De hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag, Luis Moreno-Ocampo, ziet de toekomst positief tegemoet. ‘Dit Hof werpt zijn schaduw vooruit. Wie kindsoldaten ronselt of seksueel geweld als oorlogswapen gebruikt, is nergens ter wereld nog veilig.’

In 2008 werd de toenmalige secretaris-generaal van Amnesty International, Irene Khan, door de Universiteit Gent gelauwerd met een eredoctoraat. Het bracht de organisatie op een idee. Ze introduceerde een Leerstoel Amnesty International aan die universiteit, en die ging in 2009 naar de Egyptische activiste en schrijfster Nawal El Saadawi. In 2010 is de hoofdaanklager bij het Internationaal Strafhof in Den Haag, Luis Moreno-Ocampo, aan de beurt. Hij krijgt de leerstoel voor zijn bijdrage aan de bestraffing van de ergste misdaden en de zwaarste mensenrechtenschendingen. De Argentijn is verguld met de onderscheiding. Hij was in de jaren tachtig in zijn geboorteland al actief in het proces tegen de leden van de militaire junta, die verantwoordelijk waren voor de dood van duizenden mensen. ‘De wisselwerking met de academische wereld en met een organisatie zoals Amnesty International is voor ons zeer interessant’, zegt Moreno-Ocampo. ‘Het Internationaal Strafhof is een nieuwe vorm van samenwerking tussen meer dan 100 landen, die een gemeenschappelijk rechtssysteem willen installeren. Welke wapens hadden wij vroeger, toen de Argentijnse generaals duizenden mensen zonder vorm van proces gevangenhielden? Voor de landen die het verdrag ratificeerden, is het Strafhof vandaag een baken van gerechtigheid.’

Het Internationaal Strafhof steunt op het Statuut van Rome van 1998. Het moet genocide, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden onderzoeken – maar alleen als de nationale staten zelf geen actie ondernemen. Omdat het Statuut pas in werking kon treden als het door 60 staten was geratificeerd, duurde het tot 2002 voor er een nieuwe stap kon worden gezet. Dat jaar geldt als het echte begin van het Hof. Dat is daarom ook alleen bevoegd voor feiten die sinds 2002 zijn gepleegd.

Er lopen bij het Strafhof in Den Haag op dit moment drie processen. De zaak tegen de Congolese krijgsheer Thomas Lubanga werd bijna twee jaar geleden opgestart. Ook de militieleiders Germain Katanga en Matthew Ngudjolo worden beschuldigd van misdaden tegen de mensheid in de Democratische Republiek Congo. De voormalige Congolese vicepresident Jean-Pierre Bemba, die in België werd gearresteerd, staat terecht voor feiten die in de Centraal-Afrikaanse Republiek zijn gepleegd.

Voorts schreef het Hof negen aanhoudingsbevelen uit, die nog niet zijn uitgevoerd. Zo hangt onder meer Joseph Kony van het Ugandese Lord’s Resistance Army, de voormalige Sudanese minister van Binnenlandse Zaken Ahmed Harun en de Sudanese president Omar Bashir een arrestatie boven het hoofd. Harun en Bashir uiteraard voor de genocide in de Sudanese provincie Darfur. Delicaat is ook het arrestatiebevel tegen de Congolese militieleider Bosco Ntaganda, die ondertussen de kant van het Congolese regeringsleger heeft gekozen.

Het Hof onderzoekt daarnaast feiten in, onder meer, Colombia, Georgië, Afghanistan, Ivoorkust en Palestina. Kenia accepteerde dat er een onafhankelijk onderzoek werd geopend naar het geweld bij de verkiezingen van begin 2008. Het Hof neemt niet noodzakelijk zelf het initiatief. Het kan ook door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties worden gevraagd om een onderzoek te beginnen naar misdaden tegen de mensheid, zelfs in landen die het Statuut nog niet hebben onderschreven – wat bijvoorbeeld het geval is in Sudan.

