Met Luc Cortebeeck als voorzitter blijft het ACV de koers van Willy Peirens getrouw: een vakvereniging, onafhankelijk van de politieke partijen. Het maakt voor het ACV dus niets uit wie in meerderheid of oppositie zit. Het maakt wel uit wat regering of partijen doen.

Als er één organisatie de naam “Huis van Vertrouwen” verdient, dan wel de christelijke arbeidersbeweging ACW en haar vakbond ACV. Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft dat ACV amper vier voorzitters gekend. Het zijn namen als klokken, mannen die in hun tijd een stevige stempel drukten op het sociaal-economisch beleid in België en Vlaanderen: Gust Cool, Jef Houthuys, Willy Peirens, en sinds 1 september Luc Cortebeeck. Het gewicht van die geschiedenis ervaart de laatste en jongste in die rij niet als een last. Al moet Luc Cortebeeck zijn ACV laten wegen op het beleid in een politieke omgeving die alleen Gust Cool ooit heeft gekend: met de CVP op de oppositie-banken. Maar de nieuwe voorzitter ziet niet in waarom dit nog een probleem zou moeten zijn.

Luc Cortebeeck: Al lang voor de verkiezingen had het ACV zich goed voorbereid op zo’n coalitiewissel. Alleen blinden konden de maatschappelijke tendensen negeren dat het ooit tot zo’n wissel zou moeten komen. Dit heeft ons niet verrast.

Wij lezen sociologische en politologische studies over maatschappelijke veranderingen, we weten beter dan wie ook hoe veelkleurig onze eigen leden zijn, we zien ten slotte dat de partijen zich anders gedragen dan vroeger. Binnen het ACV en het ACW zijn we niet vergeten dat Johan Van Hecke, als CVP-voorzitter, in duidelijke bewoordingen afstand heeft genomen van de christelijke arbeidersbeweging. Dat we daarop hebben moeten reageren op een Rerum Novarum-viering: ACW-voorzitter Theo Rombouts, Willy Peirens, ikzelf ook. Goed, zijn opvolger heeft dat niet meer zo expliciet herhaald, maar we wisten wel waar we aan toe waren. Toen al hebben wij beslist dat we kunnen praten met andere partijen die ons programma mee willen ondersteunen, of segmenten daarvan.

Op het laatste ACW-congres, dat er toch vooral door onze impuls is gekomen, is uitdrukkelijk gezegd dat onze politieke partners de “door het ACW erkende mandatarissen” zijn. Dat is de juiste term, niet “de CVP.”

Maar die vrienden zitten wel allemaal in de CVP.

Cortebeeck: Maar jullie moeten toch niet onderschatten dat er stilaan een nieuwe beweging is gegroeid. Ik heb het over Het Sienjaal, en dan vooral wat nadien gebeurde. Toen Het Sienjaal werd voorgesteld, heeft de pers daar natuurlijk groot nieuws van gemaakt. Maar vooral de gevolgen ervan zijn belangrijk. Mensen uit andere partijen hebben toen pas onze structuur en werking goed leren kennen.

De zaterdag dat Maurits Coppieters in De Morgen het Sienjaal lanceerde, hield het ACV net haar congres in De Haan. Die dag vielen jullie allemaal uit de lucht.

Cortebeeck: Ja, dat was een ongelukkig begin. Wij wisten van niets. Maar we hebben wel geluisterd, en de essentie van die boodschap was niet slecht. We zijn ingegaan op uitnodigingen van die initiatiefnemers, hebben met hen gediscussieerd. De pers had er toen wat minder belangstelling voor, maar belangrijke informele contacten werden toen gelegd. Met mensen van het middenveld, met mensen ook van andere partijen.

Sommige contacten hadden toch eenvoudiger gekund. Het groene parlementslid Joos Wauters was ooit een van jullie meest bekende vakbondssecretarissen. Toch is hij geen door het ACW erkend mandataris.

Cortebeeck: Joos Wauters heeft altijd tot de vertrouwde kring van het ACV gehoord. Wij zijn altijd met hem in contact gebleven. En er zijn er nog anderen. Maar ook de houding van verschillende vakministers is de laatste jaren sterk veranderd. Ook al hoorden ze niet tot onze politieke familie, toch merkten ze dat er meer appreciatie was voor onze dossierkennis.

Zo veel is er trouwens niet veranderd. Niemand gelooft toch dat het ACV het zoveel gemakkelijker had onder de vorige regering? Wie Jean-Luc Dehaene kent, weet toch dat we steeds meer moesten terugvallen op een bijzonder goede dossierkennis, op deugdelijke argumenten, en niet op onze politieke kleur.

Onder Dehaene was de relatie tussen vakbond en regering dus professioneler, minder politiek?

