Het eerste sterfgeval als gevolg van de Mexicaanse griep in ons land beroert de gemoederen. Het viel te verwachten dat de ziekte doden zou maken. Maar het is nog altijd niet zeker dat ze een écht probleem zal worden. Een analyse.

Een onverwachts sterfgeval is altijd ongelukkig, maar toen op 30 juli de 34-jarige Linda Hendrickx in een Turnhouts ziekenhuis overleed aan de gevolgen van een besmetting met Mexicaanse griep, was griepcommissaris Marc Van Ranst net voor een korte vakantie in het buitenland. Het was dus niet Van Ransts ondertussen vertrouwde gezicht dat op de televisie mocht verklaren dat zo’n griepdode te verwachten viel, en dat er nog altijd geen reden tot paniek was. Die taak was weggelegd voor Jan Eyckmans van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid. Eyckmans volgde de traditionele communicatielijn en bleef dus hameren op het feit dat griep per definitie slachtoffers eist. Dat is niet anders voor de traditionele wintergriep in ons land, waar we al decennialang aan gewend zijn, zodat we niet langer wakker liggen van de naar schatting 1500 doden die de griep jaarlijks maakt.

De Mexicaanse griep (zo genoemd omdat de ziekte in Mexico zou zijn ontstaan) is verhoudingsgewijs zelfs mild. Er zijn nu (officieel) 700 mensen in ons land met het virus besmet (geweest), en één dode per 700 besmettingen wordt als ‘normaal’ beschouwd. In het Verenigde Koninkrijk en de Verenigde Staten sterven officieel 5 mensen per 1000 (zware) besmettingen.

Het feit dat het virus vorige week ook het leven van een 50-jarige Belg in gevaar bracht, maakte het er niet makkelijker op om de sussende boodschap goed verkocht te krijgen. In volle komkommertijd werd de dood van Hendrickx voluit uitvergroot. Iedereen herinnerde zich de beelden van enkele weken geleden, toen het leger uitrukte om grote voorraden mondmaskers en antivirale middelen over het land te verspreiden, om klaar te zijn voor het geval de griep een échte epidemie zou worden.

Als het leger wordt ingezet in de strijd tegen een ziekte met een exotische – en dus gegarandeerd besmette – naam, mogen Van Ranst en zijn collega’s nog zo hard hun best doen om de rust te bewaren, de mensen worden bang. En steeds banger. Epidemiologen hebben uiteraard al berekend hoe erg het zou kúnnen worden, en die denkoefening is niet van dien aard dat ze geruststellend zou werken. Het ergste scenario is dat het virus in ons land een derde van de bevolking zou besmetten, en dat er op de piek van de epidemie gemiddeld zeven doden per dag zouden vallen.

Aangeboren bescherming

De media zochten ondertussen naarstig naar een verklaring waarom het net Hendrickx was die het eerste slachtoffer van het virus werd. De vrouw leidde een rustig leven, was recent niet naar het buitenland geweest, en niemand uit haar omgeving kon een indicatie geven van hoe ze besmet was geraakt.

Virologen herhalen voortdurend dat het virus vooral jonge mensen treft, omdat de H1N1-variant van de griep die nu circuleert slechts relatief recent in de mensenwereld is opgedoken – de eerste besmetting in ons land werd pas op 13 mei vastgesteld. Vóór 1957 was H1N1 echter algemeen, zodat oude mensen mogelijk al met het virus in contact zijn geweest, en er dus een vorm van weerstand tegen ontwikkeld kunnen hebben. Hun lichaam kan dus adequaat reageren vanaf het ogenblik dat het virus erin binnengedrongen is. Een Amerikaanse studie heeft uitgewezen dat een derde van de mensen ouder dan 60 inderdaad antilichamen tegen wat wij nu de Mexicaanse griep noemen in hun lichaam heeft. Na 1957 nam de zogenaamde Aziatische griep (of H2N2) het commando over.

Omdat jongere mensen meer reizen dan oudere verspreidde het Mexicaansegriepvirus zich aanvankelijk vooral via toerisme. Later werden scholen broeihaarden. Precies omdat het vooral jonge mensen treft, veroorzaakt het virus veel ophef, want jonge mensen worden niet verondersteld ziek te worden, laat staan te sterven als gevolg van een besmetting. Van ziekte sterven is iets voor als je oud bent. Onze wintergriep doodt vooral bejaarde mensen.

