In Antwerpen vormen de patrouilles van de Arabisch-Europese Liga (AEL) gespreksonderwerp nummer één. Politiek en gerecht haasten zich om het initiatief te veroordelen. De AEL blijft er rustig bij. ‘Wij doen niets wat niet mag.’

‘Ze zijn ons aan het zoeken. Ze willen ons isoleren, diaboliseren. Om de echte problemen die we aankaarten uit de weg te gaan.’ Ahmed Azzuz van de radicale Arabisch-Europese Liga (AEL) wordt er naar eigen zeggen een beetje moe van. Van het feit dat de politici van dit land voor de televisiecamera’s kakelen over de wettelijkheid van ‘privémilities’ en over de destabilisering van de maatschappij. Dat de Antwerpse gemeenteraad actie wil ondernemen tegen de burgerpatrouilles, terwijl de raadsleden ‘nog niet eens de moeite hebben genomen om de AEL uit te nodigen voor een gesprek’. De ontgoocheling zit diep.

Een maand geleden lekte een vertrouwelijke nota uit over een ‘geïntegreerde aanpak Marokkanen’. Oeps. De werktitel van de nota werd al snel veranderd, maar het kwaad was geschied. Volgens Azzuz vielen de maskers af. ‘Bij de politie bevinden zich vandaag nog altijd racistische elementen. Daarom willen wij een duidelijk signaal geven: alle racisten moeten eruit!’

Op vrijdag 15 november startte de AEL, eerder vooral bekend door kopstuk Dyab Abou Jahjah, met burgerpatrouilles. Tijdens wandelingen door de stad controleren AEL-militanten of de politie haar boekje niet te buiten gaat bij het bestrijden van de straatcriminaliteit. De moslimorganisatie stuurt daarom groepjes van telkens een vijftal mensen de straat op om eventuele overtredingen van de anti-racismewetgeving vast te leggen. Hun wapens: een videocamera om strafbare feiten te registreren, en pamfletten. Politie kwamen ze tijdens hun eerste avond niet tegen (Azzuz: ‘Ze vermeden zeer duidelijk contact’). Dus richtten de patrouilles zich maar op hun eerste doel: informeren.

‘Met de acties willen we aan bewustwording werken’, zegt Azzuz. ‘De mensen moeten weten dat ze het niet hoeven te pikken als agenten zich racistisch gedragen.’ De flyers liegen er niet om: ‘ Bad cops: AEL is watching you‘. De AEL houdt de slechte politiemensen in de gaten.

Viseert de organisatie dan niet zelf een heel korps, terwijl het – net als in de allochtone gemeenschap – misschien maar enkelingen zijn die zich misdragen? Azzuz: ‘Nee, zeker niet. En bovendien: wij interveniëren niet actief. Agenten die hun werk goed doen, zullen ons amper opmerken.’

Hoewel de politievakbonden al snel vrij geïrriteerd reageren en extra bescherming vragen voor hun mensen, blijken de reacties van de mensen op straat nogal mee te vallen. Althans volgens de AEL. ‘Alleen bij de mensen die slechts de media als bron van informatie gebruiken, klinken negatieve geluiden’, zegt Azzuz. ‘Zij zien niet hoe wij te werk gaan, en baseren hun mening op vooroordelen.’

GEEN UNIFORMEN

Politieke reacties volgen niet onmiddellijk. Maar na een week barst het verbale geweld dan toch in volle hevigheid los. In alle partijen – Vlaams Blok en VLD op kop – gaan stemmen op om de AEL-controleteams nauwgezet te controleren, zodat ze bij de minste misstap verboden kunnen worden. Het wederzijdse wantrouwen is groot.

Ook premier Guy Verhofstadt (VLD) doet zijn duit in het zakje. ‘De controle van de politiediensten is ons werk, niet van wie anders ook’, luidt het. Azzuz: ‘Als we op het politiebureau zeggen dat we klacht zullen indienen tegen agenten, lachen ze ons vaak in ons gezicht uit.’

Verhofstadt gaat op zijn persconferentie zelfs verder. Hij spreekt al over no-go-zones, wijken waar de criminelen de baas zijn en de politie niet meer kan optreden. Terwijl er alleen nog maar pamfletten zijn uitgedeeld.

De AEL zit met de patrouilles tegen het randje van het wettelijke. Dat weet ook Azzuz. Maar, zegt hij, ‘wij kennen de wet op de privémilities ook wel. En we weten ook dat elke fout aangegrepen zal worden om ons als duivels af te schilderen’.

