Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Laten Belgische onderzoekers proefdieren nutteloos lijden, zoals Gaia beweert ? De wenselijkheid van experimenten met apen moet hoe dan ook in twijfel getrokken worden. Minister Pinxten doet dat.

IN de schedel van twee rhesusapen werd een gat geboord. Op hun kop kwam een helm met elektroden, die in individuele hersencellen drongen. Een spoelvormige draad werd onder de membraan over de oogbol geschoven. Hij stond via een kabeltje door de zijkant van het oog in verbinding met een plug in de schedel. Op hun achterhoofd kregen de apen een stalen pin geplakt. Zo konden ze hun hoofd niet bewegen. Ze werden vastgemaakt in wat in het jargon een ?primatenstoel? heet.

Vervolgens kon het experiment beginnen. Op een scherm werden verschillende vormen (vierkanten en cirkels) geprojecteerd, al dan niet gedeeltelijk afgedekt. De activiteit van ogen en hersencellen werd geregistreerd. Deze experimentele procedure, die vele maanden duurde, leverde een artikel op van dertien bladzijden in de Journal of Neuroscience. Het ging om de vraag hoe hersencellen reageren op het gedeeltelijk afdekken van waargenomen vormen.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van professor Guy Orban van het Laboratorium voor Neurofysiologie van de KU Leuven, die een hele reeks sterk vergelijkbare experimenten heeft uitgevoerd en gepubliceerd. De pressiegroep European Coalition to End Animal Experiments bracht vorige week een rapport uit over het gebruik van apen in wetenschappelijk onderzoek in België. Nog twee andere experimenten van Orbans groep werden beschreven. Een uit het vakblad Neuropsychologia, dat steunde op twee rhesusapen bij wie de verbindingen tussen de twee hersenhelften werden doorgesneden om te zien hoe dat de reacties van de oogbol op visuele prikkels beïnvloedde. En een ander uit de Journal of Neurophysiology, waarin vijftien Javaanse apen onder verdoving een gat in de schedel kregen waardoor weer elektroden geschoven werden. Vervolgens lagen de dieren vijf dagen lang verlamd en verdoofd voor een computerscherm waarover diverse vormen rolden. De reacties van de hersencellen werden geregistreerd. Na afloop werden de dieren gedood om na te gaan of de elektroden wel op de juiste plaats in de hersenen hadden gezeten.

BLIJVEND LETSEL.

?Dit soort experimenten moet worden stopgezet,? zegt Michel Vandenbosch van de organisatie voor dierenrechten en dierenbevrijding Gaia. ?Het gaat om totaal overbodige proeven die de apen ernstig leed en pijn berokkenen, en die weinig of geen wetenschappelijke waarde, laat staan medisch nut hebben. Apen zo doen lijden, is niet alleen totaal onethisch, het is ook slechte wetenschap. Bovendien nemen de verantwoordelijken een loopje met de wet. De Europese richtlijn uit 1986 over het gebruik van dieren voor proeven, die in de Belgische wetgeving is overgenomen, zegt dat een experiment niet mag worden uitgevoerd als een methode zonder dieren beschikbaar is. Als het toch nodig is, moet het kleinst mogelijke aantal dieren met de laagste graad van neurofysiologische gevoeligheid gebruikt worden. Het experiment moet zo worden uitgevoerd dat het risico op pijn of een blijvend letsel minimaal is. Een dier mag niet meer dan één keer gebruikt worden voor proeven die hevige pijn of veel leed veroorzaken. De proeven van de KU Leuven voldoen aan geen enkele van deze voorwaarden.?

Professor Orban reageert scherp op deze aantijgingen : ?Hersenfysiologisch onderzoek bij de aap is de enige manier en dus onontbeerlijk om dit soort informatie te verzamelen. Ons onderzoek gebeurt in correcte omstandigheden. Het aantal dieren wordt tot een strikt minimum beperkt : typisch twee per proef. Aangezien dit soort experimenten de volledige medewerking van de dieren vraagt, moeten zij in topconditie zijn. Pijn, stress en andere factoren hebben invloed op het functioneren van het dier. Het is dus in het belang van het onderzoek dat de experimenten gebeuren in de omstandigheden die voor de dieren het meest comfortabel zijn. Alle behandelingen gebeuren dus zonder de dieren pijn te berokkenen. Inzake herkomst en huisvesting van de dieren volgen wij de normen van de Belgische en de Europese wetgeving.?

