‘Walen zijn niet ambitieus genoeg’

© FRANKY VERDICKT

‘Subsidies maken mensen lui,’ zegt Eric Domb, de flamboyante eigenaar van Pairi Daiza, ‘en ook dom!’ Het dierenpark is de grootste toeristische attractie van België, en krijgt volgende week een nieuwe mede-eigenaar: Marc Coucke. ‘Voor hem is het geen grote investering, voor mij wel.’

Het kantoor van Eric Domb (55) lijkt wel dat van Indiana Jones, de archeoloog-avonturier uit de Spielberg-franchise. Tropische prenten, rondslingerende boeken, een tropenhelm die herinnert aan een trip door de woestijn, een bronzen olifant op het bureau, het houten hoofd van een neushoorn in een sofa, en een beetje verscholen tussen planten de hindoegodin Shiva die toekijkt. Neem een camera en draai er een avonturenfilm. Of een biopic over Eric Domb, want niets is alledaags in het leven van deze gedreven Waal.

Domb, die met zijn boots en leren jack ook vestimentaire gelijkenissen vertoont met Indiana Jones, werd in 2015 verkozen tot Waal van het Jaar: zijn levenswerk Pairi Daiza, oud-Perzisch voor ‘afgesloten tuin’, lokte toen bijna 1,8 miljoen bezoekers, onder wie een groeiend aantal Vlamingen, die er de twee Chinese reuzenpanda’s Hao Hao en Xing Hui gingen bewonderen. Het park ging 24 jaar geleden van start op het vervallen maar sprookjesachtige domein van de cisterciënzerabdij van Cambron, een deelgemeente van het Henegouwse plaatsje Brugelette. Nu huisvest het domein 5000 dieren verdeeld over 8 ‘werelden’ zoals de Lagune of het Koninkrijk van de Ganesha. Nieuw is het Land van de Koude, geïnspireerd op Mongolië en Siberië, inclusief vulkaan en echte lava. Een investering van vijf miljoen euro.

Pairi Daiza is genoteerd op de Brusselse beurs. Voorlopig nog, want Eric Domb kreeg financiële hulp van de Vlaamse ondernemer Marc Coucke om de kleine aandeelhouders uit te kopen. Het resultaat van deze operatie wordt volgende week bekendgemaakt.

Op 22 maart werd in Pairi Daiza de witte babyneushoorn Sethemba Vasta geboren, al zal die dag met de aanslagen in Maalbeek en Zaventem toch veeleer de geschiedenis ingaan als ‘het 9/11 van Brussel’. De gevolgen daarvan zijn op tachtig kilometer van de hoofdstad goed te merken. Aan de ingang van de ommuurde tuin moeten de bezoekers door een metaaldetector, de tassen door een scanner. Het ontspanningspark heeft voorgoed zijn onschuld verloren.

Volgens Eric Domb werd die onschuld al op 13 november 2015 aangetast. ‘Ik vierde die dag mijn verjaardag, samen met enkele vrienden’, vertelt hij. ‘Het was een mooi verrassingsfeest, maar ’s avonds zag ik verbijsterd op mijn smartphone wat er intussen in de Parijse concertzaal Bataclan was gebeurd. Ik had ook enkele oproepen gemist. Onder meer van de Franse bank BNP Paribas, die ons park de volgende dag had gehuurd voor een groot personeelsfeest met meer dan 20.000 gasten. De Parijse directie wilde weten of Pairi Daiza wel veilig genoeg was voor hun medewerkers. Van toen af kent ons park een periode voor én na de aanslagen.’

Metaaldetectoren in een dierentuin? Dat moet geen gemakkelijke beslissing zijn geweest?

ERIC DOMB: Nee, maar we moesten iets doen, zonder te overdrijven en zonder onze bezoekers nodeloos bang te maken. Het heeft ons ook flink wat duiten gekost, ik schat 1 tot 1,5 miljoen euro. Op zich vind ik dat niet zo erg, maar het is wel geld dat we nu niet kunnen investeren in het park.

In de VS en Israël staan al langer metaaldetectoren in bijna elk museum of pretpark.