Je kon bijna de opluchting voelen toen bekendraakte dat Hendrickx een relatief zwak gestel moet hebben gehad, ooit tegen leukemie had gevochten, dikwijls ziek was geweest. Met als onderliggende gedachte: als je kerngezond bent, hoef je je geen zorgen te maken. De vrouw overleed in feite aan een zware longontsteking die het gevolg moet zijn geweest van een overreactie van het afweersysteem van haar lichaam tegen het virus. De Mexicaanse griep doodt vooral door het uitlokken van zo’n ‘virale longontsteking’.

Maar iederéén kan het slachtoffer worden van deze ziekte (en van eender welke griep). Het is onmogelijk na te gaan wie extra kwetsbaar is en wie niet. Dat is van alle tijden. Zelfs van onze wintergriep kunnen jonge mensen sterven, en het is dikwijls onduidelijk waarom precies die ene jonge persoon bezwijkt. Weerstand tegen besmettingen is een variabele parameter die de klassieke statistische parameters volgt: sommige mensen hebben geen natuurlijke bescherming tegen een nieuwe aanvaller, anderen zullen zo goed als alles overleven bij gratie van de kracht van hun afweer. De meesten zitten ergens tussen beide extremen in.

Ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley moet een ijzersterk gestel hebben gehad, met een vanzelfsprekende weerstand tegen alle mogelijke parasieten waarmee hij tijdens zijn jarenlange reizen door Afrika geconfronteerd moet zijn. De mannen rondom hem stierven bij bosjes, maar hij overleefde de koortsaanvallen waar hij mee te maken kreeg. De ontdekker van de evolutietheorie, Charles Darwin, stelde tijdens zijn vijf jaar durende reis rond de wereld vast dat ook de krachtigste mannen aan een infectie konden bezwijken. Na een jachtpartij in een moeras in het noorden van Brazilië stierf de sterkste matroos van het schip, waarschijnlijk aan gele koorts, een ziekte die toen nog niet bekend was en waartegen nu gelukkig een efficiënt vaccin bestaat.

Er zijn zelfs mensen met een natuurlijke weerstand tegen het over de hele wereld woekerende aidsvirus, hoewel de aard van die weerstand, ondanks intensief onderzoek, nog altijd niet is opgehelderd. Maar dat er een genetische (en dus aangeboren) component aan weerstand tegen ziektes zit, is overduidelijk. Helaas is het vooralsnog niet te achterhalen wie van zo’n aangeboren bescherming kan genieten. Iedereen is dus een potentieel slachtoffer. Dat maakt een aantal mensen nodeloos bang, maar een aantal zal daarentegen ongetwijfeld te laks met het risico van een besmetting omgaan.

Dikke slachtoffers

De cijfers over het aantal besmettingen met Mexicaanse griep in ons land (en elders) zijn strikte minima. Ongetwijfeld trekt niet iedereen met griepverschijnselen, die dikwijls mild zijn, naar zijn huisarts. Het is dus ook een utopie te veronderstellen dat het virus zich in ons land gemakkelijk onder controle zal laten brengen. We moeten er gewoon op hopen dat het tam blijft, en dat het vanzelf zal verdwijnen nadat het over zijn hoogtepunt heen is. Want vooralsnog blijft de Mexicaanse griep een zwakke variant van de ziekte. De meeste mensen zullen het virus zonder veel moeite verslaan. Dat zal nodig zijn, want het verspreidt zich ondertussen in ons land op eigen kracht, de besmettingen komen dus niet alleen meer van reizigers.

Toch is een algemene gezondheidsanalyse relevant. Net als bij andere ziekteverschijnselen zijn niet alle besmette mensen even kwetsbaar. Zelfs losgekoppeld van eventuele genetische voordelen loopt niet iedereen evenveel kans te bezwijken. Van de Amerikaanse doden die de Mexicaanse griep maakte, was bijna de helft zwaarlijvig. Uit experimenten is gebleken dat muizen met een geforceerd overgewicht tot zeven keer meer kans hebben om aan een gewoon griepvirus te overlijden dan ‘normale’ diertjes. Het vet zou er rechtstreeks verantwoordelijk voor zijn dat het afweersysteem mak wordt, en te traag reageert op een nieuwe besmetting.

