Wie is bang voor president Trump?

Wat zou het voor ons betekenen als Donald Trump president van de Verenigde Staten wordt? Gaan we er economisch op achteruit? Wordt Europa onveiliger? ‘Het is hoogst verontrustend.’

Geen schijn van een kans. Een gesjeesde miljardair die om aandacht schreeuwt. Een egomaniak op de dool. Hij zou niet eens de voorverkiezing van Iowa halen, zeiden de politieke analisten in koor. En toch bulldozerde de New Yorkse vastgoedmagnaat Donald J. Trump zich een weg door de Amerikaanse voorverkiezingen. Vandaag is hij de presumptive nominee voor de Republikeinen, en ondanks alle tegenstand en afkeer binnen de partij lijkt het een uitgemaakte zaak dat hij na de Republikeinse conventie van half juli de officiële presidentskandidaat zal worden.

Maar zelfs dan lijken Trumps kansen op het presidentschap miniem. Geen minderheid die hij nog niet beledigd heeft. Volgens demografen moet hij ongeveer negentig procent van de blanke kiezers aan zijn kant krijgen om op 8 november te kunnen winnen. Dat lijkt zelfs voor een mirakelman als Trump een onmogelijke opdracht.

En toch. De manier waarop Teflon Don als buitenbeentje en volslagen underdog afrekende met alle andere Republikeinse kandidaten, heeft indruk gemaakt. ‘Ik sluit op dit moment niets meer uit’ grijnst Matthew Kaminski, die als hoofdredacteur van website Politico Europe zowel de Amerikaanse als de Europese actualiteit op de voet volgt. ‘Ondanks zijn onorthodoxe stijl is Trump een geboren politicus gebleken. Hij begaat flaters die elke andere kandidaat de das om zouden doen, maar hij lijkt er altijd sterker uit te komen. Dat is ontegensprekelijk een kwaliteit.’

De kaarten liggen niet eens zo slecht voor hem, vindt Kaminski. ‘Na acht jaar Obama merk je dat de bevolking op zoek is naar verandering. Die zal ze bij Hillary Clinton niet vinden. Bovendien is Clinton geen onklopbare tegenkandidaat. Als je ziet hoe moeilijk ze het had tegen een redelijk onverkiesbare tegenstander als Bernie Sanders, moet dat voor Democraten bijzonder onrustwekkend zijn.’

Het is lastig zich een beeld te vormen van het buitenlands beleid dat Donald Trump wil voeren. Zijn discours staat bol van de tegenstrijdigheden. Er is het uitzinnige plan om de grens met Mexico af te zetten met een gigantische muur. Hij wil een migratiestop voor moslims en uitte openlijk twijfels bij het voortbestaan van de NAVO. In welke mate die voorstellen beredeneerd zijn, is voor experts een raadsel. ‘Ik heb de indruk dat zelfs Donald Trump niet altijd weet wat Donald Trump van plan is’, aldus Kaminski.

America First

Op 27 april gaf Trump een opmerkelijke speech in het Center for the National Intrest, een conservatieve denktank die opgericht werd door voormalig president Richard Nixon. Trump had de dag voordien nog eens vijf staten binnengehaald en achtte de tijd rijp om zich van zijn meest presidentiële kant te tonen. In plaats van de niet altijd even samenhangende grammaticale acrobatie waarvan hij zich doorgaans bedient, las hij zijn tekst dit keer keurig af van de autocue. Geen overslaande stem of ongecontroleerde uithalen naar vrouwen, etnische minderheden of kritische journalisten. America First, luidde de boodschap. Trump maakt zich sterk dat hij als president ‘het roest van het Amerikaanse buitenlandbeleid zal afschudden.’

