Vrouwen veroveren de arbeidsmarkt, mannen ontdekken hun zachte kant. Maar op persoonlijk vlak blijkt het steeds minder te boteren. Vooral vrouwen verbreken relaties en sturen aan op een echtscheiding.

Naar aanleiding van de viering van 100 jaar Vrouwenraad brengt Knack in 2005 een hele artikelenreeks.

‘Als vrouwen de rechten op waterputten bezitten in de Zuid-Afrikaanse Kalahariwoestijn, als ze in Polynesië kokosnoten plukken of geld verdienen op Wall Street, dan trekken ze weg uit een ongelukkige relatie. Waarom? Omdat het kan. Geld doet lopen.’ Dat zegt Helen Fisher, een gereputeerde Amerikaanse antropologe aan de Rutgers University. Volgens Fisher zijn er een groot aantal sociale en psychologische factoren die scheidingen bevorderen of tegengaan. Zo verbreken vrouwen met een hogere opleiding vaker een huwelijksrelatie. Er is een correlatie tussen echtscheiding en een hoog alcoholgebruik, een gering kerkbezoek en de manier waarop mannen en vrouwen met elkaar onderhandelen. Maar van alle factoren die bijdragen tot de instabiliteit van een huwelijk, kan de belangrijkste in twee woorden worden samengevat: werkende vrouwen.

In haar boek De eerste sekse signaleert Helen Fisher dat meer en meer gehuwde vrouwen hun koffers pakken en ze ziet de trend als een wereldwijd fenomeen. Een groeiend aantal huwelijken eindigt met een echtscheiding en daarbij zijn het vooral vrouwen die beslissen eruit te stappen. Helen Fisher: ‘In de Verenigde Staten is het aantal vrouwen met een baan tussen het begin van de jaren ’60 en het einde van de jaren ’80 verdubbeld, het echtscheidingscijfer is er meer dan verdubbeld. Vandaag loopt de helft van de Amerikaanse huwelijken de kans uit te lopen op een echtscheiding. In België waren er in 1866 volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) 70 echtscheidingen en 37.783 huwelijken, in 2003 waren er 31.355 echtscheidingen en 41.777 huwelijken ( zie kader).

Sinds in 1994 de nieuwe echtscheidingswetgeving in ons land van kracht werd en de duur van de procedure voor de echtscheiding met onderlinge toestemming werd ingekort tot ongeveer zes maanden, zijn in drie op de vier echtscheidingen de twee echtgenoten samen eisende partij. Als koppels niet met onderlinge toestemming uit elkaar gaan, wordt de procedure volgens het NIS vaker in gang gezet door de vrouw. Die trend neemt de laatste jaren toe. In 1980 kwam het initiatief tot echtscheiding in 53 percent van de gevallen van de vrouw, in de periode 2000 tot 2002 steeg dat aantal tot 57 percent. Het fenomeen bleek al in de jaren ’80 uit onderzoek van sociologieprofessor Koen Matthijs (KU Leuven).

De correlatie tussen economische onafhankelijkheid van vrouwen en echtscheiding is volgens Fisher in verschillende culturen zichtbaar. Ook als ze maar een kleine mate van economische zelfstandigheid bezitten, zullen vrouwen die gevangen zitten in een huwelijk waarin sprake is van geweld, alcoholmisbruik, mishandeling, ondraaglijke verveling of het ontbreken van seksuele bevrediging, meestal toch de benen nemen. Mannen zijn ook eerder geneigd weg te gaan van een vrouw die zichzelf financieel kan onderhouden.

De nieuwe man bestaat niet

Het instituut van het huwelijk ondergaat volgens Fisher een historische transformatie. In de plaats van het traditionele huwelijk met de conventionele rolpatronen zijn er nu meestal huwelijken tussen ‘bijna gelijken’. Beide echtgenoten hebben een baan, maar de vrouw neemt nog steeds het grootste deel van het huishoudelijke werk voor haar rekening.

Uit het tijdsbestedingsonderzoek van Ignace Glorieux (Vrije Universiteit Brussel, cijfers van 1999) blijkt dat de nieuwe man nog niet is opgestaan. Ook al hebben meer en meer vrouwen een baan, voor het huishoudelijke werk hoeven zij allerminst op hun mannen te rekenen. Voltijds werkende vrouwen besteden ruim acht uur per week méér aan huishoudelijk werk en kinderzorg dan voltijds werkende mannen. In het totaal werken voltijds werkende vrouwen wekelijks drieënhalf uur meer dan de mannen. Die wanverhouding vormt een heikel punt voor veel koppels die bij psycholoog-psychotherapeut professor Alfons Vansteenwegen (KU Leuven) in relatietherapie gaan. ‘Nogal wat vrouwen voelen zich daardoor benadeeld. Dat leidt tot ongenoegen’, aldus Vansteenwegen. ‘Een onrechtvaardige verhouding, waarin de ene zijn zin doet en de andere voortdurend moet zorgen, blijft niet duren. Op zeker ogenblik wordt die vrouw bitter. Ze maakt de balans op en zet er een punt achter. Vrouwen hechten daarnaast veel belang aan hun relatie en doen er ook veel moeite voor. Dikwijls krijgt een vrouw niet wat ze ervan verwacht: communicatie, begrip, aandacht, tijd. Mannen kunnen niet zo goed hun gevoelens uiten en ze onder woorden brengen. In die zin lijden vrouwen meer onder het huwelijk.