DOMB: Dat klopt, maar de mensen zijn dat daar gewoon, wij niet. Nog niet, want we zullen toch moeten wennen aan het idee dat er altijd een aanslag kan worden gepleegd op plaatsen waar veel mensen bijeenkomen. In Pairi Daiza is het risico wellicht kleiner: het park is een uitgestrekte open ruimte van meer dan vijftig hectare waarin mensen zich vrij bewegen.

Wat vindt u van de politieke reacties op de aanslagen? Het geruzie tussen de Vlamingen en de Franstaligen, en de manier waarop politici elkaar de zwartepiet toespelen?

DOMB: Pijnlijk. In Europa zijn we allemaal kinderen van de Franse filosoof René Descartes. Die dacht in termen van ‘dit of dat’, terwijl het in werkelijkheid meestal gaat om ‘dit en dat’. We moeten inzetten op beveiliging én preventie. Maar de bevolking is bang, en angst is een slechte raadgever. De mensen willen dat er sancties worden opgelegd, dat politie en militairen op elk kruispunt patrouilleren, maar ze beseffen niet dat zulke maatregelen onze individuele vrijheid flink aantasten. Ik zou nu niet graag in de schoenen van onze politici staan. Bij elk incident springen de media er massaal bovenop en moeten politici à la minute een kant-en-klare mening hebben over de meest uiteenlopende zaken. Er is te weinig tijd voor reflectie.

De aanslagen besmeurden het imago van België in het buitenland. Vreest u dat ook Paira Daiza daar de gevolgen zal van dragen?

DOMB: Die zijn er al. Op de dag van de aanslagen zouden drie koala’s overkomen uit de dierentuin van Brisbane, maar dat is uitgesteld omdat de Australiërs bang zijn.

Verwacht u ook minder bezoekers?

DOMB: Dat is moeilijk in te schatten. Het seizoen is nog maar pas begonnen, en een dierentuin is afhankelijk van het weer. Vrienden uit heel de wereld mailden ons berichten van troost, maar je voelt dat bij velen de angst leeft. In Rijsel heeft de prefect de scholen zelfs verboden om nog schoolreizen naar hier te plannen. Onwaarschijnlijk. Mogen die leerlingen na de aanslagen in Parijs ook in eigen land nergens meer naartoe?

U was enkele jaren voorzitter van de Union Wallonne des Entreprises, het verbond van Waalse werkgevers, en daardoor nauw betrokken bij het marshallplan voor Wallonië. Heeft het gewerkt?

DOMB: Het gaat de laatste jaren de goede kant uit, maar het is nog te weinig en het gaat te langzaam. De Walen zijn niet ambitieus genoeg, en het idee van economische groei blijft voor velen een taboe. Economische groei is in Wallonië nog vaak synoniem aan uitbuiting en misbruik: de werkgever die wint, geld verdient en zijn zakken vult, tegenover de arbeider die verliest en arm blijft. Dat cliché is zo achterhaald.

Vertrouwen de Walen hun ondernemers niet?

DOMB: Helaas niet, en dat is een grote rem op ons economisch herstel. Toen ik hier destijds een park oprichtte, verklaarde iedereen me gek. Toegegeven, het is niet de meest toeristische streek van Europa. (lacht) Maar je nek uitsteken wordt hier niet geapprecieerd. Velen vinden het meer opportuun om klein te denken. In Wallonië leeft nog altijd de illusie van Karl Marx dat de arbeiders zich wereldwijd zullen verenigen en zich samen zullen verzetten tegen het grootkapitaal en de vrijemarkteconomie. Maar wat zien we vandaag gebeuren? De arbeiders in China en Brazilië trekken zich niets aan van hun Waalse broeders. Zij beseffen dat hun leven kort is, dat ze hun kinderen naar een goede school kunnen sturen, en dat ze misschien op reis kunnen als ze hard werken.

Ik werk in Pairi Daiza uitstekend samen met de vakbonden, maar wie hoor je voortdurend in de Waalse media? Niet de werkgevers. Wel de vakbonden, samen met politici en professoren. Waar blijven de ondernemers en de zelfstandigen in dat debat? De leiders van de kleine en middelgrote bedrijven, die elke dag moeilijke beslissingen moeten nemen en de toekomst van veel werknemers beïnvloeden? Veel Walen beseffen gewoon niet dat hun inkomen, hun sociale zekerheid en hun pensioen afhangen van een kleine groep bedrijfsleiders die risico’s nemen en banen creëren.

