Polygamie ligt gevoelig in de Amerikaanse staat Utah. Officieel is veelwijverij er net als in de andere staten verboden, maar de overheid kijkt meestal de andere kant op.

‘Dit’, zegt Vicki Prunti, ‘is allemaal van de Kingstons.’ Ze parkeert haar auto naast een weggetje buiten Salt Lake City. Her en der staat een bouwvallig huisje. Lakens voor de ramen. Verzakte caravans en oude auto’s eromheen. ‘Je moet niet vergeten dat de Kingstons 150 miljoen dollar waard zijn’, zegt Prunti. ‘Ondertussen stoppen ze hun vrouwen en kinderen hierin.’

De mannen wonen er niet. ‘Die hebben ieder meer dan twintig vrouwen’, weet Prunti. ‘Ze stellen schema’s op wanneer ze welke vrouw bezoeken. Meestal bepaalt de datum van de ovulatie wanneer hij komt.’

We rijden voort, voorbij een bord met ‘Sweet Town’ erop. Daarachter ligt een stinkend industrieterrein met een metaalverwerkingsbedrijf. Een mijn voor de deur, waar de giftige chemicaliën uitdruipen, de grond in. Ook hier staan huizen. ‘Polygamisten zitten overal’, zegt Prunti. Ze werkt voor Tapestry of Polygamy, een organisatie die vrouwen en kinderen helpt weg te komen uit polygame families. In hun eentje is dat zo goed als onmogelijk. ‘Ze hebben geen rijbewijs, geen bankrekening, geen geboortebewijs, geen socialezekerheidsdocumenten. Ze hebben nauwelijks een opleiding gehad. Ze bezitten niets. Ze zijn bang van de zondige buitenwereld. Ze worden bedreigd met de dood door hun man. Ze zijn bang dat ze naar de hel gaan als ze niet langer polygaam leven.’ Even stilte. ‘Maar desondanks slaan ze toch op de vlucht,’ zegt ze uiteindelijk, ‘omdat ze op het punt komen waarop ik heb gestaan: als een polygaam leven de hemel is, ga je liever naar de hel.’

Oogverblindend wit: de tempel van de Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (LDS) – de mormoonse kerk – vormt het hart waar de Amerikaanse stad Salt Lake City omheen is gebouwd. Rond het bouwwerk lopen agenten van de kerkelijke veiligheidsdienst. Strak in het pak, dopjes in het oor. De paranoia na de moord op hun profeet Joseph Smith (1805-1844) zijn de mormonen nooit kwijtgeraakt.

Smith beweerde dat God hem had verteld dat hij met zoveel vrouwen mocht trouwen als hij wilde. Hierdoor kon de religie snel in omvang toenemen en vergaarden de mormonen economische en politieke macht in elke plaats waar ze zich vestigden. Hun polygame levensstijl was olie op het vuur voor andere kolonisten die van de mormonen afwilden. Een menigte in Missouri vermoordde Smith tenslotte. Onder leiding van zijn opvolger Brigham Young trokken de mormonen daarop naar het westen en stichtten halverwege de 19e eeuw hun land van melk en honing: de staat Utah. Nadat de Verenigde Staten bijna een oorlog aangingen over polygamie en alle bezittingen van de kerk in beslag dreigden te nemen, schafte de LDS het orthodoxe gebruik in 1890 af. Vlak erna werd het strafbaar, waardoor Utah mocht toetreden tot de Verenigde Staten.

Ruim een eeuw later wordt polygamie nog steeds oogluikend toegestaan. Het is Utah’s ‘dirty little secret’. De kerk doet polygamisten weliswaar in de ban, maar de staat greep tot nu toe alleen juridisch in wanneer hij er echt niet meer onderuit kon. Polygamie ligt uiterst gevoelig in Utah. Veel inwoners, inclusief de gouverneur, zijn er afstammelingen van polygame voorouders. Diep in hun hart gelooft een groot aantal mormonen dat de fundamentalisten de religie belijden zoals die is bedoeld. Maar nu ligt in Utah een wetsontwerp op tafel dat strengere straffen voorstelt voor polygamisten die met meisjes jonger dan 18 trouwen, en voor kerkleiders die zo’n verbintenis arrangeren. In plaats van vijf jaar gevangenisstraf, zoals nu, zouden schuldigen vijftien jaar krijgen.