Cortebeeck: Zeker professioneler. Natuurlijk waren zowel de federale premier als de Vlaamse minister-president twee door het ACW erkende mandatarissen, dat valt niet te loochenen. Zagen wij dat als een voordeel? Ja, op vlak van de persoonlijke relaties. Nee, op vlak van politieke vriendendiensten. Het ACV erkende dat Dehaene en Van den Brande in de eerste plaats premier waren, of minister-president, en zij wisten dat van ons. Hun marge om de christelijke arbeidersbeweging tegemoet te komen, was dus eigenlijk klein. Zij moesten des te meer goede argumenten hebben om ons bij te treden. Ik zie dat als een van de voornaamste evoluties uit de periode van mijn voorganger Willy Peirens. Hij nam bewust afstand van de politiek, omdat hij de nieuwe ontwikkelingen goed begreep. Peirens zag in dat de tijd voorbij was dat een CVP-politicus iets deed omdat het ACV dat vroeg, en omgekeerd. Dehaene erkende die ontwikkeling ook, en daarom apprecieerden Dehaene en Peirens elkaar.

Vice-premier Johan Vande Lanotte (SP) ziet de CVP in de oppositie naar rechts evolueren, tussen het Vlaams Blok en de VLD in. Hij vermoedt dat de christelijke arbeidersbeweging bij die partij nog weinig te zoeken heeft.

Cortebeeck: Het ACV is niet te koop, onze aandelen komen niet op de markt. Ik stel wel vast dat anderen zich tot ons richten. Ze hoeven zich daarbij geen illusies te maken. Wie denkt nog dat, als de ACV-voorzitter zou zeggen: “Goed, we gaan in op dat verzoek”, onze 1,6 miljoen Vlaamse leden daarom ook hun stemgedrag zouden aanpassen? Mensen kiezen voor het ACV vanwege ons programma, onze activiteit, onze dienstverlening. Ze stemmen op een politieke partij om dat programma, daar heeft de vakbond niets meer mee te maken. Via de ACV-top kan je de stemmen van onze leden niet meer binnenhalen.

U ervaart de analyse van Vande Lanotte als een poging tot recuperatie?

Cortebeeck: We respecteren alleen de beslissing van het ACW-congres, dat zegt dat onze vaste politieke partners de door ons erkende mandatarissen zijn. Met de SP is dus samenwerking mogelijk, maar per dossier. Het ACV heeft nu eenmaal een historische band met de CVP, en dat kan je niet zomaar loochenen. Maar natuurlijk, in het hypothetische geval dat die partij zich te ver zou verwijderen van de standpunten van de christelijke arbeidersbeweging – ik denk aan de wens van sommige CVP’ers om met het Vlaams Blok samen te werken -, zouden wij misschien moeten zeggen: dit kan voor ons écht niet meer, dit is een fundamenteel verkeerde richting. Van zo’n breuk, denk ik, zou vooral de CVP schade ondervinden. Maar die evolutie wensen wij niet. Integendeel, wij denken dat de 30 ACW-mandatarissen hun rol binnen de CVP zullen blijven spelen. (zucht) Wat moet ik er nog meer aan toevoegen?

Wij stellen blijkbaar allemaal politieke vragen, terwijl die problematiek binnen de vakbond blijkbaar minder leeft.

Cortebeeck: Inderdaad. Het ACV werkt rond arbeid, sociale zekerheid, noem maar op. Partijpolitiek is niet onze eerste bekommernis. Die vragen komen altijd van buitenaf.

Willy Peirens concentreerde zich inderdaad op het syndicale werk. Hij is nooit in het nieuwe CVP-partijhuis in de Wetstraat geweest. En zijn opvolger?

Cortebeeck: Evenmin. Ze zitten op nummer 81, zeker? Ik weet het niet juist. Maar wat is dat, “een partij”? We praten nauwelijks met “de CVP” als structuur, maar we hebben goede en veelvuldige contacten met mensen in de CVP. En zo kennen we nu ook mensen in andere partijen. Ik heb bij sommigen eerlijke interesse gemerkt voor standpunten van het ACV. Bij vakministers, bijvoorbeeld, of kabinetsleden.

(snel, voor de vraag kwam) Maar vraag me niet om een evaluatie te maken van de nieuwe regering. Dat kan ik nu nog niet. Het ACV heeft wel al de regeringsverklaring geëvalueerd. De paars-groene regering kreeg toen een een grote onderscheiding voor sociale zekerheid. Een onderscheiding voor de plannen in verband met werkgelegenheid, al hadden we liever een procentuele norm gezien. En wat de voorstellen over de kwaliteit van het leven betreft, kunnen we veel betere dingen bedenken dan wat in het regeerakkoord staat. Maar: het ACV zal de regering beoordelen op haar daden.

