‘We durven te weinig te dromen’

FRANÇOISE CHOMBAR 'Als je op school voor een STEM-richting kiest, zul je een enorme maatschappelijke impact hebben. Veel meer dan een maatschappelijk werker.' © DEBBY TERMONIA

Françoise Chombar is niet alleen een van de invloedrijkste ceo’s van het land, ze wil ook een rolmodel voor ontluikend talent zijn. ‘Op de sinterklaasfeestjes van Melexis krijgen de meisjes geen poppen. Ze krijgen een chemiedoos.’

Zegt Melexis u niets? Weet dan dat in elke nieuwe auto gemiddeld acht chips zitten van het Vlaamse bedrijf, dat zijn hoofdzetel in Tessenderlo heeft. ‘In luxeauto’s’, verzekert ceo Françoise Chombar ons, ‘gaat het om een veelvoud daarvan. Onze elektronica sturen de airconditioning aan, ze laten de ruitenwissers automatisch reageren als het begint te regenen of de lichten aanspringen als het donker wordt enzovoort. Aangezien auto’s almaar slimmer, groener en veiliger worden, zullen ze in de toekomst almaar meer chips aan boord hebben.’

Melexis werd eind jaren tachtig opgericht door de bekende ondernemer-politicus-voetbalclubeigenaar Roland Duchâtelet, Françoise Chombar en haar man Rudi De Winter. Net zoals Duchâtelet behoort Chombar tot Vivant, een politieke beweging die deel uitmaakt van de Open VLD. In 2014 nam ze als lijstduwer deel aan de federale verkiezingen. ‘Maar’, geeft ze toe, ‘zonder enige ambitie om te worden verkozen.’

Duchâtelet, Chombar en De Winter bezitten nog altijd de helft van hun bedrijf, de rest is op de beurs genoteerd. Er werken bijna 1200 mensen, waarvan 160 in Tessenderlo en 190 in Ieper. Melexis is 3 miljard euro waard, en het echtpaar De Winter-Chombar prijkt in de top 100 van de rijkste Belgen. Over haar omgang met geld zei Chombar ooit: ‘Professioneel moet er altijd een goede reden zijn vooraleer ik geld uitgeef, en het moet ook iets opbrengen. In mijn privéleven pak ik het eigenlijk niet anders aan.’

‘Na de start van Melexis hebben we tien jaar moeten ploeteren om rond te komen’, vertelt ze aan Knack. ‘Dat was een moeilijke periode. Maar het allermoeilijkste was de sprong die we hadden gewaagd: het was een groot risico. We zijn niet begonnen in de traditionele garage, zoals zo veel technologiebedrijven, maar in onze slaapkamer – daar ga ik verder niet over uitweiden. (lacht) Maar zodra je vertrokken bent, word je gedreven door de wil om te slagen. En vergis u niet: de uitdagingen blijven vandaag even groot. Aan elke beslissing die je neemt, is een risico verbonden. No pain, no gain.’

Als snelgroeiend bedrijf moet Melexis opboksen tegen giganten als Texas Instruments, Infineon en STMicroelectronics, die tien tot twintig keer groter zijn. Chombar: ‘Wij zijn niet goed in alles, maar in enkele niches blinken we uit. We zijn de nummer 14 op de markt van halfgeleiders voor auto’s, de nummer 5 op de sensorenmarkt, de nummer 3 als het over magnetische sensoren gaat. Voor positiesensoren, bijvoorbeeld voor autopedalen, zijn we marktleider. Dat komt omdat we innovatief zijn. We willen de pioniersgeest van onze beginjaren bewaren.’

Hoe zal de auto er volgens u over tien jaar uitzien?

FRANÇOISE CHOMBAR: Over die vraag houden we nu een denkoefening met een grote groep medewerkers: ingenieurs en niet-ingenieurs, jong en oud, mannen en vrouwen. Een van de belangrijkste trends is de opkomst van de groene, minder vervuilende auto. Het ultieme doel is de elektrische auto, die zo goed als geen energie verbruikt en die ’s nachts, terwijl je slaapt, met groene stroom wordt opgeladen. Het zal nog even duren voor die er is, en het zal ook niet overal ter wereld even snel gaan. Europa zweert momenteel bij de hybrideauto. Dat is goed voor Melexis: die auto heeft een verbrandingsmotor en een elektrische motor, en die twee moeten met elkaar kunnen ‘praten’ – daarvoor heb je veel sensoren en halfgeleiders nodig. Maar de hybride is wellicht een tijdelijke oplossing.

Terwijl veel Europese autofabrikanten het leven van de verbrandingsmotor proberen te rekken, kiezen de Chinezen resoluut voor de elektrische auto. Zij hebben ook een grote sprong voorwaarts nodig, want ze kampen met enorme luchtvervuiling. Als ik in China ben, is het vaak moeilijk ademen. De overheid wil dat het kantelpunt voor elektrische voertuigen er in 2020 komt. Dan zou elke Chinees elektrisch moeten rijden.

