Nu de Mexicaanse griep op komst is, draait de farmaceutische industrie op volle toeren. In één jaar tijd moeten er volgens de Wereldgezond-heidsorganisatie 4,9 miljard vaccins aangemaakt kunnen worden. Toch nuanceert GlaxoSmith-Kline, producent van onder meer griepvaccins, de spectaculaire winsten die de sector worden voorspeld.

Producenten van gezichtsmaskertjes, ontsmettende producten en papieren zakdoekjes doen nu al gouden zaken. Maar het echte grote geld lijkt de komende maanden toch weggelegd voor de farmaceutische industrie. Bij grote bedrijven als Roche en Baxter stromen de orders voor antivirale geneesmiddelen tegen de griep (Tamiflu, Relenza) of voor vaccins tegen de nieuwe H1N1-griepvariant (de ‘Mexicaanse griep’) massaal binnen.

Wellicht de belangrijkste speler wanneer het over de Mexicaanse griep gaat, is Glaxo-SmithKline (GSK) , met zijn vaccindivisie gevestigd in het Waalse Rixensart. De Belgische overheid heeft 12,6 miljoen griepvaccins bij de firma besteld. Wereldwijd werden er al bijna 300 miljoen vaccins bij GSK besteld, en dat zouden er de komende maanden nog een pak meer kunnen worden. Daarnaast kocht de Belgische overheid bij GSK ook aanzienlijke hoeveelheden Relenza, een antiviraal middel dat in stock wordt gehouden voor het geval er resistentie opduikt tegen het bekendere Tamiflu.

‘De hype over de Mexicaanse griep leeft intussen een klein jaar, maar wij zijn al in 1991 begonnen met onderzoek naar de ontwikkeling van pandemische vaccins’, zegt Julien Brabants, directeur public affairs bij GSK Pharma. ‘Het is een beetje kort door de bocht om ons nu van snel geldgewin te betichten. Misschien met uitzondering van de ziekenfondsen is er overigens geen enkele speler in de professionele gezondheidszorg die niet verdient aan de zieke medemens.’

Volgens Julien Brabants zijn de winsten voor GSK redelijk, in verhouding tot het genomen risico. ‘De verkoopprijs per pandemisch vaccin bedraagt ruwweg 7 euro. Vandaag heeft GSK voor bijna 300 miljoen vaccins verkoopcontracten. Als we van deze inkomsten de 1,7 miljard euro aan ontwikkelingskosten aftrekken, wordt duidelijk dat het winstplaatje niet overdreven is. Zeker als men weet dat de productie van vaccins duurder en complexer is dan die van klassieke geneesmiddelen en dat het hier hoogstwaarschijnlijk om een eenmalige operatie gaat.’

Toch blijft het opmerkelijk dat met de aankoop door de overheden van vaccins op dergelijk grote schaal vaak een confidentialiteitsclausule is gemoeid die beide partijen verbiedt over de prijs te communiceren. Uit welingelichte bron verneemt Knack dat de prijs van 7 euro die GSK noemt, voor België deels klopt, maar deels ook niet: voor de eerste ladingen van het vaccin betaalt de Belgische overheid om en bij de acht euro. Die meerprijs moet garanderen dat er snel op de bal kan worden gespeeld. Bovendien beschikt de Belgische overheid over een vaccin dat, in tegenstelling tot de meeste andere pandemische griepvaccins, bestaat uit twee afzonderlijke delen: het antigen en het adjuvans, zeg maar de katalysator van het vaccin. Het adjuvans is in verhouding relatief duur. Indien de Mexicaanse griep alsnog met een sisser afloopt, dan kan op zijn minst het adjuvans nog vijf tot tien jaar gebruikt worden voor een vaccin tegen een nu nog onbekende griepvariant.

‘Over de onderhandelingen met de overheid kan ik niets openbaar maken’, zegt Julien Brabants van GSK. ‘Wel is het zo dat we momenteel volop bezig zijn met het uitbreiden van onze productiecapaciteit. De voorbije maanden kregen we heel wat spelers uit de privésector over de vloer, maar die verwijzen we door naar de griepcommissaris (Marc Van Ranst). In België hoeft men zich niet op eigen houtje te gaan vaccineren. Ons land heeft zich goed voorbereid. In andere landen is dat misschien anders, maar vandaag leveren wij uitsluitend aan overheden en organisaties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) of Unicef. Naast de bijna 300 miljoen vaccins waarvoor we nu al toezeggingen hebben, leveren we gratis 50 miljoen vaccins aan de WHO voor de derde wereld. We zijn ons ervan bewust dat dit niet voldoende is voor de noden die daar de komende maanden zouden kunnen ontstaan, maar we nemen onze verantwoordelijkheid op. Eerlijk gezegd kan ik moeilijk begrijpen waarom sommigen wel vragen hebben bij het rendementspercentage van onze nijverheid, terwijl soortgelijke percentages in sectoren zoals het bankwezen, de telecommunicatie of de petrochemische nijverheid niet ter discussie worden gesteld.’

DOOR TOM COCHEZ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content