U staat dicht bij de Parti Socialiste en Elio Di Rupo. Bent u een man van de linkerzijde?

DOMB: Onrecht houdt me bezig. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat kinderen die aan de verkeerde kant van de straat zijn geboren dezelfde kansen krijgen? Die bezorgdheid deel ik inderdaad met de PS. Maar ik vind ook dat mensen die willen ondernemen meer hulp moeten krijgen. Ik heb vrienden in alle politieke partijen: van de PS en Ecolo tot het CDH en de MR. Links en rechts zouden moeten samenwerken. En in plaats van lessen burgerzin zou ik op school een verplicht vak Waalse begroting invoeren. Waar komt het geld vandaan, en waar gaat het naartoe? Als je wilt dat de democratie niet louter theorie blijft, moeten de burgers daarvan op de hoogte zijn. Een leraar kan niet meer zomaar beweren dat bedrijfsleiders smeerlappen zijn zonder erbij te zeggen dat zijn loon wordt betaald met de belastingen van bedrijven.

U bent te gast op de studiedag van de PS over de Waalse identiteit. Bestaat er zoiets als een Waalse identiteit?

DOMB: Er is een verschil tussen nationalisme en patriottisme. Nationalisme betekent mensen verenigen tegen iets, patriottisme is mensen verenigen voor iets. Dat laatste hebben we zeker nodig in Wallonië. Een van de grote ziektes van Wallonië is het sous-régionalisme: plaatselijke belangen krijgen voorrang op het algemeen belang. Bovendien evolueren we in de richting van een confederale staat, of we dat nu leuk vinden of niet. De geldtransfers drogen op, vroeg of laat zullen de Walen hun toekomst in eigen handen moeten nemen. De Walen zullen dus resoluut afstand moeten nemen van simplistische ideologieën uit het verleden die werkgevers en werknemers tegen elkaar opzetten. We hebben behoefte aan een gezamenlijk project dat de mensen zin geeft om te ondernemen, en dat ertoe leidt dat talentvolle jongeren opnieuw leraar willen worden. Want voor een kenniseconomie is de kwaliteit van het onderwijs cruciaal.

U verwijt Wallonië een gebrek aan ambitie. Dat kunt u niet zeggen van uw nieuwe zakelijke partner. Hoe hebt u Marc Coucke ontmoet?

DOMB: We spraken elkaar af en toe aan de telefoon, maar ik heb hem pas recentelijk persoonlijk ontmoet. Pairi Daiza financiert een programma tegen herpes bij olifanten, een dodelijke ziekte voor deze dieren. We hebben een fonds opgericht om een vaccin te helpen ontwikkelen. Daarom leek het ons een goed idee om Marc Coucke te vragen als peter van Nang Faa, ons pasgeboren olifantje. U kent Marc, hij kan heel enthousiast zijn, en hij was meteen bereid om ons te helpen. Enkele weken later stond hij hier met een cheque van 25.000 euro. Toen stelde hij ook voor om mij te helpen indien ik nog steeds van plan was omPairi Daiza van de beurs te halen.

Kwam het idee van een overnamebod van Marc Coucke?

DOMB: Nee, ik broed daar zelf al jaren op. De beursgang heeft ons lang goed geholpen. Zonder de beurs zou Pairi Daiza niet zijn geworden wat het nu is. Maar nu is onze beursnotering eerder een nadeel dan een voordeel, want aandeelhouders kunnen een rem zijn op mijn plannen. Vooral als ik weer eens op de proppen kom met een ‘gekke’ en vooral dure investering.

Geef eens een voorbeeld van zo’n ‘gekke’ investering?

DOMB: Het doel van onze stichting is olifanten bevrijden uit circussen. We hebben er al achttien gekocht en zijn intussen een soort asielcentrum voor circusolifanten geworden. Die beesten zijn zeer duur, het is een project dat dus een flinke hap uit onze winst neemt. Winst blijft natuurlijk nodig om onze dromen te realiseren, maar ik heb Pairi Daiza niet opgestart om rijk te worden.

