudgedienden van de Amerikaanse buitenlandse politiek, zoals Henry Kissinger, George Schulz en Sam Nunn. Zij stelden dat ook Amerika moet beseffen dat de Koude Oorlog voorbij is. De politiek van nucleaire afschrikking, die toen nodig was, is dat nu niet meer. Dat de VS toch een sterke nucleaire afschrikkingsmacht aanhouden, zet landen zoals Iran ertoe aan om zelf ook aan een bom te werken. De VS zouden dus met Rusland en China gesprekken moeten beginnen over afbouw. Obama stond tijdens zijn verkiezingscampagne al op dat standpunt. Zijn grootste probleem is zijn eigen parlement. Dat is veel havikachtiger dan de Amerikaanse bevolking. Hij moet er dus eerst voor zorgen dat hij het Kernstopverdrag door de Senaat krijgt. Dat is de eerste horde die hij moet nemen. Vervolgens zou het goed zijn dat Rusland een beetje meewil. Europa speelt in dat debat helaas geen rol.

In de aanloop naar de oorlog in Irak werden het IAEA en de wapeninspecteurs ongewild in een politieke rol geduwd. Was dat een gelukkige ontwikkeling?

Blix: Dat hangt ervan af wat u een politieke rol noemt. Onze rapporten aan de Veiligheidsraad waren indertijd uitermate technisch. Ik vroeg dat de inspecteurs meer tijd zouden krijgen om hun werk te doen. Mohammed El-Baradei zei dat de inspecties een investering zijn in vrede. Hij pleit er sinds Irak ook voor dat landen niet tegelijk beschikken over capaciteit om te verrijken en op te werken. Dat vergroot de risico’s. Maar is dat politiek? De vraag is hoever iemand zoals de secretaris-generaal van de VN of de directeur-generaal van de IAEA kan gaan.

Of mag gaan.

Blix: Als je in de tijd van George W. Bush niet voor de volle 100 procent achter Washington stond, werd je zonder meer als een vijand beschouwd. Ambassadeur bij de VN John Bolton, een harde neoconservatief, vond ons net goed genoeg om de potloden klaar te leggen op de vergadertafels. Maar dat is niet wat het publiek verwacht. Het publiek verwacht van iemand zoals Mohammed El-Baradei een onafhankelijk standpunt. Het verwacht dat problemen niet uitsluitend door een Amerikaanse, Russische of Iraanse bril worden bekeken. Wijsheid is dus dat zo iemand bij gelegenheid een bijdrage levert. Met gepaste terughoudendheid – maar toch.

MET DANK AAN HET EUROPEAN POLICY CENTER. http://www.epc.eu.

DOOR HUBERT VAN HUMBEECK

‘Als Iran wordt aangevallen en het land had nog niet beslist om kernwapens te maken, dan zal het dat daarna zeker doen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content