En hoe zit dat in de Verenigde Staten?

CHOMBAR: Vanwege Tesla denken veel mensen dat de Amerikanen vooroplopen als ontwikkelaars van energievriendelijke auto’s, maar ze lopen achter. Ze blijven geloven in de verbrandingsmotor. Ook omdat de VS zo uitgestrekt is, natuurlijk, en je met een elektrische auto nog geen grote afstanden kunt overbruggen.

Ziet u de zelfrijdende auto snel op de markt komen?

CHOMBAR: Vijf jaar geleden hoorde je dat hij er in 2030 zou zijn. Sindsdien is dat verschoven naar 2040 en zelfs 2050. Ik ben ervan overtuigd dat we eerder met elektrische dan met zelfrijdende auto’s zullen rijden. Een auto in alle mogelijke situaties volledig autonoom laten rijden, is een complexe zaak omdat het verkeer complex is. Wat moet je als er plots een kind voor je oversteekt? Dan moet die auto uitwijken, natuurlijk, maar wat als je daardoor een fietser zou aanrijden? Als je zo’n machine programmeert, moet je ethische beslissingen nemen. Dat ligt niet voor de hand.

Veel luxeauto’s hebben al zelfrijdende functies: ze remmen automatisch als een voorligger te dicht nadert, ze waarschuwen je als je van je rijstrook afwijkt, hun cruisecontrol past zich automatisch aan het verkeer rondom de auto aan. Daarbij zijn natuurlijk veel sensoren nodig. Melexis ontwikkelt nu bijvoorbeeld – als enige – ook een bijzonder soort lichtsensoren. Daardoor kun je met een handgebaar een oproep beantwoorden of de autoradio luider of stiller zetten, in plaats van allerlei knoppen te bedienen.

Wat is het meest geavanceerde snufje in uw eigen auto?

CHOMBAR: Mijn auto heeft een head-updisplay: mijn snelheid en de aanwijzingen van de gps worden, recht voor me, op de voorruit geprojecteerd. Zulke technologie zal het aantal verkeersslachtoffers de komende jaren sterk doen dalen.

Zullen we met technologie ook de files kunnen oplossen?

CHOMBAR: Ze zullen in elk geval véél korter worden als we inzetten op big data. We zullen in de toekomst bijvoorbeeld veel meer gegevens over de verkeersstromen hebben. Op basis daarvan zul je automatisch naar een vrije parkeerplaats worden geleid. Rondjes blijven rijden, zoals vandaag, zal er dan niet meer bij zijn.

Melexis levert niet alleen elektronica voor de automarkt: u werkt ook aan andere slimme toepassingen.

CHOMBAR: Inderdaad. Onze temperatuursensoren worden bijvoorbeeld gebruikt om de airconditioning in gebouwen efficiënter te laten draaien: ze detecteren hoeveel mensen in een ruimte aanwezig zijn, en sturen op basis daarvan de airco bij. Zo kun je tot 30 procent op je energiefactuur besparen. Soortgelijke sensoren zitten in koortsthermometers die vanaf een afstand je lichaamstemperatuur meten.

Nog een voorbeeld: een Chinese fabrikant verwerkt een magnetische sensor van Melexis samen met een minuscule camera in een pil. Slik ze in, en een arts kan niet alleen je darmen onderzoeken, dankzij onze sensor kan hij dat cameraatje ook besturen. Fascinerend, niet? Veel mensen zijn bang voor nieuwe technologie. Dat is niet nodig. Technologische vooruitgang is alleen maar goed.

U bent tolk van opleiding. Is het niet moeilijk om ‘baas’ te zijn van een groep ingenieurs? Aanzien ze u voor vol?

CHOMBAR: De ondernemersmicrobe is me niet met de paplepel ingegoten. Mijn ouders hebben hun hele leven dezelfde werkgever gehad. Ik was wel nieuwsgierig, sociaal bewogen. Ik wilde het verschil maken. In die zin was ik ambitieus. En techniek heeft me altijd geïnteresseerd. Maar aan ondernemen had ik nooit gedacht, tot ik Roland Duchâtelet tegenkwam. Hij zei: ‘Probeer het. Maak je handen vuil. Schaam je niet als je faalt. Leer van je fouten.’ Die boodschap doorgeven, dat is mijn echte levensdoel. We durven te weinig te dromen.

Natuurlijk heeft het toeval mee een rol gespeeld, en ceo ben ik ook niet van vandaag op morgen geworden. Ik heb die functie moeten verdienen. Ik heb van alles gedaan bij Melexis: chips testen en verpakken, aankopen, verkopen, de logistiek behartigen… Ik heb zelfs producten afgeleverd bij klanten. En mocht het nodig zijn, ik zou dat vandaag opnieuw doen.