Naar schatting leven vandaag 30.000 Utahans – de staat telt 2,3 miljoen inwoners – in een van de drie grote polygamisten-clans of in een onafhankelijke groep. Als je weet waar je op moet letten, is Utahs ‘geheim’ open en bloot. Op de snelweg net buiten Salt Lake City prijkt zelfs een trots billboard: ‘Meer dan één. Meervoudig huwelijk, een heilige pionierserfenis.’

MUTATIES

‘Geen vragen stellen. Baby’s maken’, zegt Rowenna Erickson, oprichtster van Tapestry of Polygamy. Zij trouwde met de man van haar zus. ‘Ik hield veel meer van mijn zus dan van hem’, vertelt ze thuis. Haar kleinzoon dribbelt rond. Zijn armen zijn te kort en zijn hoofd is te groot. In haar familie komen veel genetische mutaties voor, zegt Erickson. Vingers zonder nagels, vissenogen, dwergen. ‘En psychische ziektes. Schizofrenie, depressies, het syndroom van Tourette, eetstoornissen.’

Polygamisten verwijzen naar God als Elohim, wat ze vertalen als: enkelvoudig man, meervoudig vrouw. Hoe groter het koninkrijk – de familie – dat de man op aarde opbouwt, hoe groter het territorium dat hij als god in het hiernamaals krijgt. Voor de vrouw geldt: met hoe meer anderen ze haar man kan delen, hoe meer ze het evenbeeld van Jezus wordt.

Ericksons aardse leven had weinig met het paradijs van doen. Ze kreeg acht kinderen. Ze leefden van de bijstand, zoals de meeste vrouwen en kinderen in haar situatie. ‘Die mannen vinden het al een gunst dat je dankzij hen in de hemel komt, dus je moet niet om geld aankomen’, zegt ze. Ze werd van de buitenwereld geïsoleerd, had geen flauw idee hoe daar werd gedacht en geleefd. Vrouwen golden als bezit. Ze werden geslagen, op dieet gezet en ‘genezen’ met kwakzalvermethodes als vasten. Zelf was Erickson aan één stuk ziek. ‘Die vrouwen’, zegt ze, maar ze bedoelt zichzelf, ‘zijn zo passief. Hun geest is gebroken.’

Leden van polygame families weten niet hoe ze een relatie moeten opbouwen, legt ze uit. Emoties worden onderdrukt. Moeders hebben te veel kinderen om aandacht aan hen te besteden. En sommige mannen hebben wel 200 kinderen. Is de vader bekend, dan hoort hij in gezelschap geen liefde voor zijn vrouw te tonen – dat is kwetsend voor de andere echtgenotes. ‘De enige manier waarop mensen contact hebben, is seksueel.’

Erickson is geboren in de Kingston-groep. Met 1500 leden en een zakenimperium van 150 miljoen dollar vormen de Kingstons een van de rijkste familieondernemingen in Utah. Ze doen hun zaken vanuit een bakstenen gebouwtje aan een drukke weg. Geen naam op de voordeur, wel een camera op de achterdeur. In een kwartier lopen er vijf vrouwen in en uit, allemaal met lang haar, een gebloemd bloesje aan een mager lichaam en een slinger kinderen erachteraan. Met een smoes gaan we uiteindelijk zelf naar binnen. In de gang zit de hele clan te vergaderen. Een man met zilvergrijs haar spreekt de kring mannen in ouderwetse kleding zacht toe. Maar onder dat beschaafde uiterlijk gaat een gewelddadige inslag schuil. In 1999 werd David Kingston veroordeeld wegens incest met zijn minderjarige nichtje. Het meisje rende weg nadat ze eerst door haar vader met een riem bont en blauw was geslagen. Hij was woedend omdat ze weigerde de vijftiende vrouw van zijn broer David te worden. De Kingstons werden echter niet aangeklaagd voor polygamie.