Andere slachtoffers hadden al problemen met de longen of met hart en bloedvaten voor ze aan de virale besmetting stierven. Een zwakke gezondheid impliceert een zwakkere afweer, en dus minder vechtkracht bij een besmetting met griep. Finaal bleek slechts 12 procent van de onderzochte slachtoffers geen zichtbare onderliggende gezondheidsproblemen te hebben gehad. Zwangerschap was wel een bezwarende factor. Tijdens een zwangerschap wordt het afweersysteem van een moeder wat afgezwakt om het groeiende kind in haar buik niet in de problemen te brengen, maar daardoor stelt de moeder zich zelf kwetsbaarder op.

Er zal een debat nodig zijn over de kwestie welke fysiek kwetsbare mensen eventueel prioritair met efficiënte geneesmiddelen of vaccins behandeld zullen worden, zodra die beschikbaar zijn. Er wordt ook nog altijd over gediscussieerd over de vraag of het nodig is de schrik voor de ziekte er zo stevig in te rammen als nu het geval is. Gezondheidsautoriteiten die betaald worden om catastrofes te voorzien en te vermijden, spelen in onze overgemediatiseerde maatschappij graag op grote zekerheid. Niemand wil later het verwijt krijgen dat hij te laat (of niet) heeft gewaarschuwd voor een mogelijk probleem. Als er na een waarschuwing geen probleem blijkt te zijn, is dat minder erg dan omgekeerd.

Over het SARS-virus, dat in 2003 vooral Azië teisterde, werden ook rampscenario’s verspreid, waardoor mensen zo bang werden dat autoriteiten drastische maatregelen konden nemen. De ziekte eiste finaal weinig doden, maar sommige waarnemers schrijven dat net toe aan het succes van de door angst ingegeven bestrijdingsmaatregelen.

Wetenschappers schermen graag met scenario’s over hoe erg het zou kunnen worden. Er is in China een genetische mutatie van het Mexicaansegriepvirus opgedoken, waardoor het zich nog veel efficiënter kan verspreiden dan nu het geval is. Op dezelfde manier zou het na verloop van tijd eventueel ook dodelijker kunnen worden. De Mexicaanse griep werd in eerste instantie als een varkensgriep voorgesteld, hoewel het virus zeker elementen uit vogels én mensen in zich draagt. Men gaat er wel van uit dat de mengeling van genetische kenmerken in varkens is gebeurd. Toch zouden varkens nu vooral besmet worden na contact met besmette mensen. De vrees is al geuit dat er niet alleen een pandemie onder mensen zou optreden, maar ook onder varkens, waarbij de ene een permanente bron van besmetting voor de andere kan worden, zodat het nóg moeilijker zou zijn de ziekte onder controle te krijgen.

Het spookbeeld van massale sterfte is gelinkt aan het gegeven dat griepvirussen over de kwaliteiten beschikken om een ravage in de mensenwereld aan te richten. De Spaanse griep uit 1918 is het bekendste voorbeeld, met op zijn piek wereldwijd 4 miljoen slachtoffers per maand – dat is dubbel zoveel als het totale aantal aidsslachtoffers in 2007. De Aziatische griep veroorzaakte in 1957 circa 150.000 doden per maand, en in 1968 (als de zogenaamde Hongkongversie van de ziekte) ongeveer 80.000.

Helaas weet je nooit op voorhand wat je zult krijgen. Het goede nieuws is wel dat er vandaag middelen beschikbaar zijn om de strijd tegen griepvirussen effi-ciënter te voeren dan ooit tevoren. De kans dat iets zoals de Spaanse griep nog een grote ravage in onze maatschappij kan aanrichten, is véél kleiner geworden dan destijds.

DOOR DIRK DRAULANS

Iederéén kan het slachtoffer worden van deze ziekte. Het is onmogelijk na te gaan wie extra kwetsbaar is en wie niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content