Orban wijst erop dat de menselijke hersenen zeer belangrijk zijn : ?Dat belang wordt duidelijk aangetoond door de noodlottige gevolgen van hersenaandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson en mentale handicaps. Een minder goede hersenwerking is ook een van de belangrijkste redenen voor de aftakeling van het menselijk functioneren op late leeftijd. Om succesrijke therapieën en revalidatiestrategieën te ontwikkelen, is een grondige kennis van de werking van normale en pathologische hersenen noodzakelijk.?

Dat is het klassieke argument van het medisch nut. In het geval van Orban is dit wel heel ver gezocht. ?Wat de man eigenlijk doet, is een nieuwe discipline creëren,? zegt een neurofysioloog van een andere Belgische universiteit. ?Orban wil een verband leggen tussen de neurofysiologie en de cognitieve psychologie. Hij wil meer bepaald de relaties bestuderen tussen de activiteit van hersencellen en concepten uit de psychologie, zoals de categorisatie van objecten. Reageren hersencellen anders als ze objecten klasseren volgens schema’s dan volgens voorbeelden opgedaan uit ervaring ? Dat soort vragen. Ik zie niet in hoe dat ooit tot medische toepassingen kan leiden.?

Er volgde nog een oprisping : ?Als zijn dieren absoluut niet lijden, en zelfs meewerken, waarom voert hij zijn proeven dan niet uit met studenten, zoals in de neuropsychologie ? Zo vermijdt hij de problemen dat zijn ontdekkingen bij apen niet noodzakelijk voor mensen gelden.? Dat laatste is een delicaat punt. Het is lang niet zeker dat Orbans waarnemingen voor mensen opgaan. Orban refereert in de bespreking van zijn resultaten zelf geregeld aan dit probleem. Zo hield hij het onder meer voor mogelijk dat sommige reacties van de apencellen te maken hebben met het feit dat de dieren normaal gesproken in bomen leven.

DEONTOLOGISCH COMITE.

Minister van Landbouw Karel Pinxten (CVP) is verantwoordelijk voor het toezicht op dierproeven in ons land. Hij wijst erop dat de Belgische wetgeving terzake vier grote luiken bevat. Ten eerste, de verplichte erkenning van laboratoria die dierproeven uitvoeren, en van instellingen die proefdieren kweken en leveren. Ten tweede, de aanduiding van een deskundige voor de controle op de gezondheid en het welzijn van de proefdieren. Voorts, de regeling van de huisvesting van de dieren. En tenslotte, de oprichting van een nationaal deontologisch comité en, op een lager niveau, van een ethische commissie in de laboratoria.

?Elke wetgeving moet rekening houden met de realiteit en de sociale evolutie,? zegt Pinxten. ?De realiteit is dat een recent rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie bepaalt dat er op dit ogenblik voor 2.500 ziekten nog altijd geen therapeutische oplossing gevonden is. Als er geen valabele alternatieven zijn, is het in sommige gevallen nodig om dierproeven uit te voeren. Anderzijds is de houding ten opzichte van dierenwelzijn en dierproeven in de samenleving geëvolueerd. Het dierenleven verdient respect, niet alleen vanwege het nut voor de mens, of zelfs niet omdat het dier pijn kan voelen, maar omwille van zijn intrinsieke waarde. Daarom moeten we ernaar streven dat op termijn alternatieve methoden voor dierproeven de norm worden, en proeven op dieren de uitzondering.?

Pinxten gaf zijn deontologisch comité de specifieke opdracht om de apenproeven van Orban te onderzoeken : ?Ik wil van het comité een rapport over de nuttigheidsgraad van dat onderzoek. Ik wil ook dat het comité de nuttigheidsgraad onderzoekt van alle proeven per diergroep, te beginnen bij de aap, via de hond en de kat naar de rat en de muis, enzovoort. Als blijkt dat bepaalde onderzoeken onvoldoende nuttig zijn, moeten ze worden stopgezet.?