President op de vlucht

Wat opvalt, is de grote aandacht van het Internationaal Strafhof voor Afrika. ‘Ik bepaal niet waar misdaden tegen de mensheid worden gepleegd’, zegt Luis Moreno-Ocampo. ‘Zestig jaar geleden zou ik vooral in Europa hebben moeten optreden, in Duitsland. Twintig jaar geleden in Zuid-Amerika. En nu dus in Afrika. De overheid in Tanzania wees ons erop dat verkiezingen in het buurland Kenia in de voorbije twintig jaar altijd met geweld gepaard gingen. Als daar nu niets aan wordt gedaan, is er bij de volgende verkiezingen meer geweld. Als Kenia instort, volgt Tanzania. Die mensen werden daar een beetje wanhopig van. Uit een soort overlevingsdrang. Maar ik ga dus waar de misdaad is, en dat is nu in Afrika.’

Zijn verantwoordelijkheid is groot. Hij bepaalt immers wie er wordt vervolgd en wie niet. ‘De criteria daarvoor staan in de wet’, sust de hoofdaanklager. ‘Mijn jurisdictie is beperkt in de tijd, want ik kan maar misdaden vervolgen die na 1 juli 2002 zijn begaan. Bovendien is het Strafhof een reserverechtbank: ze kan maar optreden als de landen dat zelf niet doen. Ik hoefde bijvoorbeeld geen onderzoek in te stellen naar de bomaanslag van moslimterroristen in Madrid, want dat deed de Spaanse overheid zelf al. Het moet ook altijd om voldoende ernstige feiten gaan. In Kenia werden honderden mensen vermoord en zeker 1000 vrouwen verkracht – voor zover bekend. Dat wil zeggen dat het er misschien 10.000 zijn geweest. 300.000 mensen sloegen op de vlucht. Wie kan er tegen zijn dat ik die dingen onderzoek? De ernst van de feiten is ook de reden waarom ik uiteindelijk een arrestatiebevel uitschreef tegen president Bashir van Sudan.’

Omar Bashir is de eerste president in functie die met het Internationaal Strafhof te maken krijgt. Moreno-Ocampo richtte zijn pijlen eerst op de voormalige minister van Binnenlandse Zaken, Ahmed Harun. Hoewel hij in Sudan zelf geen onderzoek kan instellen, beschikt hij over voldoende bewijzen dat het de minister was die de milities stuurde die in de provincie Darfur dorpen aanvielen, in opdracht van de president. De hoofdaanklager kreeg de vraag om de situatie in Darfur te onderzoeken van de Veiligheidsraad. Maar ze hadden in New York niet meteen verwacht dat hij de president van Sudan zelf zou aanpakken. ‘Dat hadden ze nochtans kunnen weten’, zegt hij. ‘Ik heb een jaar lang bij elke briefing gezegd dat ik iedereen zou arresteren die Harun de hand boven het hoofd hield. Dat is in de eerste plaats Bashir. Een andere Sudanese minister zei ooit dat een stad van drie miljoen mensen zou worden aangevallen zolang er één rebel in die stad rondliep. Dat dreigement hebben ze ook uitgevoerd. Wat zou u zeggen als Brussel werd aangevallen omdat er zich één misdadiger binnen de stadsgrenzen bevindt?’

President Bashir riskeert nu arrestatie in alle landen die het Statuut van Rome hebben geratificeerd. Hij dacht eerst dat hij in Afrika wel veilig zou zijn, maar dat pakt anders uit. Zuid-Afrika inviteerde hem voor de inhuldigingsplechtigheid van president Jacob Zuma, maar zei er wel bij dat hij dan ook meteen zou worden gearresteerd. In Uganda, Nigeria en Venezuela kreeg hij dezelfde boodschap. De presidenten Lula da Silva van Brazilië en Cristina Kirchner van Argentinië weigerden hem te ontmoeten in de marge van een top van Arabische en Zuid-Amerikaanse landen. De Franse president Nicolas Sarkozy zegde zelfs een Frans-Afrikaanse top af om te vermijden dat hij Bashir tegen het lijf zou lopen.