FRIS GEBOEND

Rowenna Erickson stapte pas na een huwelijk van 38 jaar op. Het proces dat eraan voorafging, verliep langzaam. ‘Toen ik eenmaal besefte dat het allemaal onzin was en ik niet door God was uitverkoren, stortte ik in. Dat ik mezelf zo had laten behandelen!’ De psychische littekens gaan nooit meer weg, al hoeft ze niet te worden behandeld in een traumacentrum, zoals haar vriendin Vicki Prunti.

Ook zonder bordjes weet je meteen dat je in Utah bent. De gazons zijn opeens keurig aangeknipt. Geen papiertje waait er over straat. De gebouwen ogen identiek. Het conformisme hangt er in de lucht, als de klamme lucht voor het onweer losbarst. Door de opvallend rustige straten van Salt Lake City lopen fris geboende mannen in witte overhemden hand in hand met vrouwen in lange gebloemde jurken. Cafés zijn zeldzaam. Op zaterdagavond gaan ouders met hun kinderen naar een openluchtconcert.

Utah komt akelig dicht bij een theocratie. De Church of Jesus Christ of Latter-day Saints heeft het voor het zeggen: 90 procent van de wetgevers is mormoons, evenals het merendeel van de rechters. Onder de bevolking is dat 70 procent. De kerk wordt, vanuit een wolkenkrabber naast de tempel, gerund als een onderneming. Ze bezit de grootste rundvleesranch ter wereld, evenals een keten van radiostations, een verzekeringsmaatschappij en een onroerendgoedonderneming. Geen enkele grote kerk in Amerika is economisch zo actief als de mormoonse. Naar schatting is de LDS 30 miljard dollar waard.

De kerk verbiedt weliswaar polygamie, maar haar ‘Big Brother’-achtige aanwezigheid heeft consequenties voor vrouwen in monogame relaties. In 1993 nog noemde de LDS het feminisme, samen met homoseksualiteit en academisme, de grootste bedreiging. De voornaamste rol van de vrouw in Utah is die van moeder, binnen het huwelijk uiteraard. Nadat de mormoonse academica Maxine Hanks een boek over feminisme binnen de kerk had geschreven, werd ze direct geëxcommuniceerd. Hanks raakte haar familie en werk kwijt, en lijdt jaren later nog steeds aan zware depressies. ‘Het is vrijwel onmogelijk om in deze staat een leven te leiden dat afwijkt van de norm man-vrouw-kinderen‘, zegt ze. ‘Polygamie geeft je die kans wel. Je doet iets wat illegaal is. Het is avontuurlijk, je leeft op het randje.’

PRAKTISCHE VOORDELEN

Religie is niet de enige reden waarom vrouwen voor een meervoudig huwelijk kiezen. Sommige polygame vrouwen worden aangetrokken door de superioriteitspositie die ze menen in te nemen. ‘Je voelt je alsof je bij een elite hoort. Als de maffia’, zegt Vicki Prunti. Polygame vrouwen geven opvallend openlijk toe dat hun huwelijk veel praktische voordelen kent, zoals minder seksuele druk en samenhorigheid met andere vrouwen. ‘Ik zou me niet compleet voelen met alleen een man. Ik ben soms closer met mijn zustervrouwen’, zegt Linda Green, hoofdvrouw van Tom Green. Hij werd vorig jaar veroordeeld voor kinderverkrachting omdat hij haar toen ze dertien was – en nog zijn stiefdochter – zwanger had gemaakt.

In een meervoudig huwelijk, zeggen de vrouwen, hebben ze een mate van vrijheid die ze normaal niet zouden bezitten. ‘Het was fantastisch. Ik hoefde niet elke dag zijn kleren te wassen en eten te koken. Ik kon doen en laten wat ik wilde’, zegt Shauna Llewellyn op de veranda van het huis dat ze met haar man John deelt. Werkhemd, spijkerbroek, doordringende blik. Geen doetje. ‘Het oorlogsministerie’, noemt haar man haar. Al zijn vrouwen woonden in aparte huizen. Shauna was de tweede vrouw. Na verloop van tijd kwam er een derde bij, door Shauna binnengebracht. ‘Zij zocht een man en ik vond dat ik een goede had’, zegt ze, alsof daarmee alles is verklaard.