En hoewel Trumps speech nog steeds de nodige vaagheid en contradicties bevatte, is America First toch een indicatie van hoe een eventuele Trumpdoctrine eruit zou zien. ‘En die zou grote gevolgen voor Europa hebben’ zegt Derk Jan Eppink, die sinds 2013 aan de slag is voor het conservatieve London Center for Policy Research. ‘Trump bekijkt de internationale politiek als een zakenman. Hij denkt in termen van deals, waarbij hij enkel het Amerikaanse belang voor ogen heeft. En dus vindt hij dat de VS niet langer de politieagent van de wereld kunnen zijn. Hij is niet geneigd tot interventies waarbij de Amerikanen geen onmiddellijk voordeel hebben. Trump heeft niet de ambitie om de wereldkaart te hertekenen.’

Die isolationistische tendens is niet nieuw in de Verenigde Staten. Ondanks de strategische belangen is het Amerikaanse enthousiasme om Europa te beveiligen de voorbije jaren serieus teruggelopen. ‘President Obama heeft zich amper beziggehouden met Europa’ zegt Willem Post, die als Amerikakenner verbonden is aan het Nederlandse onderzoeksinstituut Clingendael. ‘In tegenstelling tot Hillary Clinton heeft Obama nauwelijks een band met Europa.’

Trump toont zich ook in economisch opzicht een isolationist. Volgens hem hebben slecht onderhandelde vrijhandelsakkoorden de VS miljoenen banen gekost. Ook hier is de inzet voor Europa groot, waarschuwt Bart Kerremans, professor internationale relaties en Amerikaanse politiek (KU Leuven). De Verenigde Staten en de Europese Unie onderhandelen sinds 2013 over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Met dat vrijhandelsverdrag zouden Europa en de Verenigde Staten een eenheidsmarkt worden, waardoor Europese en Amerikaanse bedrijven gemakkelijker aan de overkant van de Atlantische Oceaan kunnen investeren. ‘Europa hoopt met het handelsakkoord de eigen slabakkende economie weer aan te zwengelen,’ stelt Kerremans, ‘maar eigenlijk is het vooral een politiek project. Door meer handel te drijven, hoopt de EU zich ook op lange termijn van de Amerikaanse bescherming te verzekeren.’

Harde aanpak

Isolationisme doet het ook goed bij de Amerikaanse kiezer. Bij de Democratische voorverkiezingen manifesteert zelfs Bernie Sanders zich als een economisch isolationist, die ertoe bereid is handelsverdragen op te blazen om Amerikaanse jobs te redden. Want ondanks de lage werkloosheidscijfers en de economische groei staat de Amerikaanse middenklasse meer dan ooit onder druk. ‘Een groot deel van de Amerikaanse bevolking heeft het gevoel dat ze genaaid wordt’, zegt Kaminski. ‘De kern van Trumps electoraat bestaat uit laagopgeleide blanken die de vaardigheden missen om mee te draaien in een moderne economie. Tot voor kort behoorden zij nog tot de brede middenklasse, maar nu hebben ze het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Daar speelt Trump graag op in wanneer hij China of Mexicaanse migranten als zondebok opvoert.’

Toch bestaat Trumps buitenlands beleid niet alleen uit opportunisme of electorale berekening, benadrukt Thomas Wright van de prestigieuze Brookings Institution. Hij wijst erop dat Trump al in 1987 zo’n 95.000 dollar neertelde voor een paginagrote advertentie in kwaliteitskranten als The New York Times, The Washington Post en The Boston Globe. In een soort open brief richtte Trump, toen al een bekend vastgoedmagnaat, zich tot het Amerikaanse volk. ‘Er is niets mis met Amerika’s defensiebeleid wat je niet kunt oplossen met ruggengraat’ luidde de kop van de brief, die letterlijk op de pagina gefotokopieerd lijkt.

