‘We kennen de trucs, hoor. Ons fop je niet’

Jente Grommen © DEBBY TERMONIA

278.633 ton gemengd tuinafval, 135.141 ton grofvuil en 78.943 ton papier en karton: wat er in één jaar allemaal binnenkomt in de Vlaamse containerparken gaat het begrip te boven. In die parken is de drukste periode van het jaar bezig, nu de lente aanspoort tot een collectieve grote schoonmaak. De Vlaming sorteert veel, graag en goed. Maar hoe kijken de parkwachters naar onze weggooiwoede?

‘Over de rooie voor 25 cent’ – Jente Grommen Riemst

‘Onlangs kwam een man hier een nagelnieuwe jacuzzi aanbieden – ik had dat model nog maar pas in een doe-het-zelfzaak gezien. Bleek dat hij naar een appartement verhuisde. De jacuzzi was een bevlieging geweest, en het ding tweedehands verkopen was hem te veel moeite. We leven in een wegwerpmaatschappij. De helft van wat hier wordt binnengebracht, werkt nog. Maar ja, het is niet meer nieuw, hè. En je moet de mensen tegenhouden wanneer ze hun oude tv bij het grofvuil gooien, waar je ervoor moet betalen, terwijl ze dat ding gratis kunnen achterlaten bij de elektronica, waar het ook hoort. Als ik iemand hoor klagen dat het leven duur is, denk ik daar het mijne van.’

Ann Van Eccelpoel
Ann Van Eccelpoel© DEBBY TERMONIA

‘De meeste klanten zijn superlief, maar jammer genoeg krijgen we elke dag wel te maken met een vorm van agressie. Vooral als je mensen betrapt op foefelen. Dan weten ze zich geen houding te geven en lijkt de aanval de beste verdediging. Wat mij telkens weer verbaast, is dat discussies ontstaan over de banaalste zaken. Voor 25 cent gaan sommigen over de rooie, terwijl de grote facturen zo goed als nooit problemen opleveren.’

‘Laatst bood een man me 50 euro per week als hij alle binnengebrachte laptops mocht meenemen. Iemand anders vroeg of hij een glazen plaat voor zijn magnetron mocht zoeken: de oude was kapot. In principe mag je nooit dingen uit de containers vissen. Tenzij je per ongeluk je sleutel of portefeuille bij het afval hebt gegooid, natuurlijk. Dat gebeurt hier minstens één keer per week.’

‘Opgepast voor blauwe zakken’ – Ann Van Eccelpoel Geel

‘De hele samenleving passeert hier. Jong, oud, arm, rijk. Sommige klanten doen uit de hoogte tegen de parkwachters, maar dat is een minderheid waar je je niet aan moet storen. Het sociale contact is een van de grote troeven van de job, naast het verkwikkende lentezonnetje. Daarnet vroeg ik een bejaarde man, die elke dag een heel klein beetje tuinafval brengt, hoe het met hem ging. Je zag hem opfleuren. “Mijn dag is weer goed”, zei hij.’

‘Laatst kwam hier een klant die het huis van zijn gestorven tante aan het opruimen was. Van elk toestel dat die dame ooit had gekocht, bezat ze nog de originele verpakking, met “werkt” of “is kapot” in viltstift erop geschreven. Haar zolder moet reusachtig geweest zijn. (lacht) Het zal beroepsmisvorming zijn, maar zelf neem ik makkelijk afscheid van dingen. Gebruik ik iets niet? Weg ermee.’

‘Vandaag worden in Geel de pmd-zakken opgehaald. Wie hier dan een blauwe zak komt aanbieden, controleren we extra: er zou wel eens iets in kunnen zitten dat er niet in thuishoort. Je hebt altijd mensen die grofvuil proberen te verstoppen onder snoeihout of zo. Maar wij staan hier elke dag, en we kennen de trucs: ons fop je niet.’

‘Kan het niet met minder?’ – Piet Goyvaerts Heist-op-den-Berg

‘De overgrote meerderheid doet haar best om correct te sorteren. Simpel is dat niet. Veel mensen redeneren bijvoorbeeld: hout is hout. Maar er bestaan drie soorten afvalhout: A, B en C. Het onderscheid tussen pmd en plastic is ook niet algemeen bekend, en dat de verpakking die rond je frietjes zat niet bij het papierafval mag, ligt evenmin voor de hand.’

‘Zelf ben ik een fanatieke sorteerder, dankzij mijn job. Wanneer we op reis gaan vraagt mijn vrouw: “Wil je er alsjeblieft vandaag niet op letten? Je zult je weer ergeren!” (lacht) In het buitenland sorteren ze véél minder goed dan hier.’

‘Eigenlijk kunnen de mensen beter wat minder naar het containerpark brengen. Niet hoeven te sorteren is namelijk nóg beter voor het milieu. Hebben we al die spullen wel nodig, kan het niet met minder? Die bedenking maak je automatisch wanneer je in een recyclagepark werkt. Als je ziet wat hier in één maand binnenkomt, daar val je van achterover. Er zijn mensen die week na week met een halve inboedel naar hier komen, en dan heb ik het niet over opkopers of zo. Waar blijven ze het halen?’

Piet Goyvaerts
Piet Goyvaerts© DEBBY TERMONIA
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content