Pinxten wil, met andere woorden, weten of het nodig is dat we op de wijze van Orban leren hoe hersencellen van apen reageren op het gedeeltelijk afdekken van vormen. Aan de KU Leuven wordt met ongeloof op dit voorstel gereageerd. ?De onderzoekswereld heeft geen bezwaar tegen regulatie en controle,? benadrukt decaan Guy Mannaerts van de faculteit geneeskunde. ?Maar ze moeten op basis van gegronde argumenten door competente mensen gebeuren. Ik denk niet dat beschuldigingen van Gaia daarin passen. Het is heel moeilijk om eventuele toepassingen van fundamenteel wetenschappelijk werk te voorzien. Er is ook een verschil tussen het oordelen over het opzet van een proef en de mate van pijn en lijden enerzijds en de wetenschappelijke gegrondheid en kwaliteit van het onderzoek anderzijds. Dat laatste is voer voor specialisten uit de sector.?

Professor Eric Vanderstraeten van het departement biologie van de Universiteit Antwerpen is lid van het deontologisch comité van Pinxten. Aan hem de vraag of de experimenten van Orban door de beugel kunnen. ?Met de informatie waarover ik nu beschik, zou ik zeggen : nee. We moeten zeer kritisch staan ten opzichte van proeven met apen, hoewel ik er niet a priori tegen ben. Ze kunnen in ieder geval niet als er alternatieven zijn, en niet als ze geen medische doeleinden dienen. Die zie ik hier niet onmiddellijk gerealiseerd, ondanks de argumentatie die in die richting gegeven wordt.?

In het rapport van Gaia over proeven met apen in België werd ook een experiment met bavianen besproken, uitgevoerd door het Centrum voor Moleculaire en Vasculaire Biologie van professor Désiré Collen, en gepubliceerd in het vakblad Circulation. De dieren werden gebruikt om een nieuw geneesmiddel te testen dat bloedklonters oplost. Ze zouden daarbij in zulke kleine kooien gezeten hebben, dat ze niet eens konden rechtstaan. Zelfs de medische relevantie van het werk werd betwist, omdat onderzoek uitwees dat Collens eerste geesteskind (de antibloedstoller tPA) voor mensen helemaal niet het nuttige effect had dat werd verwacht na proeven met apen. Collen reageerde furieus op deze aantijgingen, die hij ?schandalig? noemde. Hij beweert dat het middel dat in deze proef ontwikkeld werd, jaarlijks drieduizend mensenlevens redt.

CIRCUSSEN.

Vanderstraeten is iets genuanceerder : ?Zelfs van dit onderzoek, dat duidelijk medische toepassingen heeft, zou ik de wenselijkheid durven betwijfelen. Het hertesten van een nieuw middel voor iets dat al bestaat er zijn goede antibloedstollers op de markt is een element om nieuwe proeven te weigeren. Meestal is een dossier echter heel complex, zodat een eenvoudig antwoord weinig waarschijnlijk is.?

Vanderstraeten gebruikt het voorbeeld van de bavianen om aan te duiden dat de Europese richtlijn over huisvesting van de dieren ontoereikend is : ?De normen zijn geen garantie voor het welzijn van de dieren. Voor dierentuinen zijn de normen veel strenger dan voor circussen en proefdierencentra. In circussen kan natuurlijk niet wat in een zoo wel mogelijk is. Het houden van zekere diersoorten zou daar beter verboden worden. Ik zie echter niet in waarom laboratoria geen betere huisvesting kunnen garanderen. Als dierentuinen verplicht worden om apen in groep te houden, waarom zou dat dan niet voor laboratoria gelden ??

Dierenarts Kris Meurrens is directeur van het proefdierencentrum van de KU Leuven. Hij onderkent praktische problemen in de voorstellen van Vanderstraeten : ?Huisvesting in groep is dikwijls moeilijk, onder meer voor bavianen. Niet alle dieren zijn even sociaal. Daarenboven zijn het meestal mannetjes, wat extra problemen geeft. Ervaringen elders leerden dat dierenverzorgers grotere groepen niet goed in het oog kunnen houden. Er moet worden afgestapt van de stelling dat grotere kooien per definitie een beter welzijn impliceren.?

Meurrens benadrukt dat hij de wetenschappelijke literatuur over proefdieren van nabij volgt om het leven van de dieren aangenamer te maken, en de verveling en eenzaamheid te doorbreken. Zo liet hij in de ruimte met de bavianen bolle spiegels plaatsen, zodat de dieren elkaar kunnen zien. In elke kooi kwam een stok, waar ze graag op zitten. De speeltjes die ze soms kregen, waren ze na enkele dagen beu.