Trump beklaagt zich erover dat ‘Japan en andere landen’ het buitenlands beleid van de Verenigde Staten misbruiken. Vooral Japan krijgt er in de brief van langs. Want Japan profiteert van de Amerikaanse inspanningen in de Perzische Golf, omdat het – in tegenstelling tot de Amerikanen – nagenoeg al zijn olie uit die regio haalt. Daarnaast verwijt hij de Japanners ook dat ze de yen onderwaarderen om de Amerikaanse exportpositie te verzwakken. ‘Waarom betalen zulke landen de Verenigde Staten niet voor de mensenlevens en miljarden dollars die we verliezen terwijl we hun belangen beschermen? (…) De wereld lacht onze politici uit omdat we schepen beschermen die niet van ons zijn, die olie vervoeren die wij niet nodig hebben, die bestemd zijn voor bondgenoten die ons niet helpen.’ De oplossing voor het euvel is snel gevonden. ‘Belast die rijke landen, niet Amerika. Maak een eind aan ons gigantische begrotingstekort, laat de Amerikaanse economie groeien zonder gehinderd te worden door die landen te verdedigen die het zich gemakkelijk kunnen veroorloven om ons te betalen voor het beschermen van hun vrijheid. Laat ons geweldig land niet langer uitgelachen worden.’

Drie jaar later benadrukt Trump in een interview met Playboy nog eens zijn bijna viscerale afkeer voor zwakte. ‘Zwakte veroorzaakt altijd problemen. (…) Als dit land nog veel zachter of vriendelijker wordt, houdt het binnenkort letterlijk op te bestaan. (…) De hele wereld spuwt op ons.’ Op de vraag hoe zijn buitenlands beleid als president eruit zou zien, antwoordt Trump dat hij in ‘extreme militaire kracht’ gelooft. ‘President Trump zou niemand vertrouwen. Hij zou zowel de Russen als onze bondgenoten wantrouwen. We zouden een fenomenaal militair arsenaal hebben, dat we zouden perfectioneren en begrijpen.’

Free-riders

Dat wantrouwen tegenover de bondgenoten speelt ook nu een rol. Trump laat geen kans voorbijgaan om zich kritisch uit te laten over de zogenaamde free-riders, de landen die profiteren van de NAVO-paraplu zonder daar zelf voor bij te dragen. Daarin staat hij niet alleen, zegt Daniel Fiott, defensiespecialist aan het Institute for European Studies van de Vrije Universiteit Brussel. ‘Ook president Obama heeft de Europese lidstaten al meermaals op de vingers getikt voor hun schamele bijdragen. Als Hillary Clinton president wordt, zal Europa aangemaand worden om meer geld te investeren. Europa zal de komende decennia miljarden moeten investeren in defensie. We zijn voor onze veiligheid volledig op de Amerikanen aangewezen.’

De gevraagde inspanningen zijn niet min. Waar NAVO-leden verondersteld worden minstens twee procent van hun bruto nationaal product aan Defensie te besteden, lag het gemiddelde van de Europese NAVO-leden in 2015 op nauwelijks 1,4 procent. België besteedde in 2015 nauwelijks 0,9 procent van zijn bnp aan zijn leger. Ter vergelijking: in de Verenigde Staten gaat 3,6 procent van de welvaart naar het leger.

Aan die praktijken wil Trump onmiddellijk een einde maken: ‘Wie niet dokt, vliegt eruit.’ Minder dan een maand geleden liet hij nog optekenen dat hij de NAVO ‘overbodig en veel te duur’ vond. ‘Ik zou het niet erg vinden als ze uit elkaar valt.’ Toch gaat Trumps lauwe enthousiasme voor de NAVO verder dan campagneretoriek. ‘Hij ziet niet in waarom Europa een bevoorrechte relatie met de Verenigde Staten zou verdienen’, zegt Kaminski. ‘Aan de gemeenschappelijke waarden van Europa en de VS, op basis waarvan we al decennialang goede banden onderhouden, hecht hij geen belang. Europa is voor hem eerder een economische concurrent dan een strategische partner.’

