Een vijfde van de vrouwelijke delinquenten blijkt geestesziek. Tot voor kort bleven die vrouwen noodgedwongen in de gevangenis. Tot het psychiatrisch centrum Sint-Jan-Baptist in Zelzate besloot hen op te vangen. Een unicum in ons land.

Lange tijd hield psychiater Jan De Varé de lippen op elkaar. De hoofdarts van de forensische afdeling van het centrum Sint-Jan-Baptist in het Oost-Vlaamse Zelzate wou zijn project in alle stilte laten rijpen en ‘zijn dames’ zo lang mogelijk afschermen. Vanwege het hoge ‘nieuwsgehalte’ van zijn patiënten, heet het. ‘Bij vrouwelijke geïnterneerden gaat het heel vaak om feiten die lang en breed in de media zijn geweest’, legt De Varé uit. ‘ Neonaticide, bijvoorbeeld, babymoord dus. Of zware brandstichtingen. Delicten die vaak een erg grote maatschappelijke impact hebben.’ Twee jaar geleden begon het ziekenhuis bij wijze van experiment met de opvang van drie vrouwelijke geïnterneerden. Dames die al lange tijd in de gevangenis zaten, zonder een echte psychiatrische behandeling.

Het is een oud zeer in ons land, waarvoor Europa België al herhaaldelijk op de vingers tikte. Een ‘gewone’ gevangene komt vrij nadat hij zijn straf heeft uitgezeten. Een geïnterneerde kan pas vrijkomen als zijn geestestoestand aanzienlijk verbeterd is. Door een gebrek aan behandeling in de gevangenis is die kans echter erg klein. Verhalen over geesteszieke daders die wegkwijnen in onze overvolle gevangenissen zijn dan ook legio.

Vrouwen met borderline

In 2000 startte in drie psychiatrische ziekenhuizen – Bierbeek, Rekem en Zelzate – een pilootproject om een aantal mannelijke geïnterneerden op te nemen. Het gaat om de zogenaamde medium risk-patiënten. Mensen met een psychiatrische problematiek die vanwege de gepleegde feiten niet welkom zijn in een regulier psychiatrisch ziekenhuis, maar bij wie wel nog behandelingsmarge is. Voor de high risk-patiënten plant de overheid twee gloednieuwe instellingen. Eén in Wondelgem bij Gent, en één in Antwerpen. De plannen zijn goedgekeurd, maar de uitvoering ervan is nog niet voor meteen. Gent is klaar met het bouwdossier, maar wacht nog op de nodige centen. Antwerpen heeft zelfs nog geen bouwplannen.

Vrouwelijke geïnterneerden konden tot voor kort nergens terecht voor een adequate behandeling. Terwijl hun situatie vaak nog schrijnender is dan die van hun mannelijke collega’s, zegt De Varé. ‘Vrouwelijke daders zijn meestal ernstiger ziek. Dus blijven ze zonder behandeling langer in de gevangenis. De meesten komen zelfs nooit meer vrij.’

Terwijl onder de mannelijke geïnterneerden nogal veel psychotici zitten, gaat het bij vrouwelijke daders vrijwel uitsluitend om persoonlijkheidsproblematieken. De Varé: ‘Vooral borderline, een pathologie die vaak een lange en moeizame behandeling vraagt. Borderline is vrij complex, maar vooral de uiterlijke kenmerken vallen op. Zelfverminking, hevige reacties, moeilijk communiceren.’

Voor de uitbouw van het vrouwenproject ging het forensische team van Zelzate eerst een kijkje nemen in het vermaarde Institut Philippe-Pinel in het Canadese Montreal – dé autoriteit op het vlak van forensische psychiatrie. Daar heeft het personeel proefondervindelijk vastgesteld dat een gemengde unit, vrouwen en mannen samen op de afdeling dus, het beste werkt. Ook Zelzate koos voor een gemengde werking. De voorbije twee jaar werden heel geleidelijk meer en meer vrouwen binnengebracht. De Varé: ‘We gaan ervan uit dat we mensen, binnen de marge van wat veilig en mogelijk is, terug in de maatschappij moeten brengen. Dus kun je hen maar beter behandelen in een voor die maatschappij representatieve setting. En onze maatschappij is ook gemengd. Er zijn gevallen genoeg bekend van mensen die goed functioneerden binnen de laboratoriumsituatie die voor hen was gecreëerd, maar die terugvallen zodra ze in de echte wereld komen. Daar schiet niemand iets mee op.’

Een gemengde unit heeft alvast één groot voordeel: het aantal gevallen van agressie op de afdeling is de voorbije maanden aanzienlijk gedaald. Het effect van vrouwelijke aanwezigheid, legt De Varé uit. ‘Het is vergelijkbaar met het principe van de gemengde scholen. De aanwezigheid van vrouwen doet het haantjesgedag van mannen dalen. Alles verloopt in een serener klimaat, en dat is erg positief voor de behandeling.’

