Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen: niet voor morgen.

Vlaanderen is klein. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), waarvoor in 1997 de aftrap werd gegeven, moet de beperkte ruimte voor de toekomst zo billijk mogelijk afbakenen. Een moeilijke evenwichtsoefening. Dat RSV moet zich vertalen in Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP), op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau, de vervangers van de aloude gewestplannen.

De Vlaamse regering beloofde in 1999 een ‘versnelde operationalisering’ van het RSV. Tegen 2007 moeten de bedrijven er 7000 hectaren ruimte bij krijgen, bos- en bosuitbreidingsgebieden moeten met 10.000 hectaren groeien. De beloofde 38.000 extra hectaren aan reservaat- en natuurgebied moet al tegen 2003 gerealiseerd zijn.

Geen sinecure, want op dit moment moet er over de eerste schijf van 6000 hectaren groen al bikkelhard onderhandeld worden. Minister Dirk Van Mechelen (VLD), tevens bevoegd voor Economie, heeft met zijn cel Strategische Planning Ruimtelijke Economie voorrang gegeven aan de invulling van de economische, ruimtelijke behoeften.

Het is ook nog altijd wachten op het eerste gewestelijke RUP. De behandeling van zo’n eerste plan (voor de regio Aalst) begon enkele dagen geleden. Van de 308 Vlaamse gemeenten zijn vandaag tien gemeenten klaar met hun Ruimtelijk Structuurplan (dus nog geen uitvoeringsplannen). De studiebureaus verdienen dezer dagen veel geld, maar ze hebben hun handen vol en dat is vaak te merken aan de kwaliteit van het geleverde werk. Welgeteld 101 gemeenten zijn nog niet verder geraakt dan een ‘startnota’.

Zonder het arsenaal aan op elkaar afgestemde RUP’s blijft een gecoördineerd stedelijk beleid aartsmoeilijk en altijd een beetje ad hoc. De druk op het buitengebied blijft navenant groot.

Toch maakt de minister zich sterk dat voor het einde van het jaar ‘meer dan 80 procent’ van de gemeenten begonnen zal zijn met de voorbereiding van de plannen. ‘Sinds de nieuwe coalities aan de macht zijn, zit het in een stroomversnelling. Elke dag komen er nu nieuwe plannen binnen. Op gewestelijk vlak zijn we gestart met de afbakening van alle stedelijke gebieden in Vlaanderen, op Brugge en Roeselare na. Het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen is en blijft zeer abstract. Maar tussen dit en drie jaar zal het allemaal fysiek voelbaar worden. En die periode hebben we ook nodig om op alle andere fronten de rust te herstellen.’

De strijd tussen de behoeften aan extra ruimte voor natuur, economie en wonen is wel degelijk groot, maar Van Mechelen ontkent dat hij de economische noden voorrang geeft. ‘Tot voor kort hield iedereen en niemand zich bezig met een visie op ruimtelijke economie. Er was niets. Als wij er niet voor zorgen dat er een wetenschappelijk onderbouwde visie komt om hard te maken dat er nood is aan zo’n 10.000 extra hectaren, dan leggen we er in Vlaanderen de komende vijf jaar geen enkele vierkante meter bedrijfsterrein bij. Het is belangrijk om gelijke tred te houden met de andere sectoren.’

Behoefte aan extra ruimte om te wonen is er in elk geval niet, in weerwil van de recente beelden over kandidaat-kopers die ’s nachts in de rij staan voor een stukje grond. De KU Leuven leverde vorige week een studie af waaruit blijkt dat er in heel Vlaanderen anno 2000 in de bestaande woonzones in totaal nog zo’n 100.000 percelen grond ‘onbezet’ zijn. En nog eens 35.000 percelen in woonuitbreidingsgebied waar volgens de gewestplannen vandaag al kan worden gebouwd. ‘Vanuit Ruimtelijke Ordening is er in Vlaanderen dus voldoende bouwgrond aanwezig’, zegt Van Mechelen. ‘Het probleem ligt elders: hoe komt het dat die gronden zo lang niet op de markt komen?’

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content