Het ACV stapt dus niet met de CVP in de oppositie?

Cortebeeck: Zeker niet. Wij voeren geen oppositie. Het ACV is er om het programma van zijn leden uit te voeren, niet dat van deze of gene politieke partij. Ik herhaal: wij zullen deze regering beoordelen op haar daden. Ik heb dat ook tegen de eerste minister gezegd. Guy Verhofstadt heeft me toen uitgelegd dat tot dusver de dioxinecrisis alle aandacht had gekregen, en hij vroeg tijd en ruimte voor zijn beleid. Ik kan daar begrip voor opbrengen. Het ACV wacht nu dus voorstellen van de regering af.

Wij respecteren hen dus, maar (enige stemverheffing) wij hopen ook dat de regering het ACV respecteert. Als grootste vakbond. Als grootste sociale organisatie in het land. Als sociale partner, samen met de anderen. Dat is belangrijk, daar staan wij op. Collega’s bij de sociale partners zeiden me dat ze tijdens de dioxinecrisis soms met een massa mensen samen zaten in de kleine lokalen van de Wetstraat 16. Dat de regering daarbij niet altijd de sociale partners kende, dat de leiders van de sociale organisaties niet eens wisten wie die andere mensen rond de tafel vertegenwoordigden. Maar die kregen allemaal dezelfde stem, hetzelfde gewicht. Dat kan niet.

Kijk, het ACV is al lang verleerd om te denken dat wij alles en iedereen vertegenwoordigen in al zijn belangen. Er zijn vandaag bewegingen nodig die rond milieu werken, rond mobiliteit. Die hebben allemaal hun plaats, en voor sommige thema’s is het ook interessant hen te horen. Maar hoewel je de macht van het getal niet mag overdrijven, heeft het toch een betekenis. Het ACV heeft meer dan anderhalf miljoen leden. Als wij spreken, vertegenwoordigen wij dus niet alleen onszelf. En wij wensen zo erkend te worden.

U eist dus enige hiërarchie bij de gesprekspartners die de regering kiest?

Cortebeeck: Dat hangt af van het thema. Voor de sociaal-economische aangelegenheden: ja.

Met Guy Verhofstadt is er nu een eerste minister die geen enkele ervaring heeft met sociaal overleg. Ooit ging hij er zelfs hevig tegen tekeer. Baart dat zorgen?

Cortebeeck: Wij kijken natuurlijk uit naar de houding van deze regering tegenover het sociaal overleg. Er was al een samenkomst met “de groep van tien” (de vaste sociale partners: werkgevers en vakbonden). Vervolgens hebben we de premier een brief geschreven waarin we het belang van het overleg onderstrepen en de wil bevestigen om het interprofessionele akkoord verder uit te voeren.

De vraag is ook in hoeverre de prioriteiten van het ACV parallel lopen aan die van de coalitie. 13 juni was onder meer een groen signaal. Milieu is nooit het eerste thema van de vakbeweging geweest.

Cortebeeck: Al in 1990 heeft het ACV op een congres milieu aangeduid als een van de belangrijke maatschappelijke prioriteiten, samen met sociale zekerheid en werkgelegenheid. De discussie daarover was niet altijd even gemakkelijk: er zal altijd wel spanning bestaan tussen milieu en arbeid. Is het ACV een goede milieubeweging? Nee. Onze leden vragen dat ook niet. Maar de trends die in de maatschappij leven, beïnvloeden ons natuurlijk ook. Vroeger waren er centrales die bijzonder moeilijk deden als milieu ter sprake kwam. Nu gaat dat veel vlotter.

Op 13 juni ging het Vlaams Blok opnieuw vooruit. Ook in vakbondskringen is de aanhang van extreem-rechts niet gering.

Cortebeeck: Ik wacht nog even de resultaten van de exitpolls af. We weten uit het verleden dat de ACV-achterban minder openstaat voor de boodschap van het Vlaams Blok dan die van het ABVV. Toch heeft het fenomeen ons verontrust. Ik werp geen steen naar de mensen die zo’n stem uitbrengen. Ik betreur dat, al begrijp ik soms hun ongenoegen.

Het probleem is nochtans dringend. De sociale verkiezingen dienen zich aan, het ACV stelt zijn lijsten samen, en daarop wil het geen Vlaams Blokkers.

Cortebeeck: Het ACV aanvaardt geen partij die zich baseert op de uitsluiting van mensen. Leden van het Vlaams Blok of mensen die hun sympathie voor deze partij openlijk manifesteren, sluiten zichzelf dus uit: zij weten goed dat dit niet onze visie is. Het ACV is erg ruimdenkend. Iedereen is bij ons welkom, maar natuurlijk met respect voor onze eigenheid. Maar ik wil hier geen heksenjacht ontketenen. Het is belangrijk dat het ACV voor de sociale verkiezingen aan haar kandidaten duidelijk haar verwachtingen uitspreekt, en omgekeerd. Dan vermijd je veel problemen.

