Hubert van Humbeeck

‘Vroeger leefden we in de rand van de mondiale politiek. Nu kan wat in Centraal-Azië gebeurt, de machtsbalans in de wereld doen kantelen.’ Een ontmoeting met buitenlandminister Kassymzhomart Tokajev van Kazachstan.

Het koninkrijk België en de republiek Kazachstan kunnen weer met elkaar door één deur. Net voor en rond de eeuwwisseling waren de relaties tussen de twee landen een tijd stroef. Een gevolg van het mislukte avontuur van energieproducent en -verdeler Tractebel in Almaty, de grootste stad van Kazachstan.

Het bleef altijd een beetje een schimmig verhaal. Sinds de overname van de Generale Maatschappij is Tractebel een Belgische dochter van de Franse groep Suez. Het bedrijf wou destijds in de energiesector van de jonge Kazachse republiek investeren en zou daarvoor een aantal lokale ‘zakenpartners’ een pak dollars hebben toegestopt. Maar toen Tractebel de elektriciteitstarieven in Almaty wou verhogen om zijn investering te laten renderen, liep het mis. Er brak net geen volksopstand uit, Tractebel verloor veel geld en moest ten slotte ook zijn profijtelijk aandeel in het gastransport van de hand doen. De beste oplossing bestond erin zich volledig uit het land terug te trekken.

Maar wat geweest is, is geweest. Kazachstan beschikt per slot van rekening over grote olie- en gasreserves en ligt in Centraal-Azië strategisch tussen de reuzen Rusland en China. België, van zijn kant, bevindt zich in het hart van de rijke Europese Unie, die haar vleugels net heeft uitgestrekt tot voorbij de grenzen voor de voormalige Sovjet-Unie. Begin december hadden de ministers van Buitenlandse Zaken Kassymzhomart Tokajev en Karel De Gucht een vruchtbaar gesprek in de marge van de ministerconferentie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) in de Bulgaarse hoofdstad Sofia. Aansluitend vloog Tokajev naar Brussel voor een ministerconferentie van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en gesprekken met vertegenwoordigers van de Europese Unie.

Kazachstan wil zich tonen op het internationale toneel. Het streeft ernaar in 2009 als eerste voormalige sovjetrepubliek het voorzitterschap van de OVSE waar te nemen. Daarvoor rekent het op de steun van België en van de hele EU. Brussel wil de voorzittershamer in 2007 hanteren, en heeft Kazachstan reeds aan zijn kant.

Het land presenteert zich ook als een trouwe NAVO-bondgenoot. ‘In het kader van het programma Partnership for Peace werken we al sinds 1994 met de NAVO samen’, vertelt Tokajev in Brussel. ‘Er wordt in de NAVO een debat gevoerd over de situatie in Centraal-Azië en in de Kaukasus. De organisatie houdt de blik op onze regio gericht, en daar zijn we blij om. Zo is de interventie van de NAVO in Afghanistan nodig om de vrede in dat land te herstellen. Kabul is op de goede weg. Er werden vrije verkiezingen gehouden, en wij steunen president Hamid Karzai. Waar we kunnen, zullen we helpen met de wederopbouw. We geloven dat de vrede en veiligheid in Eurazië afhangen van een normalisering van de toestand in Afghanistan. Kazachstan heeft de coalitie tegen het terrorisme overigens van bij het begin gesteund, en zijn luchtruim en luchthavens ter beschikking gesteld.’

Verre droom

Kassymzhomart Tokajev beklemtoont tegelijk dat Kazachstan als enige Centraal-Aziatisch land soldaten heeft in Irak – zij het slechts een symbolisch detachement van niet meer dan 28 manschappen. ‘Een signaal dat het herstel van de vrede in Irak ons ter harte gaat. Maar we zijn daar ook uit principe. Er was eerst sprake van wapens voor massavernietiging. Kazachstan gaf zijn status van nucleaire mogendheid in 1992 vrijwillig op. Het is een van de weinige landen die de stap hebben gezet. We maken ons zorgen over de manier waarop het non-proliferatieverdrag, dat het bezit van kernwapens wil beperken, wordt uitgehold. En we vrezen dat nucleaire wapens op een ongecontroleerde manier worden verspreid en terroristen er vroeg of laat de hand op kunnen leggen. Daarom wil Kazachstan eerst van Centraal-Azië een zone maken die kernwapenvrij is.’

Die zorg stond ook centraal in het betoog van Tokajev voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) in september in New York. Tegelijk pleitte hij er voor een grondige hervorming van de internationale organisatie. ‘De VN blijven het instrument bij uitstek dat door meer regionale en globale samenwerking de wereld veiliger kan maken’, klonk het in december in Brussel. ‘Daarom moet naar een nieuw, actief evenwicht worden gezocht tussen de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad en de andere belangrijke instellingen van de organisatie. De Algemene Vergadering moet een grotere rol gaan spelen. Wat het voor landen zoals Kazachstan gemakkelijker moet maken mee oplossingen te vinden voor de wereldproblemen.