Volgens Gaia zou een tiental departementen van de KU Leuven proeven met apen doen. De helft van die departementen bestond echter niet eens. ?Er zijn precies twee onderzoeksgroepen waar proeven met apen gebeuren,? zegt Meurrens : ?Die van Collen en die van Orban. Collen moet die proeven doen, omdat hij anders geen klinische tests op mensen kan beginnen. Voor het werk van Orban zijn apen het enige model. Het gaat in totaal om een tiental makaken bij Orban, en maximaal twaalf bavianen bij Collen. Die laatste zullen waarschijnlijk binnenkort in een nieuwe studie betrokken worden. Dat kan, omdat de pijn en het lijden in de eerste proef beperkt waren. De vraag is altijd of een aap twee keer in een experiment wordt gebruikt, dan wel of er twee keer meer apen voor de experimenten worden ingezet.?

Meurrens benadrukt dat een proef met apen zo duur is, dat ze niet zou worden uitgevoerd als het niet absoluut noodzakelijk is. De apen van Orban komen uit kweekcentra in China en Hongarije, die van Collen uit Rusland. Een aap kost per stuk tussen de 80.000 en 150.000 frank. Voor de gewone dagelijkse verzorging moet 200 frank per dier worden aangerekend.

De apen werden dus niet in het wild gevangen, zoals Gaia aanvoerde. Dat heeft een principiële en een praktische reden. ?De principiële reden is dat wij van gekweekte apen een heel gedetailleerd gezondheidsbulletin krijgen,? legt Meurrens uit. ?De praktische reden is dat wij als kleine gebruiker geen wilde apen meer kunnen kopen. Landen als Barbados of de Filipijnen, waar de meeste dieren gevangen worden, hebben quota die ze niet mogen overschrijden. De vraag is echter groter dan het aanbod.? Dat laatste is logisch, want een wilde aap kost de helft minder dan een gekweekte : tussen de 45.000 en 60.000 frank.

Vele Belgische apen zowel gekweekte als gevangen komen ons land binnen via Engeland. In 1994 werden er, volgens het ministerie van Landbouw, 639 apen gebruikt in experimenten. Volgens Gaia waren 358 (of 56 procent) daarvan in het wild gevangen. De organisatie stelt dat er per aap die levend ter bestemming komt, gemiddeld acht op weg naar het laboratorium sterven.

?Het is in feite nog erger dan Gaia denkt,? zegt doctor Eric Van Tilburgh van de diergeneeskundige inspectie. ?Als apen die in het wild gevangen zijn, via een ander Europees land worden ingevoerd, worden ze niet als gevangen geregistreerd. Ik zou durven schatten dat 80 procent van wat hier binnenkomt, in het wild is gevangen. Het gros is bestemd voor het farmaceutisch bedrijf Smith-Kline in het Waalse Rixensart. In feite worden de meeste van deze dieren niet voor proeven gebruikt. Ze worden onmiddellijk gedood, want hun weefsels zijn nodig om de kwaliteit van poliovaccins te controleren voor ze op de markt komen.?

Van Tilburgh coördineert onder meer de registratie van de laboratoria die met proefdieren werken. Het verzamelen van cijfers is belangrijk, vooral omdat de Europese Commissie voorziet dat het aantal gebruikte proefdieren tegen het jaar 2000 met de helft moet verminderen. Er zijn vierhonderd aanvragen tot erkenning binnengekomen, waarvan een tiental geweigerd zal worden. Elf laboratoria zouden met apen werken (of willen werken).

?Wij zijn zelf onvoldoende onderlegd om alle ethische aspecten van een proef te beoordelen,? zegt Van Tilburgh. ?Daarom vind ik het belangrijk dat de minister aan het deontologisch comité specifiek de vraag naar de wenselijkheid van de proeven van Orban stelt. Het is niet omdat iemand Orban heet, en wereldwijd als specialist erkend is, dat de minister niet mag weten wat hij met zijn apen doet. Het heeft mij overigens verbaasd dat de dierenbeschermers in dat Pentagon van de KU Leuven zijn binnengeraakt.?

Dirk Draulans

De makaken van de KU Leuven zouden in de proeven niet lijden. Ze zouden zelfs meewerken.

De bavianen van de KU Leuven worden binnenkort waarschijnlijk in een nieuw experiment gebruikt.

Het is bijna zeker dat chimpansees zich bewust zijn van wat ze doen en ondergaan.

De bevoegde minister, Karel Pinxten : De alternatieven voor dierproeven moeten de norm worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content