In het begin staan ingenieurs vaak wantrouwig tegenover niet-ingenieurs. Dan zie je ze denken: ‘Wat komt díé hier doen?’ Maar als je nieuwsgierig bent naar hoe iets functioneert, zijn ze snel gecharmeerd – ze leggen de dingen graag uit. Ze lijden weleens aan tunnelvisie en zien de oplossing voor een probleem niet meer, ook al ligt ze voor de hand. Dan raken ze er vaak uit met de hulp van niet-technici, die op een andere manier naar het probleem kijken, bijvoorbeeld vanuit het standpunt van de consument. Daarom pleit ik vurig voor teams die uiteenlopende achtergronden en competenties verenigen. Dat is een van de redenen van ons succes: Melexis is een inclusief bedrijf, dat veel belang aan diversiteit hecht.

U bent een van de zeldzame vrouwelijke ceo’s in België. Weinig landen doen het op dat vlak slechter dan het onze.

CHOMBAR: België is onlangs gedaald op de Global Gender Gap Index, die de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in kaart brengt. Dat is slecht nieuws. Vrouwen vullen bij ons minder dan 1 op de 3 managementfuncties in. In het huidige tempo hebben we nog een eeuw nodig om de kloof met mannen te overbruggen. Zelf heb ik me nooit iets aangetrokken van het glazen plafond of de sticky floor.

Melexis is het eerste en voorlopig enige beursgenoteerde Belgische bedrijf met evenveel mannen als vrouwen in de raad van bestuur. Dat was al zo vóór 2011 – sindsdien is er een genderquotum: minstens 1 op de 3 bestuurders van beursgenoteerde Belgische bedrijven moet een vrouw zijn. Voorts zijn 4 van de 10 leden van ons managementteam vrouwen. En van onze werknemers is 30 procent vrouw, omdat we nu eenmaal te weinig vrouwelijke ingenieurs vinden.

Quota hebben voordelen, dat besef ik, maar er zijn betere manieren om vrouwen een duwtje in de rug te geven. Er moet bijvoorbeeld meer hulp komen voor gezinnen, en er zijn meer crèches nodig. Vandaag blijven vrouwen te vaak thuis of maken ze geen carrière om voor hun gezin te kunnen zorgen. Om daaraan tegemoet te komen, heeft Melexis bijvoorbeeld een strijkdienst. Maar we bieden vooral flexibiliteit. Onze werknemers mogen bijvoorbeeld thuiswerken. En dat is voor mannen en vrouwen even belangrijk. Melexis is een vrouwvriendelijk bedrijf, maar we zijn dat omdat we in de eerste plaats mensvriendelijk zijn – ook voor onze mannen.

Ondertussen kiezen weinig meisjes voor een wetenschappelijke opleiding.

CHOMBAR: Meisjes kiezen vaak voor een carrière als kleuteronderwijzer: het zou beter zijn dat meer jongens die keuze zouden maken. Zoals het ook beter zou zijn dat meer meisjes voor een wetenschappelijke richting zouden kiezen. Als je stereotypen de wereld uit wilt helpen, moet je niet zeggen: ‘Dít is een meisjesberoep en dít een jongensberoep.’ Of neem het typische meisjes- en jongensspeelgoed: weg ermee. Op de sinterklaasfeestjes van Melexis krijgen de meisjes geen poppen maar bijvoorbeeld een chemiedoos.

De vraag naar wetenschappers is veel groter dan het aanbod. Onze jongeren kiezen veel te weinig voor de zogenoemde STEM-richtingen (science, technology, engineering, mathematics, nvdr.). Studies hebben aangetoond dat jongens een opleiding kiezen vanwege het ding zelf: ze studeren techniek omdat ze geïnteresseerd zijn in techniek. Meisjes vragen zich veeleer af: ‘Hoe kan ik de wereld een dienst bewijzen?’ Ze zien te weinig het maatschappelijke nut van een wetenschappelijke opleiding. Terwijl de wereldwijde vooruitgang voor een belangrijk deel op de STEM-vakken zal steunen: in die disciplines wordt gezocht naar oplossingen voor de klimaatopwarming, voor hongersnood, het gebrek aan zuiver water, en er wordt gewerkt aan schone energie, goede luchtkwaliteit enzovoort.

Met andere woorden: als je vandaag voor STEM kiest, zul je een ongelofelijk grote maatschappelijke impact hebben – veel groter dan bijvoorbeeld als maatschappelijk werker. Dat wordt zo nog niet gezien, maar we werken eraan. Melexis sponsort bijvoorbeeld de STEM-academie: daar kunnen kinderen tussen 6 en 14 jaar, net zoals in een teken- of muziekacademie, op woensdagnamiddag of zaterdag met technologie bezig zijn. Ze bereikt ongeveer 30.000 kinderen per jaar. Zulke initiatieven zijn broodnodig.

