Modefotograaf Erwin Blumenfeld.

De voormalige Berlijns-Amsterdamse dadaïst Erwin Blumenfeld (1897-1969) werd de leverancier van ?chic? aan Vogue. Jarenlang had hij de voorpagina van het modetijdschrift in handen : hij bepaalde het maandelijkse gezicht ervan. Glamour werd speels, ironisch pure vorm. In zijn donkere kamer en in het lab voor kleur ontwierp hij vormen die de jaren vijftig voor altijd zullen openbaren. Op die voorpagina’s kunnen we zien hoe de nuchtere Amerikaanse zich met esthetische projectie parfumeert.

Blumenfeld, die ooit in Berlijn en Amsterdam bikkelharde collages had ontworpen, is met het beeld blijven spelen. Het experiment kende geen geheimen voor hem en is ook in zijn Amerikaanse periode gewaagd. Maar in plaats van ironie en verontwaardiging te dienen, buigt Blumenfeld het om in dienst van de opdrachtgever. Hij is een commercieel fotograaf, met een slecht geweten.

Eenmaal de speelse cover voorbij, toont Vogue modebeelden van de jonge Penn en Avedon. Intense zwartwitbeelden waar de modellen niet afwezig bekeken worden, maar zich intens tonen. Beelden waarbij het model uit zichzelf gekatapulteerd wordt : hysterische beelden. Blumenfeld verpakt dit intense met afstandelijke klasse, met grote zelfbeheersing. Hoe ver hij ook gaat in het experiment, het is altijd weg van het lichaam, nooit ernaartoe.

Blumenfeld gebruikt sluiers, rook, niet-doorschijnend glas om zijn figuren aan het zicht te onttrekken. Bij hem is het experiment niet onthullend, maar verhullend. En daarmee is precies aangegeven wat fotografen na hem juist wel doen. Hen volstaat het niet meer om de mode met formalistische experimenten te lijf te gaan, zij komen in een veel heftiger spanningsveld tussen schijn en werkelijkheid terecht. Tegen de diepte die Penn in zijn werk wist te brengen, steekt dat van Blumenfeld af als oppervlakkig, maar ook als grappig, luchtig en blij.

Blumenfeld is een zwak portretfotograaf. De vrouw maar niet als persoon fascineert hem, maar altijd achter een sluier, achter de lens, achter het fotografisch papier. Zijn erotiek is opvallend onlichamelijk. Blumenfeld kon net als Hitchcock als geen ander gestalte geven aan die merkwaardige Amerikaanse cultus van het lichaam dat vooral niet lichamelijk mocht zijn. Fetisjisme is de motor van glamour.

Dirk Lauwaert

?Blumenfeld : a Fetish for Beauty?, Barbican Art Gallery, Londen, tot 15/12.

Untitled fashion test, New York, 1952 : fetisjisme is de motor van glamour.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content