Trump heeft ook een curieuze smaak wat bondgenoten betreft. Hij sprak al meermaals zijn appreciatie uit voor de Russische president Vladimir Poetin. Trump moet zowat de enige Republikeinse presidentskandidaat zijn die de banden met de vijand van weleer wil aanhalen. ‘Die toenadering tot Rusland is ronduit verontrustend’, vindt Fiott. ‘Europa, en dan vooral de Centraal-Europese staten, worden echt bedreigd. Rusland heeft de Krim geannexeerd en probeert het oosten van Oekraïne te destabiliseren. Als je nu de diplomatieke relaties met Rusland verbetert, laat je Rusland gewoon toe het internationale recht naar eigen goeddunken te overtreden. Dat zou een uiterst gevaarlijk precedent zijn.’

Ook Trumps voorliefde voor de harde hand lijkt een reden tot ongerustheid. Zo heeft hij al meermaals verklaard dat de wereld er beter aan toe was toen autocratische leiders als Muammar Khaddafi, Saddam Hoessein en Bashar al-Assad hun bevolking nog onder controle hielden. Trump ziet er zelfs geen graten in dat Rusland meevecht in Syrië. De nucleaire dreiging van Noord-Korea vindt hij een zaak voor China. En waarom kan Duitsland de stabiliteit in Oekraïne niet garanderen? ‘Je krijgt het idee dat Trump vooral oren zal hebben naar de grote spelers, zoals China en Rusland’, beaamt Kerremans. ‘Het is niet denkbeeldig dat hij als president de wensen van Europa gewoon zal negeren.’

Onfris verleden

Hoe heet zal de soep gegeten worden? Veel zal afhangen van de medewerkers die Trump als president om zich heen zou verzamelen. Zijn huidige team voorspelt alvast weinig goeds. Campagnemanager Paul Manafort werkte als topadviseur van de in 2014 afgezette Oekraïense president Viktor Janoekovitsj en streek in het verleden aardige sommen op als lobbyist voor dictators als Ferdinand Marcos en Mobutu Sese Seko. Trumps Ruslandkenner Carter Page heeft een opmerkelijk verleden als adviseur en aandeelhouder bij het Russische aardgasbedrijf Gazprom. En antiterrorisme-expert Walid Phares heeft een onfris verleden bij een christelijke Libanese militie.

De meeste analisten denken dat Trump de komende maanden wel wat gas terug zal nemen. ‘En toch ga ik er zeker niet van uit dat het allemaal wel zal meevallen’, zegt Willem Post (Clingendael). ‘Als Trump president wordt en hij na vier jaar herverkozen wil worden, zal hij toch een deel van zijn verkiezingsprogramma moeten realiseren.’ Post wijst op de grote macht die de Amerikaanse grondwet aan zijn president toekent. ‘De president heeft heel wat invloed op het buitenlands beleid. Als opperbevelhebber kan hij het Amerikaans leger inzetten zonder toestemming van het Congres. Het is dus hoogst verontrustend dat iemand als Trump voor die positie in aanmerking komt.’

Kaminski denkt dat Trump het presidentschap ongelofelijk frustrerend zou vinden. ‘De Verenigde Staten zijn nu eenmaal geen autoritaire dictatuur waarin hij zonder tegenspraak zijn wil kan opleggen aan de rest van de wereld. Het is voor een president gemakkelijker om een oorlog te starten dan een wet door het Congres te krijgen.’

DOOR JEROEN ZUALLAERT

‘Trump bekijkt internationale politiek als een zakenman. Hij denkt in termen van deals, waarbij hij enkel het Amerikaanse belang voor ogen heeft.’

‘Als dit land nog veel zachter of vriendelijker wordt, houdt het binnenkort letterlijk op te bestaan.’ Donald Trump

Trump gelooft in ‘extreme militaire kracht’. Hij vertrouwt niemand.

‘Het is niet denkbeeldig dat hij als president de wensen van Europa gewoon zal negeren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content