Al heeft mannen en vrouwen samen zetten voor een lange en intensieve behandeling ook nog andere gevolgen. Op de afdeling ontstaan relaties, al dan niet seksueel. ‘Daar kun je niet onder uit’, zegt de hoofdarts. ‘Ook relatievorming is eigen aan de maatschappij. Maar relaties en seks hoeven niet noodzakelijk een nadeel te zijn, zolang de patiënten hun aandacht voornamelijk gebruiken voor hun therapie. Alles gebeurt binnen de afdeling, waardoor je er meer vat op hebt. Met relaties kun je therapeutisch veel doen.’

Red jezelf met een hond

De vrouwen krijgen grotendeels dezelfde behandeling als de mannen. En dan is er nog het paradepaardje van het Sint-Jan Baptistziekenhuis: de CAT-therapie, ook wel het hondjesproject genoemd.

CAT staat voor Canine Assisted Therapy. Geïnterneerden trainen er asielhonden tot huishonden, en zoeken daarna mee naar een nieuw baasje. De verschoppeling die de verschoppeling heropvoedt dus, en bijgevolg zichzelf anders begint te bekijken.

‘Net door hun borderline en hun probleem om zich te hechten werkt deze therapie bijzonder goed bij onze vrouwen’, aldus De Varé. ‘Als je een hond correct behandelt, geeft hij je onvoorwaardelijk vertrouwen. Communicatie met een hond is een ongekunstelde interactie. Heel duidelijk en vooral ook heel eerlijk. En dat is wat onze dames nodig hebben.’

Wat verderop is de wekelijkse training van de honden volop aan de gang. Isabelle kijkt eerst wat onzeker, maar de aanwezigheid van Aiko lijkt haar te ontdooien. Isabelle zat 2,5 jaar in ‘den bak’ voor ze hier terechtkwam. Over wat ze precies op haar kerfstok heeft, blijft ze vaag. ‘Iets wat ik beter niet had gedaan.’ Aiko zat al geruime tijd in een asiel weg te kwijnen. ‘Niemand wou haar hebben’, legt Isabelle uit. ‘Ze heeft al verscheidene baasjes gehad, maar die brachten haar telkens terug naar het asiel wegens wangedrag.’ Aiko heeft gedragsproblemen. ‘Net als ik’, zegt Isabelle overtuigd. ‘Wij begrijpen elkaar. Bekijk haar eens. Ze komt net uit haar kooi en is heel erg onrustig. Dat was ik ook, toen ik uit de bak vrijkwam. Ik liep toen net als Aiko rond als een kip zonder kop. Dat doet opsluiting met een mens.’

Het Sint-Jan Baptistziekenhuis behandelde ondertussen al dertig vrouwen zoals Isabelle. Tien van hen konden al doorstromen naar andere, meer open diensten op de campus, zoals het forensisch psychiatrisch verzorgingstehuis of de unit beschut wonen. De Varé: ‘Dat lijkt misschien weinig, maar gezien de ernst van de pathologie bij vrouwelijke daders mag je toch rekenen dat de totale behandeling vijf tot zelfs tien jaar kan duren. Waarvan toch snel anderhalf jaar op de gesloten afdeling van het ziekenhuis. We mogen niet vergeten dat het hier om forensische psychiatrie gaat. De veiligheid van de maatschappij staat dus voorop.’

Maar net die lange behandelingstijd hangt als een zwaard van Damocles boven het vrouwenproject. Zo ontstaat onvermijdelijk een trechtereffect, waardoor het project binnen de kortste keren weer vol komt te zitten. Daardoor dreigen vrouwelijke geesteszieke daders opnieuw in de gevangenissen weg te kwijnen.

Daarmee geconfronteerd, verwijst de Federale Overheidsdienst Justitie naar de geplande instellingen in Wondelgem en Antwerpen, die er net komen om dit probleem aan te pakken. Al geeft de woordvoerster toe dat het nog onduidelijk is wanneer die instellingen open zullen gaan. Jan De Varé is sceptisch. ‘Zelfs als de instellingen ooit opengaan, zijn we nog niet uit de problemen. Dan zal onze trechter voor een stuk wel kunnen doorlopen, maar door de lange behandelingstijden zullen we altijd wel met een trechtereffect blijven zitten. Het is hard, maar we moeten durven toe te geven dat we het maatschappelijk probleem van de geïnterneerden nooit volledig zullen kunnen oplossen.’

DOOR CATHY GALLE / foto dimitri van zeebroeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content