Piet Piryns
Piet Piryns Piet Piryns is redacteur bij Knack.

Links wint in Parijs en in Lyon, en Chirac ‘kan eindigen zoals Helmut Kohl’.

Het was een ‘historische’ verkiezingsuitslag, daar niet van. Maar er werd niet gedanst op de place de la Bastille, zoals na de overwinning van François Mitterrand in de presidentsverkiezingen van 1981. Links heeft de gemeenteraadsverkiezingen in Parijs dan wel gewonnen, maar dat dankte het uitsluitend aan de verdeeldheid in het rechtse kamp. Aftredend burgemeester Jean Tiberi was verstrikt geraakt in een web van schandalen: gesjoemel met de kiezerslijsten (overleden geen bezwaar), douceurtje hier, vergunninkje daar. Tiberi bleef zijn onschuld staande houden en weigerde de plaats te ruimen voor een tegenkandidaat uit zijn eigen partij, voormalig minister Philippe Séguin. Voor de zoveelste keer had de neogaullistische RPR ( Rassemblement pour la République) veel weg van een konijnenhok waar de razernij is uitgebroken. En zo kon de bleke socialistische kandidaat, senator Bertrand Delanoë, de eerste linkse burgemeester van Parijs worden sinds mensenheugenis.

President Jacques Chirac stond erbij en keek ernaar. Hij waarschuwde weliswaar dat ‘iemand de sombrero van de nederlaag zal moeten dragen’, maar kon geen einde maken aan het gekibbel van zijn partijgenoten. De kans dat uiteindelijk hijzelf die sombrero zal moeten opzetten, is niet gering. Het was immers Chirac (burgemeester van Parijs van 1977 tot 1995) die in 1995 Jean Tiberi in het stadhuis installeerde en hem later als een baksteen liet vallen. En het was Chirac die het systeem van louche partijfinanciering op poten zette – dat is in heel Parijs een publiek geheim, un secret de Polichinelle. Voormalig president Valéry Giscard d’Estaing, nooit te beroerd om zijn aartsvijand een bananenschil voor de voeten te gooien, voorspelde al ‘dat Chirac kan eindigen als Helmut Kohl’. De weddenschappen zijn open. Hoe lang zal Tiberi, decennialang het trouwe factotum van Chirac in het Hôtel de Ville, zijn mond nog willen houden? Er is een boek van de voormalige burgemeester aangekondigd, waarin ‘een paar pikante alinea’s’ zullen voorkomen. En volgend jaar zijn er in Frankrijk zowel parlements- als presidentsverkiezingen.

GEEN ROZE VLOEDGOLF

In die presidentsverkiezingen zal Chirac het moeten opnemen tegen zijn socialistische premier Lionel Jospin. Al veroverde links de grootste twee steden, Parijs en Lyon, de voorspelde ‘roze vloedgolf’ bleef achterwege. Linkse boegbeelden, zoals de groene minister van Milieu Dominique Voynet (in Dole), de socialistische minister van Onderwijs Jack Lang (Blois) en minister van Sociale Zaken Elisabeth Guigou (Avignon) grepen naast de burgemeesterssjerp. In Rijsel haalde voormalig minister Martine Aubry het slechts met de hakken over de sloot.

Binnen ‘ la gauche plurielle‘, de linkse koepel waaronder socialisten, communisten en groenen schuilen, zijn de krachtsverhoudingen grondig gewijzigd. De communisten kregen klappen en verloren met Nîmes hun laatste grote bolwerk. De positie van secretaris-generaal Robert Hue lijkt wankel. Maar de trotskisten boerden goed, wonnen hier en daar een procentje en dus kunnen Alain Krivine en Arlette Laguiller zich opmaken om nog maar eens een gooi te doen naar het presidentschap. Er zijn nog vaste waarden in de Franse politiek.

De groenen boekten over het algemeen forse winst en dat zadelt premier Jospin op met een nieuw probleem. Decennialang werd zijn Parti Socialiste gegijzeld door de communisten, nu wordt ze afhankelijk van de steun van de groenen. Die gaan steeds meer op hun strepen staan en eisen dat voor de parlementsverkiezingen het districtenstelsel (dat functioneert volgens het principe van the winner takes all) vervangen wordt door een systeem van evenredige vertegenwoordiging.

Ter rechterzijde blijven liberalen en gaullisten elkaar bits bekampen: Chirac zal volgend jaar niet de enige rechtse kandidaat zijn voor het presidentschap. Maar behalve in Parijs en Lyon deden de democratisch-rechtse partijen het niet slecht, ze veroverden belangrijke steden als Straatsburg, Rouen, Orléans en Toulouse. Dat hadden ze mede te danken aan de terugval van extreem-rechts, dat de ruzies tussen Jean-Marie Le Pen en zijn rivaal Bruno Mégret nog steeds niet te boven is. Toch behield extreem-rechts drie van zijn vier burgemeesters (Orange, Marignane, Vitrolles) – waaruit geconcludeerd kan worden dat een extreem-rechtse burgemeester niet noodzakelijkerwijs over zijn eigen schoenveters struikelt.

Piet Piryns

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content