Liefde, haat, angst, jaloezie. Dezelfde emoties als in een monogame relatie spelen in een polygame, zegt ze. ‘Je moet ermee leren omgaan, anders maak je het leven van veel anderen ellendig.’ De man speelt daarin een belangrijke rol, legt ze uit. ‘Hij is als een moeder met haar kinderen: ze zijn allemaal anders en je moet hen ervan overtuigen dat je van ieder evenveel houdt.’ Het werkte niet. De eerste vrouw verliet John voor een rijkere polygamist. Nummer drie kon het niet aan en ging scheiden. Jammer, vindt Shauna. Zij zou er wel weer een vrouw bij willen. ‘Ik weet niet of ik nu wel in de hemel kom’, twijfelt ze.

Voor haar man hoeft het niet meer. Hij zet een schaal sla en een stokbrood op tafel, en komt er met een bord op schoot bij zitten. Mager en grijs is hij, met pretogen. Het is veel te veel werk, heeft hij geconcludeerd. ‘Je moet je vrouwen voortdurend geruststellen dat ze belangrijk zijn, en de moeite waard. Soms waren ze alle drie kwaad op me, dan lagen mijn kleren weer in de tuin.’

Ze doen het allemaal voor de seks en de macht, zegt hij, die kerels. Tom Green, de veroordeelde polygamist, zat in alle tv-shows op te scheppen alsof hij Casanova zelf was. ‘Dat heeft hem de das omgedaan.’ Maar als zijn vrouw even weg is, buigt Llewellyn zich naar voren. ‘Ik was ook zo, hoor. Ik wilde alleen maar seks met verschillende vrouwen en dat zoveel vrouwen jou willen, streelt je ego enorm.’ Hij prikt in zijn salade. Dan zegt hij wat polygame vrouwen ook geloven: ‘Mannen zijn van nature polygamisten, net als bij dieren.’ Als hij het over mocht doen, deed hij het anders, bekent hij. ‘Dan nam ik er een paar minnaressen bij.’

GEEN SCHUILPLAATS

Colorado City ligt in de woestijn. Het gehucht is omringd door open vlaktes. In elke richting 40 kilometer niks. Nergens een plaats om je te verbergen als er naar je wordt gezocht. Als het je al is gelukt om bij de snelweg te komen, dient de volgende opgave zich aan: een lift krijgen. Een minderjarige helpen vluchten, is strafbaar in Amerika. Hulp van de politie in Colorado City valt evenmin te verwachten: het zijn ook polygamisten. Evenals de burgemeester. Hier, en in het nabije Hildale, woont de grootste en meest onderdrukkende polygamistenclan, de 10.000 leden tellende Colorado City-groep. Een extreem teruggetrokken sekte die, met behulp van de politie, iedere buitenstaander weert.

Colorado City is in het pionierstijdperk bevroren. Adressen bestaan er niet. Aan de ongeplaveide straten staan alleen een klein restaurant, een tankstation en een kledingwinkel. Vrijwel al het land is eigendom van de sekte. Die noemt zich de Fundamentalist Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (FLDS), maar is door de LDS uitgestoten. De openbare scholen hier zijn gesloten nadat de ouders hun kinderen er op last van hun kerk hadden afgehaald. Meisjes moeten enkellange jurken met lange mouwen dragen, en hun haar vlechten. Ze worden uitgehuwelijkt aan mannen die de ‘profeet’ van de groep voor hen uitzoekt.

‘Die meisjes geloven er echt in’, zei Marianne Watson uit Salt Lake City eerder. Watson schreef een pleidooi voor polygamie, Voices in harmony. Haar familie praktiseert het al sinds Joseph Smith het introduceerde. Kindermisbruik? ‘Het komt weleens voor onder polygamisten’, gaf Watson toe. ‘Maar de meeste kinderen beginnen erover als ze een boek hebben gelezen of in therapie zijn gegaan. Ik neem het met een korrel zout. Ach, je weet toch hoe dat gaat met tieners. Ze zijn overal ongelukkig over. Als ze een keer hun zin niet krijgen, verzinnen ze meteen een verhaal.’