Zet de concurrentie van de sociale verkiezingen het vakbondsfront niet op losse schroeven?

Cortebeeck: Die competitie bij sociale verkiezingen is niet eens zo slecht. Iedereen moet zich dan bewijzen, je wordt op je kwaliteit geëvalueerd. De ene keer valt dat tegen, de andere keer mee.

Voor het ACV valt dat altijd mee.

Cortebeeck:(glimlacht) Op de lange duur bereiken we eenzame hoogten. We denken dan: “Nu kunnen we niet meer beter”, en dan gingen we toch vooruit. Maar het risico op een stilstand of een zekere achteruitgang wordt natuurlijk groot, vooral in Vlaanderen.

Met de liberalen in de regering wint de liberale vakbond meestal aan invloed.

Cortebeeck: Het ACLVB is toch altijd betrokken bij het overleg? Over het algemeen heeft het ACV een goede relatie met het ACLVB, zij het dat onze band niet dezelfde is als die met het ABVV. Intussen blijven de drie vakbonden natuurlijk het best aan één touw trekken ten aanzien van de regering en de werkgevers. We kunnen die eendracht wellicht gebruiken, als ik zie welke standpunten de regering nu al inneemt. Op dat vlak hebben de nieuwe en de oude coalitie veel met elkaar gemeen. Ze zeggen allebei dat ze het overleg respecteren. Voor de start ervan hebben ze allebei wel al aangekondigd dat ze één partner een fiks voordeel zullen toestoppen. En altijd zijn dat de werkgevers. Nu weten die al dat ze een verlaging van de sociale lasten op zak hebben. Welk belang hebben zij nog om met de vakbonden te onderhandelen over voorwaarden bij die lastenverlaging? Dit is niet eerlijk, en we appreciëren dat ook niet.

Vande Lanotte zegt nochtans dat dit in embryo de meest linkse regering in jaren is.

Cortebeeck: Dat moet ik nog zien. Je beoordeling zal afhangen van welk facet uit het regeerakkoord je belicht. Inzake sociale zekerheid is deze regering inderdaad redelijk vooruitstrevend. Dat geldt nog een beetje voor werkgelegenheid. Maar wat de fiscaliteit betreft, is dat helemaal niet het geval.

De regering zegt: als we de fiscaliteit spectaculair doen dalen, dan stijgt de creativiteit, komt er meer werk en welvaart en is de sociale zekerheid meteen gered.

Cortebeeck: Dat is dan fantastisch nieuws. Dan hebben ze gevonden waarnaar de alchimisten in de Middeleeuwen zochten: de steen der wijzen, de mirakel-formule. Welke term gebruiken ze daar nu weer voor?

De actieve welvaartstaat.

Cortebeeck: Juist. De actieve welvaartstaat. Voor het ACV is die redenering niet zo nieuw. Investeer in werklozen zodat ze werk krijgen, die weg bepleiten wij al jaren. Maar dat prachtige verhaal dat de regering nu vertelt? Dat gelooft toch geen mens?

U bedoelt dus: ofwel komen er veel (para-)fiscale cadeaus, maar dan is dat een ramp voor de sociale zekerheid, ofwel blijft de sociale zekerheid overeind, maar dan is er geen fiscaal feest.

Cortebeeck: Het ACV wacht af of deze regering een werkbaar evenwicht vindt of niet. En daarbij zien we liefst niet te veel die terugverdieneffecten opduiken. Mag het een beetje ernstig blijven? Wie sociale lasten vermindert, slaat eerst een gat in de sociale zekerheid. Die weet dus het best vooraf hoe die put gedempt zal worden.

Het ABVV heeft ook al gereageerd. Volgens hen dreigt in de ziekteverzekering een gat van vijftien miljard.

Cortebeeck: Het is natuurlijk de tijd van de terugkeerinterviews, iedereen wil graag gehoord worden. (lachje) Maar de bekommernis van het ABVV delen we wel. Gelukkig horen we nu dat de regering al wil spreken over compensaties. Dat is op zich een goed signaal. Maar de bezorgdheid blijft: zal de regering creatief doen met terugverdieneffecten, of stelt ze een ernstige begroting op? Want deze regering heeft wel héél veel beloften gedaan aan héél veel groepen in de samenleving. Ja, goed, wij kunnen ook wel rekenen. Als we een en ander eens natellen, vragen we ons af hoe dat allemaal zal kunnen.

Walter Pauli Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content