‘Anderzijds vormt de samenstelling van de Veiligheidsraad niet langer een juiste weergave van de krachtsverhoudingen in de wereld. Er is sinds 1945 veel veranderd. Landen zoals Duitsland en Japan, belangrijke financiële sponsors van de VN, kunnen bezwaarlijk nog als vijanden aan de kant worden gelaten. Maar ook Azië, Afrika en Latijns-Amerika willen een partij meeblazen in het internationale concert.

‘We blijven wel geloven dat de VN de enige universele internationale organisatie zijn die met de vraagstukken van oorlog en vrede kan worden belast en die de handhaving van het internationale recht waarborgt. Ze moeten meer middelen krijgen om een efficiëntere vredespolitiek te voeren. Ze moeten regionale en subregionale organisaties bij hun operaties trachten te betrekken, zodat humanitaire crisissen vlugger kunnen worden aangepakt. Preventie is het sleutelwoord. Daarom pleiten we voor de oprichting van een centrum, dat in Centraal-Azië alvast preventief diplomatiek kan optreden.’

Regionale samenwerking in Centraal-Azië blijft ondertussen een verre droom. De weg is lang. De verschillende landen in de regio hebben wel een deel van hun geschiedenis gemeen, maar ze zitten economisch en politiek volstrekt niet op dezelfde lijn. ‘Vroeger leefden we in de marge van de mondiale politiek’, weet Tokajev. ‘Nu is Centraal-Azië geopolitiek ineens van groot belang. Wat er in de regio gebeurt, kan de machtsbalans in de wereld doen kantelen. De grote landen tonen ook belangstelling voor de uitbating van onze natuurlijke rijkdommen. Centraal-Azië ligt op een kruispunt van wegen tussen Europa en China, Iran, de Perzische Golf en de Indische Oceaan.

‘Wij zijn er daarom van overtuigd dat regionale samenwerking ook onze nationale belangen dient. We ondertekenden een samenwerkingsakkoord met Kirgizië en er lopen gesprekken met Turkmenistan en Tadzjikistan. De weinig stabiele situatie in Oezbekistan dwingt tot behoedzaamheid: we willen niet dat onze binnenlandse veiligheid in het gedrang wordt gebracht. Het is niet eenvoudig. Er moet een regionaal veiligheidssysteem komen en de georganiseerde misdaad, het terrorisme, de drugstrafiek en wapensmokkel moeten worden bestreden. Er moet aan een gemeenschappelijke economische politiek worden gedacht, een douanepolitiek, samenwerking op het vlak van transport, migratie en energie. Dat is volgens ons de enige manier om de levensstandaard van de mensen te verhogen. Alleen op die wijze kunnen we zonder conflicten onze plaats in de wereld innemen op economisch en politiek vlak.’

Natuurlijk kijkt Kazachstan naar de wijze waarop de Europese Unie aan integratie heeft gewerkt. ‘De Europese Unie is onze belangrijkste handelspartner, en we willen graag meer Europese investeerders aantrekken. De Europese samenwerking is uniek, een droom. Europa moet ons tot voorbeeld strekken.’

Les in democratie

In dat geval was Kassymzhomart Tokajev vast niet bijster gelukkig met de commentaar van Europese waarnemers op de Kazachse parlementsverkiezingen enkele maanden geleden. Die voldeden, zo luidde, niet aan de westerse criteria van hoe democratische verkiezingen worden georganiseerd. Nursultan Nazarbajev is al president van het land sinds het nog deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Zijn partij, de grootste in het Kazachse parlement, wordt geleid door zijn dochter Dariga.

De minister van Buitenlandse Zaken relativeert de kritiek. ‘Het verslag van de OVSE was tweeslachtig. Het stelde dat Kazachstan vooruitgang had geboekt, maar dat de verkiezingen toch nog niet aan de internationale eisen beantwoordden. Democratie is een proces van lange duur. Het is een leerproces, en dat sluit in dat er fouten kunnen worden gemaakt. Centraal-Azië heeft nooit democratie gekend. Vergeleken bij andere landen in de buurt staan wij verder. Misschien ook omdat we beseffen dat er geen alternatief is, dat dit de enige juiste weg is. Van de twaalf partijen die aan de verkiezingen deelnamen, hebben er vier vertegenwoordigers in de Majilis, de Kamer. Dat geeft, denk ik, een juist beeld van de politieke krachtsverhoudingen in het land. Ik vind daarom ook dat er respect moet zijn voor de keuze van het Kazachse volk.

‘Er is in tien jaar tijd veel gebeurd. Er zijn kieswetten gemaakt en verbeterd, vaak in samenspraak met de OVSE. We hebben de ambitie om die organisatie in 2009 voor te zitten. Dat toont dat we erop vertrouwen dat het democratiseringsproces in Kazachstan zal voortgaan. De steun van de Europese Unie bewijst dat ook Brussel het ziet zitten om verder met ons samen te werken. Het komt erop aan een platform te vinden om met elkaar te praten en op alle vlakken naar elkaar toe te groeien.’

Waren sommigen dan te streng in hun oordeel? ‘Het hoort bij het leerproces om zich daardoor niet geschokt te tonen.’

Hubert van Humbeeck

‘Regionale samenwerking is de enige manier om het leven van de mensen te verbeteren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content