‘Televisiekijken leidt tot hersenbeschadiging.’ De Britse filosoof Roger Scruton trekt ten strijde tegen de massacultuur.

De westerse cultuur is op sterven na dood. Tot die conclusie komt de Britse neoconservatieve filosoof Roger Scruton in zijn jongste boek Culture Counts. Faith and Feeling in a World Besieged – onlangs in het Nederlands vertaald als Waarom cultuur belangrijk is. Scruton is een man van ongezouten meningen, en hij gaat stevig tekeer tegen de verderfelijke invloed van, bijvoorbeeld, popmuziek op de jeugd van tegenwoordig. Echt nieuw is zijn analyse niet: ze borduurt voort op de onheilsprofetieën van filosofen als Oswald Spengler ( Der Untergang des Abendlandes, 1921) en Alain Finkielkraut ( La défaite de la pensée, 1987 ). Maar anders dan zijn voorgangers ziet Scruton toch nog een paar lichtpuntjes: zolang de patiënt niet overleden is, is er hoop.

U maakt een onderscheid tussen ‘hoge cultuur’ en populaire cultuur. Voor een goed begrip: waar trekt u de scheidslijn?

ROGER SCRUTON: Met ‘hoge cultuur’ bedoel ik het geaccumuleerde erfgoed van beeldende kunst, literatuur, humane reflectie, dat de tand des tijds heeft doorstaan. ‘Hoge cultuur’ geeft de mens de gelegenheid om zijn plaats te bepalen in tijd en ruimte, en tegenover zijn medemensen. Het is een bewaarplaats van menselijke wijsheid en verworvenheden.

En populaire cultuur is louter verstrooiing?

SCRUTON: Niet noodzakelijk. Je moet ook weer een onderscheid maken tussen populaire cultuur en massacultuur. Massacultuur gaat uit van de media en is artificieel. Als jonge mensen samen muziek maken, is dat populaire cultuur. Als ze diezelfde muziek op hun iPods afspelen, zonder dat ze eraan denken om zelf een instrument ter hand te nemen, is dat massacultuur. Maar populaire cultuur op zichzelf is een positief gegeven.

U hebt het in uw boek vrijwel uitsluitend over de westerse cultuur. Omdat u die superieur acht?

SCRUTON: Cultuur komt voort uit religie, en onze westerse cultuur is in brede zin de joods-christelijke cultuur. Natuurlijk hebben andere beschavingen in de loop der tijden ook hun steentje bijgedragen. De kracht van de westerse cultuur is juist dat ze met groot gemak andere culturen assimileert. Maar de meeste andere culturen zijn helaas dood. De islamitische cultuur geeft sinds de achttiende eeuw geen teken van leven meer. De bloeitijd van de Japanse en de Chinese cultuur eindigde in de negentiende eeuw. We maken een globalisering van de massacultuur mee, maar overal ter wereld waar mensen muziek ernstig nemen, bestuderen ze in conservatoria wel ónze klassieke muziek. Japanse en Chinese pianisten spelen Schubert en Chopin.

Is cultuur altijd het product van een elite?

SCRUTON: Cultuur produceert een elite. Ze produceert mensen die over kennis beschikken, die inhoud hebben. Daarin verschilt cultuur eigenlijk niet van wetenschap.

Een culturele elite is dus niet noodzakelijk een sociale elite?

SCRUTON: Nee. William Shakespeare, bijvoorbeeld, maakte geen deel uit van de sociale elite van zijn tijd. Al had hij dat nog zo graag gewild.

Hebt u de indruk dat de kloof tussen de intellectuelen en de gewone man steeds groter wordt?

SCRUTON: Eerlijk gezegd: ik weet het niet. Als dat zo is, dan komt het omdat het onderwijs om zeep is geholpen. Vroeger was het voor iemand uit de sociale middenklasse zoals ik nog mogelijk om door hard te studeren aansluiting te vinden bij de culturele elite. Nu is dat veel moeilijker. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat onderwijs dient om een vorm van sociale gelijkheid te bevorderen, en niet om kennis te verspreiden. En de gevolgen zijn desastreus, zeker in Engeland.

Is het in de multiculturele samenleving van vandaag nog mogelijk een canon samen te stellen? Het zal altijd een canon blijven van dode, witte, Europese mannen.

