De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni over de oorlog in Gaza en de kansen op een wapenstilstand.

© Der Spiegel

Wanneer heeft Israël in Gaza zijn doel bereikt?

TZIPI LIVNI: We hebben Hamas een zware klap toegebracht. Onze actie heeft de leiding van Hamas volledig verrast. Ze zullen straks wel twee keer nadenken voor ze nog raketten afschieten op Israël. Daarnaast moet de kwestie van de wapensmokkel tussen Gaza en Egypte worden aangepakt.

Streeft u naar een officiële wapenstilstand met Hamas?

LIVNI: Geen denken aan. Dit is geen oorlog die met een vredesakkoord kan worden beëindigd. Hamas erkent Israël niet. Het is niet bereid om te stoppen met het gebruik van geweld. Zelfs als deze militaire operatie afloopt, is de oorlog met Hamas niet voorbij.

Waarom stuurde minister van Defensie Ehud Barak dan een onderhandelaar naar Caïro, waar over een bestand wordt onderhandeld?

LIVNI: Ik onderhandel niet met Hamas.

Egypte is toch uw belangrijkste bondgenoot in het Midden-Oosten?

LIVNI: Ik begrijp dat Egypte bezorgd is over de humanitaire situatie in de Gazastrook. Maar ik wil Hamas niet legitimeren. We onderhandelen niet met mensen die Israël niet erkennen. We geven de internationale gemeenschap de raad om dat ook niet te doen.

Hoelang kan Israël de internationale druk om met de operatie te stoppen nog weerstaan ?

LIVNI: Enerzijds ondervinden we veel begrip voor onze strijd tegen het terrorisme. Anderzijds zijn er natuurlijk de harde beelden van het front, die ons geen goed doen. Het is kwestie van een balans te vinden tussen het voeren van die oorlog en aandacht voor de menselijke situatie. We proberen te helpen waar we kunnen. Daarom is er elke dag ook een humanitaire corridor om de burgers in Gaza te bevoorraden.

Klinkt dat niet cynisch, bij het zien van de beelden van dode vrouwen en kinderen?

LIVNI: Nee. Ik heb over de situatie in de Gazastrook geen lessen te krijgen. Het probleem is niet om hulpgoederen over de grens te brengen, maar om ze daarna te verdelen. We overleggen met hulporganisaties over de vraag hoe dat beter kan.

Bij een bombardement op een school onder de hoede van de vluchtelingenorganisatie van de VN kwamen 40 mensen om het leven. Was dat niet echt een grote fout?

LIVNI: Ten overvloede: die school was niet het doelwit. Dat waren terroristen die van vlakbij de school op onze soldaten schoten. Toen er werd teruggeschoten, stortte helaas een muur in.

Ooggetuigen hebben een andere versie van de feiten. Dat Hamas burgers gebruikt als menselijk schild ontslaat Israël ook niet van zijn eigen verantwoordelijkheid.

LIVNI: Ik vind het natuurlijk erg dat burgers om het leven zijn gekomen. Maar wat daar is gebeurd, was geen fout. Onze mensen werden onder vuur genomen. Ze schoten vervolgens zelf op de terroristen, niet op de burgers.

Verzwakt deze oorlog de positie van uw onderhandelingspartner, de Palestijnse president Mahmoud Abbas?

LIVNI: Ja, maar dat gaat voorbij. We praten met Abbas over vrede en we voeren oorlog met Hamas. Hoe zwakker Hamas, hoe sterker Abbas – en omgekeerd.

Hoopt u dat zijn Fatah straks opnieuw de controle over de Gazastrook in handen neemt?

LIVNI: Als ik dat zeg, verzwak ik hem meteen in de ogen van de Palestijnen. Dat soort van verklaringen kan hij nu missen als kiespijn.

© Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content