Flora Jessop was tien jaar toen ze door haar vader werd verkracht. ‘Heel normaal in Colorado City’, zegt ze. ‘Het is de taak van de vaders om hun dochters te leren wat in het huwelijk van hen wordt verwacht.’ Ze liep weg, maar de Kinderbescherming bracht haar terug. Toen ze dertien was, klaagde ze haar vader aan. Nadat ze de rechtszaak had verloren, werd ze drie jaar gevangen gehouden in het huis van haar oom. ‘Ik zat de hele dag in een kamertje dat net zo groot was als mijn bed, met een klein raampje. Ik mocht er alleen uit als ik moest schoonmaken of wanneer ze satan uit me wilden slaan. Letterlijk. Na drie jaar maakte het me niet meer uit of ik dood of levend was.’

Op een nacht rende ze weg, zo hard als ze kon, en liftte naar Missouri. Ze belandde op straat. Bijna geen enkel ‘polygaam’ kind redt het in de buitenwereld. Zonder goede opleiding en sociale vaardigheden, en met psychische problemen, leiden de weglopers een marginaal leven. Ze gaan ten onder aan drank of drugs, slijten hun leven in armoede of belanden in de gevangenis. Jessop raakte verslaafd aan cocaïne. ‘Op een dag keek ik in de spiegel en wist niet meer welke kleur mijn ogen hadden.’ Van de ene op de andere dag hield ze op met gebruiken. Dankzij ‘een paar heel goede mensen’ leerde ze wat een normaal leven is. Ver weg woont ze nu, in Phoenix. Nog steeds krijgt ze doodsbedreigingen uit Colorado City, zegt ze. Haar zusje wordt nu vastgehouden in het huis van haar oom. Ze is op haar veertiende gedwongen getrouwd met diens zoon. Jarenlang wist Flora Jessop niet waar het meisje was. Ze benaderde alle kinderorganisaties in de staat. Niemand hielp, zegt ze.

De krant Phoenix New Times berichtte eind vorig jaar dat ze een geheim memo had ontvangen waarin stond dat Janet Napolitano, destijds procureur-generaal in de staat Arizona, waar Colorado City net onder valt, al twee jaar de sekte onderzocht. Ze zou van alles op de hoogte zijn: incest, kindermisbruik, kidnapping, gedwongen huwelijken, massale bijstandsfraude, ‘verkrachting als straf voor vrouwen en beloning voor mannen’. Verder zouden de inwoners een arsenaal wapens bezitten voor het geval de inlichtingendienst FBI probeert het dorp te bestormen.

Colorado City is dan ook ‘een probleem in de orde van Waco’, stelde het memo. Daarin werd gewaarschuwd dat de kwestie zoveel mogelijk uit de media moest worden gehouden. Sinds het Waco-debacle zijn Amerikaanse politici huiverig om sektes aan te pakken. Bovendien kostte de laatste razzia in Colorado City, in 1953, gouverneur Howard Pyle politiek de kop. Flora Jessop heeft daarom zelf maar het offensief ingezet. Voor de zomer stapt ze met tientallen andere FLDS-slachtoffers naar de rechter om schadevergoeding te eisen van de sekte. Als het geld wordt toegekend, komt er een ‘overlevingsfonds’ voor weggelopen kinderen. Daar zitten ook misbruikte jongens bij.

Burgemeester Dan Barlow heeft ontkend dat er in Colorado City en Hildale iets crimineels gebeurt. ‘Mensen kunnen vertrekken wanneer ze willen’, zei hij. ‘Wij denken alleen dat wij hun een betere manier van leven leren.’ Jessop stoot een spottend lachje uit. Barlows zoon is vorig jaar, na een verklaring van zijn vrouw en dochter, aangeklaagd wegens seksueel misbruik van zijn vijf dochters. Vier van de meisjes wilden niet getuigen. Hun vader kreeg vier maanden voorwaardelijk gevangenisstraf. ‘Ziek ben ik ervan’, zegt Jessop. ‘Hoe durven wij in Amerika iets te zeggen van de Taliban, terwijl we dit misbruik wel in ons eigen land toestaan.’

Hélène Schilders

‘Als een polygaam leven de hemel is, ga je liever naar de hel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content