Wat vinden een professor anatomie, een uitgever en een jurist-politicus van Von Hagens’ tentoonstelling?

Jan Pieter Clarijs, gewoon hoogleraar experimentele anatomie en beheerder van de dissectiezaal aan de VUB, en verantwoordelijk voor de plastinatie-afdeling:

Deze tentoonstelling druist in tegen de menselijke waardigheid en waarschijnlijk ook tegen de wet. Het transport van menselijke kadavers moet volgens bepaalde regels gebeuren. Ieder lijk moet ook worden geregistreerd alvorens het vrijgegeven wordt aan de begrafenisondernemer, en geen enkel menselijk lichaam mag worden vervoerd zonder kist (tenzij er een expliciete toelating is). Die regels gelden evenzeer voor lichamen die aan de wetenschap geschonken zijn – die moeten trouwens uiteindelijk ook nog begraven of gecremeerd worden.

Dat de heer Von Hagens geplastineerde lichamen vervoert, die voor het grootste deel uit kunststof bestaan, verandert niets aan de zaak. De asse na een crematie is ook geen lijk meer in de strikte zin van het woord, maar behoudt zijn emotionele waarde.

Maar het juridische aspect is bijzaak. De essentie is dat Von Hagens op Hitleriaanse wijze de menselijke waardigheid schendt. Zijn techniek is uniek, en die bewonder ik. We passen ze zelf ook toe, zij het niet op hele lichamen. De ARAB-veiligheidsvoorschriften, die trouwens ook in Duitsland gelden, verbieden ons dat. Maar met zijn tentoonstelling misbruikt hij het vertrouwen van de lichaamsdonoren. Hij zoekt het spectaculaire, speelt met het mysterieuze. Dat is voldoende om veel bezoekers te trekken, maar het is geen onderwijs, geen kunst en zeker geen wetenschap.

Trouwens, een geïnteresseerde leek kan ook op de universitaire diensten anatomie terecht, zij ontvangen bezoekers. Het argument dat het grote publiek ook recht heeft om kennis te maken met een gedissecteerd lichaam is een drogreden. Maar wij laten geen lichaam poseren met zijn huid als trofee, of leggen het lichaam van een acht maanden zwangere vrouw met opengesneden buik niet in een P-magazine-houding. En we gaan toch niet de discussie openen of dit kunst is? Nee, een klacht indienen bij het gerecht doe ik niet, het zou maar reclame zijn. Maar ik hoop dat de gerechtelijke instanties zelf hun verantwoordelijkheid nemen en nagaan of de wetgeving wordt gerespecteerd. Ik ben in wezen enkel begaan met de volgens mij weinig ethische ‘lust voor sensatie’, zowel van de organisator, als van – vermoed ik – het merendeel van de bezoekers.

Fons Van de Putte, verantwoordelijke uitgever van ‘De Huisarts’:

‘De Huisarts’ wilde de tentoonstelling aanvankelijk sponsoren. Maar dat zou een zware vergissing zijn geweest. Op onze zoektocht naar meer informatie hebben we onthutsende zaken vastgesteld. Körperwelten is geen didactische maar een op sensatie beluste expositie. Het is niet voor niets dat er uit verschillende hoeken, en zeker ook vanuit medische kringen zoveel kritiek wordt geuit. Voor mij persoonlijk is dit het zoveelste bewijs van de banalisering van het leven, die we sinds de Tweede Wereldoorlog gestalte hebben zien krijgen.

Maar ik vind wel dat artsen zelf naar de tentoonstelling moeten gaan kijken, zodat ze zich een eigen oordeel kunnen vormen en hun patiënten behoorlijk inlichten.

De heer Von Hagens zoekt de controverse. Maar eigenlijk is die er helemaal niet. Iedereen gaat akkoord dat plastinatie een revolutionaire conserveringstechniek is, en iedere persoon met enige ethische referentiepunten vindt deze tentoonstelling degoutant, choquant en smakeloos.

Hugo Vandenberghe, CVP-senator en jurist: Oordelen over een tetoonstelling die ik nog niet heb gezien, is moeilijk. Op zichzelf moet een tentoonstelling van lichamen in deze tijd perfect kunnen worden georganiseerd, toch als ze wetenschappelijke of didactische bedoelingen heeft. De vraag of de manier van opstellen de menselijke waardigheid aantast, is moeilijk te beantwoorden. Waar ligt de grens tussen wat kan en wat niet kan? De heer Von Hagens zal wel graag provoceren. Maar moeten we iedere uiting van slechte smaak onethisch noemen? Juridisch kun je hier niet veel tegen doen, denk ik. Alleen de commerciële uitbuiting van de tentoongestelde lichamen zou misschien strafbaar kunnen zijn. Want het menselijk lichaam moet te allen tijde buiten de handel worden gehouden. Een Europees ontwerpprotocol over de behandeling van menselijke organen en weefsels spreekt van een algemeen verbod op het maken van financiële winst met menselijk materiaal. Mij lijkt dat je niet zomaar over de hele wereld tentoonstellingen met lichamen mag houden, er gadgets bij verzinnen enzo, omdat je een museum wilt bouwen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content