Het kan wel twee jaar duren voor slachtoffers van 22 maart hun trauma hebben verwerkt. Zelfs als ze de aanslagen niet zelf hebben meegemaakt. ‘We moeten álle slachtoffers laten zien dat ze niet alleen staan’, zegt psychologe Elke Van Hoof.

‘Er zijn honderden, misschien wel duizenden mensen zoals Berlinde. Allemaal blijven ze worstelen met wat ze op 22 maart hebben meegemaakt’, zegt professor klinische psychologie Elke Van Hoof (VUB). ‘Jammer genoeg is de aandacht voor de aanslagen aan het wegebben. Het is nochtans essentieel dat we de slachtoffers de boodschap blijven geven dat ze door heel België worden gedragen. Zeker omdat het besef dat ze niet alleen staan hun herstel kan bevorderen.’

Is ook Berlinde Matthijs een slachtoffer?

Elke Van Hoof: Zeker. Bij ingrijpende gebeurtenissen, zoals de aanslagen in Brussel, focussen we vooral op degenen die rechtstreeks geraakt zijn doordat ze gewond zijn of een geliefde hebben verloren. Maar daaromheen zit nog een grote kring van mensen die de chaos van dichtbij hebben meegemaakt, de gruwel hebben gezien of gewonden hebben verzorgd. Ook zij zijn slachtoffers. Je hoeft niet noodzakelijk op de plaats delict te zijn geweest om een trauma op te lopen. Dat wordt al te vaak vergeten.

Begrijpt u dat ze zich schuldig voelt omdat ze te weinig voor de gewonden zou hebben gedaan?

Van Hoof: Veel mensen zitten met dat gevoel, terwijl ze eigenlijk heel veel hebben gedaan. Berlinde had meteen na de ontploffing naar buiten kunnen rennen en naar huis kunnen gaan. Maar ze bleef. Niet alleen begon ze rond te bellen om te checken of haar collega’s ongedeerd waren, ze wees mensen die uit de metro kwamen ook waar ze verzorging konden krijgen.

Volgens haar nam haar hoofd het die dag over van haar hart. Klopt dat?

Van Hoof: Voor een stuk wel. In ons hoofd spelen zich twee verschillende denkprocessen af. Het ene, wat wij ons gezond verstand noemen, is een traag en bewust reflectieproces. Het andere, wat opgewekt wordt door intense stress en dreiging, verloopt snel en onbewust. Dan nemen we geen beslissingen meer op basis van ons rationele denkvermogen maar schakelen we op automatische piloot over. Vandaar dat Berlinde en haar collega’s in de lift stapten, terwijl ze normaal heel goed weten dat ze dat op zo’n moment beter niet kunnen doen. Daarna liepen ze, nog altijd op automatische piloot, naar de cafetaria waar ze gewonden probeerden op te vangen. Maar na een tijd neemt het bewuste reflectieproces het weer over en begint de rauwe realiteit binnen te sijpelen. Dat verklaart waarom Berlinde haar hoofd af en toe afwendde. Ze hoeft zich daar helemaal niet schuldig over te voelen.

Hoe komt het dan dat haar collega’s gewonden verzorgden en zij niet?

Van Hoof: In zo’n crisis gedraagt iedereen zich anders. Iedereen doet waar hij op dat moment toe in staat is. De ene slaat in paniek of verstijft, de ander ontfermt zich over slachtoffers of begint de schoonmaak te regelen. Al die reacties zijn oké. Sterker nog: we moeten dankbaarheid tonen voor wat die mensen hebben gedaan. Hun leven is er onherroepelijk door veranderd. Op basis van hun ervaringen op 22 maart zullen ze een nieuwe identiteit moeten vormen, en dat kan tijd kosten. Sommigen zullen er zelfs twee jaar voor nodig hebben.

Hebben al die mensen dan professionele hulp nodig?

Van Hoof: Wel als ze niet meer goed functioneren. Dagelijkse routines en rituelen geven een mens rust. Daarom is het goed om de draad van je leven weer op te pakken. Lukt dat dagelijkse leven je niet meer, dan vallen die rustmomenten weg en kunnen je hersenen geen stap meer vooruit. Daardoor valt ook het verwerkingsproces stil. Dan is het een goed idee om professionele hulp te zoeken. Hoe sneller, hoe beter zelfs.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content