Neemt u graag deel aan het maatschappelijke debat?

CHOMBAR: Ja. Fantastische maatschappelijke initiatieven geef ik graag een zetje. Point Urbain, bijvoorbeeld, een bedrijf in Antwerpen waarmee de sociale onderneemster Sihame El Kaouakibi werkzoekende jongeren opleidingen aanbiedt. Of neem het Toekomstatelier van Sofie Foets in Brussel: om kinderen te laten kennismaken met alle mogelijke beroepen, vraagt ze aan bedrijven om workshops te komen geven.

U blijft in de vooruitgang geloven?

CHOMBAR: Ja. Als je tegenwoordig de krant leest of naar tv kijkt, lijkt het allemaal kommer en kwel. Maar iemand als Hans Rosling, de onlangs overleden Zweedse arts en statisticus, kon haarfijn uitleggen hoe de wereld er wél op is vooruitgegaan. Natuurlijk heb je soms ‘vooruitgangsvallen’. In zo’n val bevinden we ons nu. De vluchtelingencrisis is daar een signaal van. Ze creëert angst en onzekerheid. Op korte termijn zorgen die vluchtelingen bij ons voor problemen, dat moeten we niet ontkennen. Maar op lange termijn leidt migratie tot meer welvaart, en dus ook tot meer welzijn. In plaats van onze grenzen voor vluchtelingen te willen sluiten, kunnen we maar beter nadenken over manieren om hen hier in te schakelen.

Een voorbeeld van hoe het ook ánders kan, is de Oosterweelverbinding. Daar is lang over geruzied, maar nu hebben actiegroepen en politici een historisch akkoord gesloten. Schitterend! Aan zulke zaken moeten we ons optrekken.

Ook terwijl de Britten uit de Europese Unie stappen en de Amerikanen Donald Trump als president hebben verkozen?

CHOMBAR: Die twee gebeurtenissen zijn het gevolg van een botsing tussen optimisme en cynisme. Tussen het geloof in vooruitgang en de hang naar een verleden dat nooit heeft bestaan. Ik ben ervan overtuigd dat de brexit en Trump zullen uitdraaien op een ramp voor beide landen – in de eerste plaats voor de mensen die ervoor gekozen hebben.

Ja, de globalisering heeft tot excessen geleid. Maar een ‘deglobalisering’ zou nog erger zijn. Als iedereen zijn grenzen sluit, wordt dat een drama voor de economie. Dat is al eens gebeurd, in 1928-1929, toen de VS koos voor isolationisme. De wereldhandel is daarna stilgevallen en we zijn in een diepe recessie gesukkeld. Aan de andere kant zijn Trump en de brexit misschien wel het beste wat Europa had kunnen overkomen. Een wake-upcall. In Nederland is die boodschap aangekomen: Geert Wilders heeft bij de voorbije verkiezingen niet de verwachte grote overwinning behaald. Ik hoop dat ook de Fransen binnenkort verstandig zullen stemmen. Ondertussen blijft de Europese Unie helaas passief.

Wat zou u de EU aanraden?

CHOMBAR: Drie dingen. Ten eerste: drijf handel met de landen waarvan Trump niet meer wil weten; ontvang de hoogopgeleide mensen die de VS niet meer binnen mogen met open armen. Ten tweede: praat opnieuw met de burger, zoals de Antwerpse politici dat in het Oosterweeldossier hebben gedaan. Ten derde: houd je niet langer met futiliteiten bezig, zoals hoeveel zoutchips er in een zakje moet. ‘Heb ik volgend jaar nog een inkomen. Zal ik nog een pensioen krijgen? Hoe zit het met de luchtkwaliteit? Hoe regelen we in de toekomst in onze energievoorziening? Wat met ons onderwijs? En inderdaad ook: wat betekenen vluchtelingen voor ons?’: díé vragen houden de mensen bezig.

Die vragen voeden natuurlijk ook de angst – voor anderen, voor verandering enzovoort.

CHOMBAR: De Brits-Hongaarse socioloog Frank Furedi, professor aan de Universiteit van Kent, heeft daar een verhelderend boek over geschreven. Culture of Fear heet het. ‘We zijn zo bang’, zegt hij daarin, ‘omdat we het geloof verloren zijn in de maakbaarheid van de toekomst.’ Dat geloof moeten we weer aanwakkeren bij de mensen, in plaats van hun angst nog te vergroten.

Door EWALD PIRONET en MICHEL VANDERSMISSEN, foto’s DEBBY TERMONIA

‘Deglobalisering?Als iedereen zijn grenzen sluit, wordt dat een drama voor de economie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content