‘Bashir is op die manier als het ware permanent op de vlucht. Mij gaat het erom dat het geweld stopt. Ik herinner me de Amerikaanse president Richard Nixon. Die werd na Watergate nog wel herkozen, maar de media en de openbare aanklager bleven hem zo lang achtervolgen tot hij zich verplicht zag om af te treden. Geen van zijn opvolgers zal dezelfde fout nog maken. Ik geloof in de wet. Hoe meer de wet wordt toegepast, hoe sterker het volk staat. Daar ben ik van overtuigd.’

Luis Moreno-Ocampo beseft dat hij in een zeer politieke en dus gevoelige omgeving werkt. Het gevolg daarvan zou moeten zijn dat de druk stijgt naarmate het gewicht van het Strafhof toeneemt. ‘We weten dat we met politieke factoren rekening moeten houden’, zegt hij. ‘We moeten uitleggen wat we doen. Maar ik kan niet onderhandelen over de wet. Dat is zo volstrekt basic. Als we dat doen, is er geen gerechtigheid. De verkrachting van een paar honderd vrouwen gebeurt niet in een juridische schemerzone. Het gaat bij ons altijd om massale wreedheid. Wij moeten diegenen vervolgen die daar het meest verantwoordelijk voor zijn. Wie dat ook zijn.’

De schaduw van het Hof

De openbare aanklager is ervan overtuigd dat het toepassen van de wet misdaden voorkomt. ‘In de meer dan 100 landen die de jurisdictie van het Internationaal Strafhof erkennen, is dat nu duidelijk. Maar ook in landen die onze jurisdictie niet erkennen, leidt ons werk tot resultaten. In het proces tegen Thomas Lubanga ligt de focus helemaal op het gebruik van kindsoldaten. De Verenigde Naties lieten weten dat er als gevolg van de aandacht voor die zaak in Nepal meer dan 3000 kindsoldaten zijn vrijgelaten.’

Toch kwam het proces tegen Lubanga moeilijk op gang. Moreno-Ocampo wou de kindsoldaten die bereid waren om in Den Haag te getuigen zoveel mogelijk beschermen. Hij beloofde confidentialiteit, en die belofte botste met de eis van de verdediging dat de getuigen open en bloot zouden verschijnen. ‘Kindsoldaten hebben vaak trauma’s opgelopen. Het is niet gemakkelijk om onder hen een groep betrouwbare getuigen te selecteren. Het is mijn taak om bewijslast te verzamelen, om informatie te ontsluiten. Tegelijk moet ik de veiligheid van de getuigen garanderen. De conclusie was dat de verdediging de getuigen wel kan zien, maar de buitenwereld niet. Het is pionierswerk. Maar ieder proces moet eerlijk verlopen. Om geloofwaardig te blijven, moet het Hof de wet respecteren. Eerbied voor de rechten van alle partijen is de hoeksteen van het systeem.’

Naast de inzet van kindsoldaten speelt ook verkrachting voortdurend een rol in de zaken die het Strafhof behandelt. ‘In het geval van Lubanga gaat het erover hoe kinderen worden gerekruteerd als soldaten, maar ook als seksslaven. Bij Joseph Kony idem dito. De zaak tegen Jean-Pierre Bemba gaat over het gebruik van seksueel geweld als oorlogswapen. Zijn soldaten kwamen in de Centraal-Afrikaanse Republiek tussenbeide op verzoek van president Ange-Félix Patasse om een poging tot staatsgreep neer te slaan. Het was een systeem: ze zochten de leider in een wijk en verkrachtten zijn vrouw, zijn dochters en daarna de man zelf. Als een vorm van publieke vernedering.’

Tot nu toe hebben 110 landen het Statuut van Rome geratificeerd. Maar de laatste jaren komen er nauwelijks nog bij. Ze vinden het risico blijkbaar toch te groot, nu duidelijk is dat hun staatshoofden het gevaar lopen te worden vervolgd. Toch denkt Luis Moreno-Ocampo dat over twintig jaar iedereen aan boord is. ‘We moeten het voorlopig nog stellen met de landen die het risico wel willen nemen, maar we merken toch ook dat landen die zich eerst zeer vijandig opstelden nu steeds meer bereid zijn om met ons samen te werken. Rusland vroeg ons om klachten over oorlogsmisdaden tijdens de oorlog met Georgië te onderzoeken. China noemt zich als niet-verdragsland toch een partner van het Hof. Ik was enkele weken geleden in Washington, op bezoek bij de Amerikaanse regering. Er zijn contacten met de Arabische Liga, met Egypte, Qatar.’