SCRUTON: Er is in principe niets mis met dode, witte, Europese mannen. Een canon moet ook niet te rigoureus zijn. Van belang is dat mensen dingen moeten weten om zich te kunnen identificeren met de cultuur waarin ze leven. Ik suggereer in mijn boek dat zeker de hoge cultuur in het Westen altijd multicultureel is geweest. Wat moesten wij op de middelbare school allemaal niet lezen? De Hebreeuwse Bijbel, het Griekse Nieuwe Testament, de Arabische Vertellingen van 1001 nacht, Franse sprookjes, onze eigen Walter Scott. Dat was ongelooflijk multicultureel. Maar wat vandaag voor een multicultureel curriculum doorgaat, is gewoon cultuurloos. Multiculturalisme is een politieke zaak geworden. En dat schept natuurlijk een probleem.

Hoe kan of moet cultuur worden onderwezen?

SCRUTON: Kinderen op de middelbare school zouden op zijn minst een idee moeten hebben van de klassieken en van de belangrijkste momenten in de geschiedenis. Ze moeten vertrouwd zijn met het religieuze erfgoed. Dat zijn zaken die we ze moeten bijbrengen. En als het ze niet zint: daar is het gat van de deur.

Ze moeten en zullen Shakespeare en Homerus bestuderen?

SCRUTON: Jazeker, ook al interesseert het ze geen moer. Je moet op school geen tijd verliezen met Mickey Mouse.

Is die ontwikkeling het resultaat van een verkeerd begrepen vorm van democratisering?

SCRUTON: Ik vrees van wel, ja. Sommige instellingen kunnen alleen overleven als ze mensen uitsluiten. Een klooster moet mensen toch kunnen testen, om te zien hoe oprecht hun engagement is? Dat zou ook met universiteiten het geval moeten zijn. Maar het is niet zo, en daarom hebben ze het zo moeilijk om hun missie te vervullen.

Informatietechnologie is daarbij, volgens u, ook niet echt een grote hulp?

SCRUTON: Informatie is niet hetzelfde als kennis. Informatietechnologie kan een hulp zijn, maar dan alleen in de handen van iemand die kennis heeft. De informatietechnologie zelf verschaft die kennis niet. En zonder die kennis is het niet meer dan verstrooiing. Studenten surfen zich vandaag blind, terwijl ze boeken zouden moeten lezen zodat ze kunnen interpreteren wat ze op het scherm zien. Als je ze tegenwoordig een essay vraagt over Schopenhauer gaan ze niet meer in een bibliotheek op zoek naar het werk van Schopenhauer. Nee, ze tikken zijn naam in op Google en kijken vervolgens alleen naar de eerste tien van de 4,5 miljoen resultaten die de zoek-opdracht oplevert. Dat blijkt dan iets te zijn over het seksleven van Schopenhauer. Meer lees je tegenwoordig niet meer in die essays. Het is echt onthutsend.

U gaat nogal tekeer tegen de televisie. Maakt televisie de mensen dommer?

SCRUTON: Televisie leidt de aandacht af van de inhoud naar het visuele. Beelden zijn altijd spannender dan woorden op papier. Maar ze kunnen de aandacht alleen vasthouden door voortdurend de focus te veranderen. Iedere televisieregisseur weet dat een shot nooit langer dan vijf seconden mag duren. Dat doen ze heel bewust. Dus: ja, televisie heeft een slechte invloed. Het leidt duidelijk tot hersenbeschadiging.

Moet u als volbloed liberaal toch niet constateren dat de door u zo verafschuwde massacultuur de triomf is van de vrije markt?

SCRUTON: De markt is zeker niet vreemd aan die ontwikkeling. Ik kijk naar hoge cultuur zoals naar religie: het is een poging om slechte invloeden terug te dringen. Om aspecten van cultuur van de markt te redden. In de zin van: dit is niet te koop. Zoals de boodschap van religie over seks is dat het geen prijs heeft.

Veel artiesten mengen hoge cultuur met massacultuur. Wat is daar mis mee?

SCRUTON: Ik zeg niet dat daar iets mis mee is. Je kunt een stukje heavy metal in een symfonie incorporeren, als een vorm van een muzikale dialoog. Maar dan is het geen heavy metal meer. Massacultuur heeft zin en nut als je het als ruw materiaal gebruikt waaruit een kunstwerk wordt gemaakt. Ik denk aan de manier waarop Anthony Burgess in A Clockwork Orange een vreselijk element uit de massacultuur, een verslavende drug, gebruikte om een kunstwerk te maken. Dat kunstwerk werd dan een commentaar op de massacultuur en een veroordeling van die drug.

SCRUTON: Het is heel vaak een pose, en het is ook niet altijd zo geweest. Belangrijke dichters als T.S. Eliot, Ezra Pound en W.B. Yeats bekenden zich nadrukkelijk tot de rechterzijde. Hetzelfde geldt voor Igor Stravinsky en Olivier Messiaen. Was Henri Matisse een socialist?

