De Belgisch-Marokkaanse Saida Boujdaine schrijft haar traumatisch verleden van zich af.

Info : Saida Boujdaine en Tom Naegels, ‘Het boek Saida: literaire handleiding voor het overleven van een gedwongen huwelijk’, uitgeverij Meulenhoff/Manteau, 160 blz., 16,95 euro.

Saida Boujdaine was slechts zeventien toen ze in Marokko door haar ouders werd uitgehuwelijkt aan een twaalf jaar oudere man. Pas acht jaar later, in 2002, slaagde ze erin het huwelijk te laten ontbinden. Vorige week stelde ze in Brussel Het boek Saida voor, een openhartige autobiografie waarin ze door de bril van ghostwriter Tom Naegels terugblikt op haar nog jonge, maar bewogen leven.

Wat een leuke vakantie in haar Marokkaanse geboortestadje Larache had moeten worden, draaide uit op een nachtmerrie. Het was de zomer van 1994 toen Saida Boujdaine onder zware druk van haar familie wenend in het huwelijk trad met Fouad (de fictieve naam van een allesbehalve fictieve man). ‘Fouad is een verre neef van mijn vader’, vertelt Saida. ‘Een man die nooit mijn man geweest is, behalve op papier. Een man die enkel mijn Belgische paspoort begeerde en die mij inruilde voor mijn nicht zodra ik ons huwelijk liet vernietigen.’

Het boek Saida is het meeslepende relaas van de lijdensweg die de inmiddels 29-jarige Saida heeft moeten afleggen om te ontsnappen aan haar gedwongen schijnhuwelijk. Ze geraakte gebrouilleerd met haar schoonfamilie en haar eigen vader. De titel van het boek verwijst naar Het boek Job, het bijbelverhaal over de onfortuinlijke Job, die door God zwaar op de proef wordt gesteld.

Toch is Het boek Saida geen klaagzang geworden. Hoewel Saida er niet voor terugdeinst om de spanningen tussen de westerse en de islamitische cultuur ter sprake te brengen, bevat haar boek ook grappige passages. Zo beschrijft ze hoe ze in maart 1984 met haar broertje en zusje in Borgerhout bij nietsvermoedende Joden ging aanbellen om voor hen (drie maanden na het officiële tijdstip!) Driekoningen te zingen en hen centjes te ontfutselen. Na de Joden waren de Chinezen aan de beurt.

De humor en zelfspot in het boek, die doen denken aan de lichtvoetige maatschappijkritiek in de film Shouf shouf habibi!, zijn typerend voor de moed en levenslust die Saida kenmerken. Het familiedrama heeft van haar geen verbitterde vrouw gemaakt. Saida werkt nu al enkele jaren als onthaalbediende op het Antwerpse cultuurkabinet, waar ze het goedlachse visitekaartje is van schepen Philip Heylen (CD&V).

Hoe verliep de samenwerking met Tom Naegels?

SAIDA BOUJDAINE: We hebben veel van elkaar geleerd. Ik heb veel gehuild, maar ook gelachen, toen ik hem mijn verhaal vertelde. Tom heeft me geholpen om mijn pijnlijk verleden te verwerken. Omgekeerd heb ik hem in de Marokkaanse cultuur ingewijd. We zijn samen naar mijn geboorteplek gereisd, waar hij de couleur locale ontdekte, de kleuren en de geuren van mijn mooie vaderland. Op het strand van Larache zag hij zowel gesluierde vrouwen als dames in string. Hij weet nu dat Marokko tegenwoordig even veelzijdig is als Vlaanderen.

U biedt in uw boek niet alleen een ongegeneerde blik op uw eigen privé-leven, maar ook op een aantal hete hangijzers binnen de Marokkaanse cultuur. Vreest u negatieve reacties, bijvoorbeeld van traditionele moslims?

BOUJDAINE: Ach, kritiek kun je nooit helemaal vermijden. Maar mijn boek is zeker niet kwetsend of provocerend bedoeld. Mijn verhaal is weliswaar niet uitzonderlijk. Sommige vrouwen én mannen zullen zich er ongetwijfeld in herkennen. Maar ik heb in de eerste plaats mijn verhaal verteld, niet dat van een hele gemeenschap, en het moet dan ook als zodanig begrepen worden. Tijdens de voorbije ramadan heb ik voor de eerste keer in mijn leven de Koran gelezen. Ik heb in dat mooie boek vooral veel liefde gevonden. Laten we een beetje begripvoller met elkaar omspringen.

Uw boek is bedoeld als een hart onder de riem van vrouwen die ook het slachtoffer (geweest) zijn van een gedwongen of schijnhuwelijk. Maar hoe kun je zulke wantoestanden in de praktijk voorkomen?

BOUJDAINE: In de eerste plaats door ze bespreekbaar te maken. Mijn boek wil daartoe bijdragen. Ik merk trouwens al een positieve mentaliteitswijziging. De meeste Marokkaanse ouders beseffen dat een gedwongen huwelijk niet bijdraagt tot het geluk van hun dochter. Bij sommige families is dat besef nog niet doorgedrongen. Ze worstelen met de spanning tussen traditionele en moderne waarden. Alles heeft tijd nodig.

Een van de ontroerendste passages in het boek, is uw bezoek aan het graf van uw broer Abdellah. Hij was een ontwortelde drugsverslaafde die in de gevangenis zelfmoord zou hebben gepleegd.

BOUJDAINE: De ware toedracht van het overlijden van Abdellah is nog niet achterhaald. De politie heeft ons de in repen gescheurde lakens gegeven waarmee hij zich in zijn cel zou hebben opgehangen. Maar in het dossier is sprake van een blauwe ceintuur. En waarom beweert men dat hij voordien al tweemaal een zelfmoordpoging had ondernomen, terwijl wij daar niets van weten? Vragen waarop ik nog steeds een antwoord zoek.

Joeri Naânaï

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content