‘Het Hof werd in korte tijd een realiteit. Iedereen is het erover eens dat Bashir niet vrijuit mag gaan. Dat is een geweldige verandering. Wie had 30 jaar geleden in Argentinië durven te dromen dat de generaals ooit zouden worden vervolgd? Het blijft intussen wel een pijnlijke vaststelling dat de burgers van sommige landen meer rechten hebben dan de burgers van andere landen. Mensen uit Sri Lanka en Libanon kloppen aan de deur, maar het zijn geen verdragslanden en dus kunnen wij daar niet optreden. Mensen die in Abu Ghraib werden gefolterd, kunnen bij ons niet terecht want Irak doet niet mee.’

En de Verenigde Staten dus ook nog altijd niet, net zo min als China, Rusland en Israël. Blijft dat toch niet de achilleshiel van de hele organisatie? Moreno-Ocampo: ‘We kunnen ze niet verplichten. Maar de Amerikaanse houding is zeker ook veranderd. De regering van George W. Bush stond eerst heel wantrouwend tegenover het Hof. Het eindigde ermee dat ze onze zaken sterk steunde, in Uganda en zeker in Darfur. Ik blijf erbij dat iedereen over een jaar of twintig wel meedoet. Want wie is er nu vóór genocide? De Wereldhandelsorganisatie heeft ooit dezelfde groeipijnen gekend. We hebben globale instellingen nodig die landen helpen om problemen op te lossen. Dat geldt ook voor het klimaat en voor de financiële markten. Wij trekken krijtlijnen. En wat is een decennium in de geschiedenis van de mensheid?’

Het mandaat van negen jaar van Luis Moreno-Ocampo komt intussen in de laatste fase: hij stopt in 2012. Toch vindt hij het nog te vroeg om een balans op te maken. ‘Het gaat de goede kant op, maar laat me eerst de zaken afwerken die bezig zijn.’ Hij vertelt liever hoe het Internationaal Strafhof zijn schaduw vooruitwerpt en dat daardoor legers her en der in de wereld hun procedures veranderen. In Australië waarschuwt de legerleiding er uitdrukkelijk voor dat commandanten die zich misdragen in Den Haag kunnen belanden. NAVO-instructeurs houden officieren en soldaten het schrikbeeld voor ogen dat er op een dag politiemensen voor de deur kunnen staan die handboeien klaar houden.

‘Dat is interessant. Het toont de werking van het Hof op lange termijn. Het heeft invloed op alle structuren, in de hele staat. Het Hof voor de Rechten van de Mens behandelt duizenden zaken. En dat is ook zijn probleem: er ligt te veel op het bord. Wij zijn een rechtbank die in laatste instantie optreedt. Het is zoals met de nouvelle cuisine. Er ligt weinig op het bord, maar wat erop ligt is van uitgelezen kwaliteit. Een zaak in Den Haag heeft impact in Colombia, Sri Lanka en Nepal. De les uit de zaak tegen Thomas Lubanga moet zijn dat wie kindsoldaten gebruikt nergens nog veilig is. Nergens op de hele wereld.’

DE LEERSTOEL AMNESTY INTERNATIONAL WORDT OP 23 MAART TOEGEKEND IN DE GENTSE VOORUIT. DAARNA HOUDT LUIS MORENO-OCAMPO EEN LEZING. DE PLECHTIGHEID EN DE LEZING ZIJN GRATIS EN VOOR IEDEREEN TOEGANKELIJK. RESERVEREN IS NIET MOGELIJK.

DOOR PIET PIRYNS EN HUBERT VAN HUMBEECK

‘Ik ga dus waar de misdaad is. 60 jaar geleden was dat Europa. 20 jaar geleden Zuid-Amerika. Nu is het Afrika.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content