Intussen bent u dat natuurlijk wel. In de jaarlijkse Lijst van Rijkste Belgen staat u toch al op de 248e plaats.

DOMB: Dat is een onbedoeld neveneffect. (lacht) Marc Coucke staat veel hoger op die lijst. Ik heb dus nog werk voor de boeg. Nee, alle gekheid op een stokje. Mijn ranking is een puur theoretische berekening op basis van de beurswaarde en mijn aandeel in Pairi Daiza. Ze houdt geen rekening met mijn schulden. Ik ben er zeker van dat op uw bankrekening meer geld staat dan op de mijne. Toch voel ik me een rijk man door het werk dat ik hier kan doen. Ik hoef geen miljoenen op de bank of dure auto’s in mijn garage te hebben.

Wat vindt u van Marc Coucke?

DOMB: Ik apprecieer hem als mens, maar ook als ondernemer. Hij is niet iemand die alleen door het geld gedreven wordt en zo snel mogelijk zo rijk mogelijk wil worden. (lacht) Ook al is hem dat aardig gelukt. Ik vind het goed dat hij zijn geld opnieuw in eigen land investeert. Voor hem is Pairi Daiza niet zo’n grote investering (bijna 23 miljoen euro, nvdr.), maar voor mij wel. Dit is mijn passie, zonder Pairi Daiza ben ik niets. Het zou een catastrofe zijn mocht mijn droom in de handen vallen van een vreemde investeerder die hier een achtbaan wil bouwen.

Wat wilt u de komende jaren nog realiseren in Pairi Daiza?

DOMB: Het park is zo uitgestrekt dat één dag niet langer volstaat om alles te bezichtigen. Daarom wil ik een hotel bouwen, of toch iets wat daarop lijkt. Geen klassiek gebouw met kamers van vijftien vierkante meter en een bed om in te slapen. Ik wil de ervaring die de bezoekers overdag in Pairi Daiza beleven ’s avonds voortzetten in dat hotel. Ik heb overal ter wereld geslapen: in een tent, in een hut, in een paleis, op de grond in de woestijn, in een hangmat in de jungle. Zulke ervaring wil ik onze hotelgasten ook aanbieden. Ze mogen op geen enkel moment denken dat ze in België zijn, wel in Alaska, Peru of China. Ik ben bezeten door authenticiteit. Een van onze tempels is bijvoorbeeld versierd met echte edelstenen, zoals lapis lazuli. ‘Te duur voor een dierentuin’, zeggen velen, maar ik wil alles zo levensecht mogelijk. Ik druk de kosten door zelf naar de mijnen in Pakistan te reizen en te onderhandelen zonder tussenpersonen. (lacht) Over het hotel zal ik pas tevreden zijn als vrienden die hier maar vijf kilometer vandaan wonen er willen overnachten.

En dat allemaal zonder subsidies? Dat staat toch te lezen op de website van Pairi Daiza.

DOMB: Ik krijg natuurlijk investeringssteun van de Waalse overheid, net zoals dat ook in Vlaanderen gebeurt voor bedrijven. Maar meestal gaat het slechts om ongeveer tien procent van de totale investering.

Bent u nog steeds boos op uw collega’s van de zoo van Antwerpen? Zij kregen wél subsidies van de Vlaamse overheid. U beschuldigde hen van concurrentievervalsing.

DOMB: Die discussie gaat over de werkingssubsidies die Vlaamse dierentuinen ontvangen. Ik doe net dezelfde job als mijn collega van de Antwerpse zoo, maar hij krijgt wel een groot congrescentrum van de overheid cadeau. Als ik dat wil, moet ik daar zelf voor betalen. Net zoals ik ook ons hotel volledig zelf moet financieren. We spelen dus niet in dezelfde categorie. Na de ‘panda-rel’ had ik beter mijn mond gehouden, ook al sprak ik de waarheid. Ik heb toen zelfs dreigbrieven gekregen. Dat kwam hard aan. Ik ben begonnen met niets, weet u? De eerste vijf jaar heb ik veel geld verloren, een paar keer ben ik zelfs bijna failliet gegaan, maar we hebben het overleefd. Mijn vrouw en ik hebben dag en nacht gewerkt om die panda’s naar hier te krijgen, en dan worden we ineens neergezet als luie Walen die worden voorgetrokken door een Waalse premier!