Maar we hadden het over vandaag. Hoe verklaart u dat een conservatieve kunstenaar bijna een curiosum is geworden?

SCRUTON: Ik zou het niet weten. Ik heb ook niet voor alles een verklaring. Maar intellectuelen voelen zich altijd onzeker. Ze hebben nood aan erkenning, ze willen graag een schouderklopje van de gewone man. En dus gaan ze op hun hurken zitten. Iedereen die ergens ernstig over nadenkt, stelt zich rechts op. Kingsley Amis zei ooit dat hoe meer je over iets weet, hoe meer respect je krijgt voor traditie en discipline. Ik heb er in ieder geval geen enkele moeite mee om mezelf rechts te noemen.

U betreurt het verdwijnen van overgangsriten in het dagelijkse leven. Lijdt onze cultuur aan een peterpansyndroom? En verklaart dat het ontstaan van een jeugdcultuur die de volwassen wereld resoluut de rug toekeert?

SCRUTON: Het heeft er zeker mee te maken. We leven in een puberale gemeenschap, waarin de jeugd geïdealiseerd wordt. De jeugd wordt gezien als het doel en de vervulling van het leven, terwijl het natuurlijk niet meer dan een overgangsfase is op weg naar de volwassenheid. Het is onmogelijk om op te groeien als er geen barrières hoeven te worden genomen. De cruciale momenten in het leven van een mens zijn ook belangrijke momenten in het leven van een gemeenschap, en daar horen rituelen bij. Zo’n ritueel betekent dat de gemeenschap ook aanvaardt dat een individu van het ene stadium overgaat in het andere. Van ongeboren naar geboren door het doopsel. Van kind naar adolescent door de bar mitswa of het vormsel. Van adolescent naar volwassen man op het moment dat je de universiteit verlaat of 21 jaar wordt. Van de maagdelijke staat naar de seksuele maturiteit door het huwelijk. Al die overgangs-riten zijn in onbruik geraakt, en daar betalen we als samenleving een hoge prijs voor.

De toon van uw boek is buitengewoon pessimistisch, maar in het laatste hoofdstuk signaleert u ineens ‘glimpjes hoop’. Wilde u er toch nog een happy end aan breien?

SCRUTON: (lacht) Dat is blijkbaar nodig als je een boek ook wilt verkopen. Maar ik zie toch meer en meer tekenen die erop wijzen dat jonge mensen vandaag de weg terugvinden: de herwaardering van tonale muziek en figuratieve schilderkunst, bijvoorbeeld. Waar het op aankomt, is dat kennis en idealen bewaard blijven – al was het maar door enkelingen. Denk aan de monniken, die de lamp brandende hielden in de Ierse kloosters in de zesde eeuw. Op een dag bleek dat de kennis er toch nog was. We kunnen de kennis redden, in leven houden. En dat stemt me uiteindelijk toch optimistisch.

Volgens de Franse filosoof Luc Ferry is een deel van het probleem dat er in de kunst, anders dan in de wetenschap, geen vooruitgang mogelijk is. Je kunt niet zeggen dat Picasso beter is dan Rembrandt.

SCRUTON: Daar heeft Ferry natuurlijk gelijk in, maar hij ziet iets over het hoofd: de accumulatie van wijsheid. Dat is een langzaam proces, dat vaak bedolven dreigt te worden onder de pseudowijsheid van te veel boeken, te veel informatie, te veel onverwerkte gedachten. De mensen die in Babylon 600 jaar voor Christus de Hebreeuwse Bijbel samenstelden, beschikten over een massa geheime boeken. Ze gooiden alles wat ze overbodig vonden eruit en kwamen tot dat verbazingwekkende document. Ze zegden: dit is het woord van God. En de Bijbel is een bron van wijsheid die al meer dan 2000 jaar standhoudt.

U fulmineert graag tegen politiek correct gedrag. Mogen we u ‘cultureel correct’ noemen?

SCRUTON: Ik ben geen vijand van politieke correctheid. Politieke correctheid is een vijand van mij. Ik provoceer. Met dit boekje heb ik mensen willen bijbrengen wat ik over cultuur weet. Op veel vragen heb ik geen sluitend antwoord. Maar er zijn wel zekerheden waar voor mij niet aan te tornen valt, zoals de grootheid van Bach, Rembrandt en Shakespeare. Als u dat ‘cultureel correct’ wilt noemen – voor mij niet gelaten.

ROGER SCRUTON, WAAROM CULTUUR BELANGRIJK IS, NIEUW AMSTERDAM UITGEVERS, AMSTERDAM, 144 BLZ., 14,95 EURO.

DOOR PIET PIRYNS EN HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content