Privémilities zijn geüniformeerde knokploegen. En liepen de AEL-patrouilles niet allemaal in het zwart rond, voor het oog van de camera’s nog wel? ‘Toeval’, aldus Azzuz. ‘Iedereen weet dat wij graag netjes gekleed rondlopen. En allochtonen dragen vaak zwarte jasjes of zwarte broeken. Uniformen waren het zeker niet, en die zullen we ook nooit dragen. Ook wat geweld betreft, zijn we zeer duidelijk. Wie over de schreef gaat, vliegt eruit. Wij dulden geen heethoofden onder onze leden. Daarbij hoort respect en verdraagzaamheid voor andere culturen. Elke discriminatie is uit den boze. Nogal logisch: we willen niet dezelfde fouten maken als het huidige beleid.’

De Antwerpse politiecommissaris Luc Lamine betreurt de acties van de AEL. Lamine doet er naar eigen zeggen alles aan om het racisme in zijn korps te bestrijden. De AEL heeft volgens hem geen enkele reden om de straat op te trekken. Toch is hij ongerust. Lamine beseft dat één incident voldoende kan zijn om ‘ de boel in de fik te steken‘.

VROUWEN

Na een week van patrouilles zijn confrontaties nog altijd uitgebleven. En er is door de AEL geen onoorbaar politiegedrag vastgesteld. Wat hebben de patrouilles dan bereikt? Volgens sommigen leverde het mediatieke optreden van de AEL alleen maar maatschappelijke schade op. Door de angst te voeden en vijandbeelden op te roepen, zouden de patrouilles vooral contraproductief werken. Extremisme gedijt nu eenmaal goed in een sfeer van wantrouwen.

Maar Azzuz ziet het positief: ‘De boodschap is binnen de allochtone gemeenschap duidelijk overgekomen. Zelfs oudere allochtonen, die eerst wat afwijzend stonden, kunnen zich vaak in onze acties vinden. Je moet weten dat de eerste generatie allochtonen zich altijd zo weinig mogelijk wilde bemoeien met de politiek van het gastland – na verloop van tijd zouden ze toch naar hun thuisland terugkeren. In die zin hebben we onze ouders en grootouders politiek geëmancipeerd. In feite maken we door ons radicaal optreden de allochtone gemeenschap eindelijk politiek bewust. Onze leden lezen nu kranten en kijken massaal naar De ZevendeDag. Ze willen zich zo goed mogelijk informeren over de standpunten van de diverse politieke partijen.’

En volgens Azzuz komen in die standpunten nog te weinig allochtone verzuchtingen aan bod. Zoals quota’s voor werkgelegenheid bijvoorbeeld. Of het omdraaien van de bewijslast bij inbreuken op de racismewetgeving. ‘De allochtonen vormen in het algemeen een sociaal zwakke groep. Het is niet makkelijk om onze thema’s door te drukken.’

Het luidde dan ook lange tijd dat de AEL misschien mee aan de wieg zou staan van een politieke partij, die in 2006 aan de gemeenteraadsverkiezingen zou kunnen deelnemen. Alleen als de huidige politiek doof zou blijven voor de eisen van de allochtonen, klonk het steeds. Maar op donderdag 21 november verklaart Abou Jahjah in 2003 te zullen deelnemen aan de komende parlementsverkiezingen. Azzuz: ‘We zijn daartoe gebracht door onze eigen mensen. Velen vroegen ons op welke partij ze moesten stemmen bij de komende verkiezingen, en wij konden hen binnen het huidige politieke landschap geen enkele partij aanwijzen waar wij achter staan. Daarbij komt dat het grote publiek onze standpunten blijkbaar nog altijd niet goed kent. Er bestaan grote misverstanden over onze ideologie, waardoor onze tegenstanders intentieprocessen kunnen voeren.’

In de uitzending van De Zevende Dag van zondag 24 november werd hardop gelachen toen Azzuz verklaarde dat de AEL meer vrouwelijke leden telde dan mannelijke. Terecht?

Azzuz: ‘Ik heb geen zin om zo snel mogelijk het beeld te creëren dat de buitenwereld van ons vraagt. Als wij tot nu toe geen vrouw als woordvoerster hebben, komt dat omdat we weten dat die onmiddellijk door de media belaagd zal worden. Dan moet je iemand hebben die stevig in haar schoenen staat. Geen misverstanden daarover: we hebben zulke vrouwen. Alleen vrezen die voor hun job of voor hun studies, omdat de AEL op veel plaatsen negatief benaderd wordt. Dyab en ik kunnen onze baan niet meer verliezen. Midden december, wanneer al onze politieke plannen duidelijk zijn, zullen er wel vrouwen naar buiten treden.’

Gerry Meeuwssen

‘Wij kennen de wet op de privémilities ook wel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content