‘We willen vooral dat dingen bewaard blijven’

Charlotte Verhaeghe © DEBBY TERMONIA

Een middeleeuwse grafkelder, militaire overblijfselen van WOII of een Romeinse villa: elke week halen Vlaamse archeologen het nieuws met opmerkelijke vondsten.

In Vlaanderen zijn er op dit ogenblik 268 erkende professionele archeologen die met een haast onstuitbare energie op zoek zijn naar opmerkelijke vondsten uit het verleden. Dankzij hun onderzoek worden er jaarlijks gemiddeld 2200 nieuwe archeologie-trajecten opgestart. Die nemen elk ongeveer tweeënhalf jaar in beslag. Het grootste gedeelte daarvan wordt besteed aan bureauwerk. Het duurt al gauw anderhalf jaar om alle nota’s op te stellen, vergunningen aan te vragen en de opgravingen in te plannen. De opgravingen zelf zijn gemiddeld in een drietal weken afgerond. Daarna trekken de onderzoekers zich terug in hun kantoor om aan de verwerking van de vondsten en de rapportering ervan te beginnen.

Jeroen Vanden Borre
Jeroen Vanden Borre© DEBBY TERMONIA

Jaarlijks starten er ongeveer 220 opgravingen in Vlaanderen. De gemiddelde site heeft een oppervlakte van 4,5 vierkante kilometer, en daar kan al heel wat gevonden worden.

‘De grootste misvatting over mijn beroep? Dat we op zoek gaan naar skeletten van dinosaurussen.’

Charlotte Verhaeghe (29) doet opgravingen naar een middeleeuws kerkhof in Brugge.

‘Ons team is momenteel bezig met de opgraving van een middeleeuws kerkhof met grafkelders in Brugge. Een fantastische opdracht, maar ook erg zeldzaam. Iedereen die archeologie studeert, hoopt ooit zoiets te kunnen doen.

Bij deze opgraving vinden we heel wat skeletten. En hoewel dat voor ons vooral studieobjecten zijn, doen we er alles aan om ze respectvol te behandelen. Wie was deze persoon? Wat is hem overkomen? Allemaal vragen die door je hoofd spoken wanneer je hier met de grootste voorzichtigheid een stoffelijk overschot blootlegt. Ja, ik heb tijdens dit project al enkele nachten wakker gelegen. Niet alleen van de indrukwekkende vondsten, ook van de stramme spieren. Wekenlang acht uur per dag op je knieën zitten, daar voel je de gevolgen van.’

De grootste misvatting die er over mijn beroep bestaat? Dat we op zoek gaan naar skeletten van dinosaurussen. Als archeoloog bestudeer je de geschiedenis van de mens, niet die van het dierenrijk. Wanneer je in een film iemand met een handborsteltje voorzichtig een dino-skelet ziet blootleggen, is dat per definitie een paleontoloog. Is het toch een archeoloog? Dan heeft de scriptschrijver zijn research niet goed gedaan.’ (lacht)

‘Indiana Jones kon niet zonder zijn zweep, de moderne archeoloog is verloren zonder zijn smartphone.’

Jeroen Vanden Borre (42) ging op zoek naar de overblijfselen van een Amerikaanse WO II-piloot.

‘Honderdvijftig jaar geleden waren archeologen echte avonturiers. Gelukszoekers die buitenlandse expedities op gang trokken om verloren gewaande schatten te zoeken. Anno 2021 is archeologie veel strikter. Voor elke opgraving verzet je bergen papierwerk en vergader je uren. Indiana Jones kon niet zonder zijn zweep, de moderne archeoloog is verloren zonder zijn smartphone.

Mensen denken dat archeologen niets liever doen dan opgraven, maar dat is niet zo. We willen vooral dat dingen bewaard blijven. Als ze daarvoor meters onder de grond moeten blijven zitten, is dat maar zo. Het is pas wanneer archeologische overblijfselen door bouw- of wegenwerken verstoord dreigen te worden, dat we in actie schieten om alles te conserveren.

Onlangs kregen we de vraag van het Amerikaanse leger of we op zoek konden gaan naar de overblijfselen van een piloot die tijdens de Tweede Wereldoorlog in ons land was neergestort. De dochter van de man was zelfs naar België gekomen om de resultaten van ons werk te bekijken. Een bijzondere ervaring. Meestal moeten we zelf op zoek gaan naar elementen om het verhaal van een archeologische vondst te reconstrueren. Nu werd het verhaal erg persoonlijk. Ook de groet van de Belgische luchtmacht aan het einde van het onderzoek was een emotioneel moment.’

‘Bouwen betekent graven. De kans dat een aannemer op een archeologische vondst botst, is groot.’

Nele Heynssens (33) is gespecialiseerd in de regio Oost-Vlaanderen.

‘Mensen onderschatten op hoeveel plaatsen er in België voorwerpen van archeologische waarde onder de grond zitten. Dat is een van de redenen waarom ik nooit echt interesse had om aan buitenlandse projecten te werken. Ik vind het een enorm voordeel wanneer je als archeoloog werkt in een streek die je goed kent. Mijn expertise ligt in het noorden van Oost-Vlaanderen. Ik ken de geschiedenis en weet veel af van de grondlagen. Dat helpt bij het leggen van verbanden tussen de gevonden voorwerpen en gebeurtenissen die zich op die plekken hebben afgespeeld.

Het laatste jaar ben ik veel met opgravingen bezig geweest. Voor mij is dat de ideale combinatie tussen denkwerk, veldwerk en handenarbeid. Of er ook periodes zijn dat ik gewoon achter mijn bureau zit? Zeker. Archeologie volgt de bouwsector. Wanneer het daar goed gaat, hebben wij het druk. Want bouwen betekent graven, de kans dat een aannemer op een archeologische vondst botst is groot.

Niet elk bodemonderzoek levert resultaat op. Heel wat mensen wonen zonder het zelf te weten in een archeologische zone. Wanneer zij hun huis willen uitbreiden, moeten ze een beroep doen op ons om te controleren of er archeologische voorwerpen in hun tuin begraven liggen. Vaak wordt er op die plekken niets gevonden, maar dat is niet erg. Zo kunnen ze zonder problemen aan hun nieuwe veranda of terras beginnen.’

Nele Heynssens
Nele Heynssens© DEBBY TERMONIA
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content