De peilbureaus wisten het zeker: Hillary Clinton zou de verkiezingen winnen. Betekent hun falen, nadat specialisten ook de brexit niet konden voorspellen, dat peilingen waardeloos zijn? ‘Het zijn de media die er misbruik van maken.’

Niemand had de overwinning van Donald Trump zien aankomen, en al helemaal niet de journalisten die de verkiezingen van dichtbij volgden. The New York Times, de meest gereputeerde krant ter wereld, gaf Hillary Clinton op verkiezingsdag 85 procent kans om president te worden. Kort daarvoor stond ze zelfs op meer dan 90 procent. FiveThirthyEight, de website van datajournalist Nate Silver die een gesofisticeerder model hanteert, gaf Clinton 71 procent kans. Deze voorspellingen, die voor journalisten en commentatoren vaak dienen als blik op de werkelijkheid, bevestigden wat iedereen op voorhand dacht: Trump, een rare outsider die een gevaarlijke indruk maakt, wordt nooit president.

In de peilingen stond Clinton zo goed als altijd voor. Ze kréég ook de meeste stemmen, en de nationale peilingen voorspelden de uitslag niet veel slechter dan anders. Alleen kan een klein stemmenverschil een immense impact hebben op het uiteindelijke resultaat. ‘Die verschillen hoeven eigenlijk niet verklaard te worden’, zegt Jaak Billiet, socioloog van de KU Leuven die ondertussen met emeritaat is. ‘Het is doodnormaal dat peilingen naar twee kandidaten tussen wie het verschil zo klein is verkeerd uitdraaien.’

Billiet verwijst naar een oefening van de Canadese sociologe Claire Durand. Zij onderzocht 21 peilingen die de week voor de verkiezingen verschenen. In 18 daarvan was het verschil tussen Clinton en Trump niet groter dan de foutenmarge. Eigenlijk had bij al die polls een waarschuwing moeten staan dat Trump en Clinton te dicht bij elkaar lagen om een winnaar aan te duiden, maar in plaats daarvan telden media alle polls bij elkaar op en besloten dat Clinton in de grote meerderheid ervan won. ‘Dat is een totaal verkeerde manier van voorstellen. De peilingen zijn niet per se waardeloos. Het zijn media die er verkeerd gebruik en zelfs misbruik van maken. Ik zou nooit onderzoek doen dat verkiezingsresultaten pretendeert te voorspellen’, aldus Billiet.

Op het niveau van de staten zaten de peilingen er soms ver naast. Verwonderlijk is dat niet. Peilbureaus moeten mensen die niet thuis zijn, weigeren deel te nemen of nog niet weten op wie ze zullen stemmen in hun voorspellingen incalculeren. Die kiezers bleken overwegend voor Trump te stemmen, net zoals zij die niet durfden toe te geven wie hun favoriete kandidaat was. Maar daar hielden de onderzoekers te weinig rekening mee. Billiet: ‘Die cijfers moeten verwerkt en geïnterpreteerd worden. Dat is geen zuivere wetenschap, en dat maakt het alleen maar moeilijker.’

Het Amerikaanse tweepartijenstelsel verschilt nogal van het Belgische politieke landschap. Is het eenvoudiger om in Vlaanderen peilingen te organiseren? Billiet: ‘Er zijn natuurlijk meer partijen dus de onderzoekers kunnen meer fouten maken, maar de resultaten zijn minder sensationeel. Het gaat niet echt om wie er de meeste stemmen haalt en dus alles wint, maar om de juiste trends waar te nemen. Dat lukt meestal wel.’

DOOR PETER CASTEELS

‘Peilingen zijn geen zuivere wetenschap.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content