Pairi Daiza is sneller gegroeid dan de zoo van Antwerpen. En dat zonder subsidies.

DOMB: Zeker, maar dat was ook al zo vóór de komst van de panda’s. De Antwerpse zoo en het domein van Planckendael zijn heel mooie parken die ook goed worden geleid, maar ze zouden het nog beter doen zonder subsidies. Daar ben ik zeker van. Subsidies maken mensen lui. En dom. Hoe meer subsidies, hoe dommer. (lacht) Gelukkig is er deze natuurwet, zodat het onrecht enigszins wordt hersteld.

Het is wel door de panda’s en de ruzie met de zoo van Antwerpen dat u in Vlaanderen bekend bent geworden.

DOMB: Klopt. Vlamingen komen steeds talrijker. Bijna een op de drie bezoekers komt uit Vlaanderen.

Uw vader was chirurg, uw moeder kunsthistorica. In wat voor gezin bent u opgegroeid?

DOMB: In een bevoorrecht gezin, zeker op cultureel vlak. Reizen en cultuur heb ik met de paplepel meegekregen. Mijn moeder is aan het eind van haar leven boeddhist geworden. Zelf voel ik me ook sterk aangetrokken tot het boeddhisme. Ik heb weliswaar een dierentuin gebouwd, maar eigenlijk ben ik vooral gepassioneerd door de mens, het meest buitengewone dier dat er is. Mijn levensmissie is om de schoonheid van de wereld te laten zien, de poëzie, de architectuur, al het uitzonderlijke wat mensen doen.

Uw grootouders kwamen uit Polen en Litouwen?

DOMB: Klopt. In de jaren 1920 zijn ze daar gevlucht en naar België gekomen. Daarom ben ik ook zo begaan met het lot van de vluchtelingen. Als de oplossingen die sommige politici vandaag verdedigen in de jaren 1920 waren uitgevoerd, zat ik nu niet met jullie aan tafel en zou Pairi Daiza niet bestaan.

Tot nu toe lijken de vluchtelingen enkel op de uitdrukkelijke steun van de Duitse bondskanselier Angela Merkel te kunnen rekenen.

DOMB: (zucht) De angst van de mensen uitbuiten loont nu eenmaal. Tenminste, op de korte termijn, want op de lange termijn is zo’n beleid dramatisch. Toen ik hier in 1992 begon, speelde ik met het idee om mensen van verschillende godsdiensten en culturen in het park te verenigen. Ik probeerde toen ook het Waals Gewest ervan te overtuigen om mee te investeren. Het kasteel op het domein was in barslechte staat, we moesten iets doen. Ik had toen nog geen zin om er een aquarium van te maken, dat is veel later gekomen. Mijn oorspronkelijk plan was om in het kasteel en de mooie tuin errond imams, rabbijnen, priesters, vrijmetselaars en atheïsten samen te brengen. Niet om mooie speeches te schrijven, maar om na te denken over concrete acties die we hier konden ontwikkelen om de horizon van mensen te verruimen. De kabinetschef van een minister wiens naam ik niet ga noemen, zei me toen: ‘Als u daarmee begint, zal uw project nooit van de grond komen.’ Maar uitstel is geen afstel. Zachtjesaan probeer ik nu toch verschillende culturen en geloofsovertuigingen in het park binnen te brengen.

DOOR HAN RENARD EN MICHEL VANDERSMISSEN, FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Nationalisme is mensen verenigen tegen iets, patriottisme is mensen verenigen voor iets. Dat laatste hebben we zeker nodig in Wallonië.’

‘In Wallonië leeft nog altijd de illusie van Karl Marx dat de arbeiders zich wereldwijd zullen verenigen en zich samen zullen verzetten tegen het grootkapitaal.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content