‘Wallonië draagt te weinig bij’

Ewald Pironet

In Wallonië werken maar weinig mensen in de privésector. Te weinig, vindt de hoofdeconoom van Voka, Stijn Decock. Nochtans: ‘Wallonië heeft troeven.’

In Wallonië ontvangen opvallend meer mensen op de een of andere manier geld van de overheid dan in Vlaanderen. Dat blijkt uit een onlangs verschenen verslag van de Nationale Bank. In België werken iets meer dan zes op de tien loontrekkenden in conjunctuurgevoelige sectoren zoals de industrie, de bouwnijverheid, de handel, het vervoer, de horeca, financiële activiteiten en diensten. Meer dan drie op de tien werken in sectoren die de overheid betaalt of zwaar subsidieert, zoals de ambtenarij, het onderwijs, de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening. Maar er zijn grote verschillen tussen de gewesten. In Vlaanderen werkt twee derde van de loontrekkenden in een conjunctuurgevoelige branche, in Wallonië geen 60 procent.

Stijn Decock, hoofdeconoom van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka: ‘Uit het verslag van de Nationale Bank blijkt dat bijna 40 procent van de arbeidsbevolking in Wallonië een salaris ontvangt dat betaald wordt door de overheid, in Vlaanderen is dat 30 procent. In die cijfers worden mensen die niet aan de slag zijn niet meegeteld. Doe je dat wel, dan blijkt dat in Wallonië slechts 35 procent van de bevolking op arbeidsleeftijd (20-64 jaar) werkt in een conjunctuurgevoelige branche, in Vlaanderen is dat bijna 50 procent.’

Decock vindt dat hoge cijfer in Wallonië onhoudbaar: ‘Er zijn daar te weinig mensen die bijdragen aan het systeem, en dat kan alleen maar in stand worden gehouden door transfers uit Vlaanderen. Maar in Vlaanderen kreunen die conjunctuurgevoelige sectoren onder te hoge belastingen. In Wallonië moeten dus meer mensen aan de slag in de privésector en minder in de overheidssector, en meer mensen moeten uit de werkloosheid raken.’

Omdat Wallonië zo zwak scoort, is het groeipotentieel er hoog. Decock ziet ook troeven: ‘Wallonië heeft veel meer ruimte om bedrijven te huisvesten en heeft minder last van files.’ Groot probleem is wel dat de kwaliteit van het onderwijs pover is, zoals ook de Nationale Bank aangeeft. Het aantal jongeren dat de school verlaat zonder diploma bijvoorbeeld ligt er met 15 procent bijna dubbel zo hoog als in Vlaanderen. Decock: ‘En de nieuwe bedrijven die overwegen zich in Wallonië te vestigen, zijn vaak net op zoek naar goed opgeleide mensen. Aan de kwaliteit van het onderwijs moet dus echt iets gedaan worden.’

Ewald Pironet

‘Wallonië heeft minder files en meer ruimte voor bedrijven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content