‘Mannen hebben de neiging om zich terug te trekken als het moeilijk wordt, terwijl vrouwen erover willen praten. Het is wat sterk geformuleerd, maar je zou kunnen zeggen dat vrouwen van het huwelijk depressief worden en mannen gelukkig. Mannen hertrouwen vlugger na een scheiding. Kennelijk hebben zij het samenleven in een huwelijk meer nodig dan vrouwen.’ Volgens advocaat-bemiddelaar in familiezaken Christine Jacobs komt dat omdat veel mannen niet uitblinken in de praktische organisatie van het huishouden en daar vaak onvoldoende tijd voor hebben of maken.

Terug naar mama

‘Als mannen een punt achter hun huwelijk willen zetten, blijkt dat ze meestal een perspectief hebben op een andere relatie’, zegt bemiddelaar Diana Evers, die naast haar praktijk tevens docente bemiddeling is aan de KU Leuven. ‘Die mannen hebben iemand anders, of ze hebben iemand op het oog. De meeste vrouwen stappen eruit om alleen te gaan wonen. Er zijn ook wel vrouwen die een andere partner hebben, maar dat is niet de overgrote meerderheid. Zolang mannen bij hun vrouw naar hun gevoel nog enigszins terechtkunnen en het er voor de buitenwereld op lijkt dat het gezin redelijk goed functioneert, zullen ze niet gemakkelijk uit hun huwelijk stappen. Het lijkt alsof mannen voor de emotionele stabiliteit in hun leven sterk afhankelijk zijn van vrouwen. Als mannen geen andere partner hebben, trekken ze vaak bij hun moeder in. Mannen kunnen moeilijker alleen leven. Ze hebben vrouwen nodig om hen emotioneel te ondersteunen.’

De koppels met jonge kinderen die Diana Evers voor een scheidingsbemiddeling over de vloer krijgt, zijn vaak ontzettend moe van de vele uitdagingen die ze in korte tijd realiseren: hun huwelijk, meerdere kinderen, een carrière, een sociaal leven en een hoop activiteiten. ‘Het eerste wat die vrouwen laten vallen, is de seksuele relatie met hun partner’, zegt Evers. ‘En daar klagen hun mannen het eerst over. Het is precies via seks dat mannen tot intimiteit willen komen. Als ze meer zouden vrijen, zouden ze naar eigen zeggen meer bereid zijn om in het gezin te helpen en aandacht te besteden aan hun vrouw. Vrouwen redeneren net andersom. Als de man wat meer aandacht zou besteden aan het gezin, dan zouden ze meer geneigd zijn om seksueel actief te zijn.

‘Scheiden, gebeurt nooit zomaar. Uit elkaar groeien, kan jaren duren. Koppels investeren meestal veel energie in het redden van een scheefgegroeide relatie. Vaak beginnen de problemen als er kinderen komen. Vrouwen sturen soms jarenlang signalen uit die mannen niet ernstig nemen. Dat maakt vrouwen woedend. Blijkbaar horen of zien mannen niet gemakkelijk als er wat aan de hand is. Ze zoomen niet in op het relationele en emotionele aspect. Ze horen wel dat er iets scheef zit en gaan dan oplossingsgericht denken, terwijl vrouwen eigenlijk zeggen: “Hoor hoe ik me voel.” Met die emoties kunnen mannen moeilijk overweg.

‘Omdat vrouwen meer in hun relatie investeren, zijn ze ook veel gevoeliger voor de kwaliteit ervan. Mannen investeren in hun relatie door de verantwoordelijkheden op materieel-financieel vlak op te nemen. Het feminisme heeft geprobeerd man-vrouwverschillen weg te toveren. Maar er is wel degelijk een onderscheid tussen mannen en vrouwen. En dat leidt soms tot communicatieproblemen.’

Recent onderzoek van de Nederlandse psycholoog Henk Noort geeft ook aan dat vrouwen het vaakst de relatie verbreken omdat ze er niet tevreden mee zijn. Henk Noort: ‘Mannen voelen zich er een stuk beter bij. Hoe komt dat? Wat verlangen mannen en vrouwen van hun partner? Hetzelfde! Inlevingsvermogen, zorgzaamheid, emotionele ondersteuning en seksuele loyauteit staan hoog op beider verlanglijstje. Daarin zijn vrouwen veel beter. Omdat mannen er niet in uitmunten, zijn vrouwen vaker ontevreden en verbreken zij frequenter relaties. Als man beginnen stofzuigen of strijken, maakt de partner niet noodzakelijk gelukkiger. Wat wel helpt, is een zo groot mogelijk inlevingsvermogen.

‘Vroeger klaagden vrouwen over het gebrek aan aandacht van hun mannen. Nu eisen ze dat hun partner met hen bezig is. Dat is begrijpelijk. Als vrouwen carrière maken en het behoorlijk moeilijk hebben, is het hoogst verstaanbaar dat ze van hun partner verlangen dat hij daar aandacht aan besteedt. De meeste echtscheidingen hebben daarmee te maken. Vrouwen vinden dat mannen te veel met zichzelf bezig zijn.

‘Vrouwen maken het zichzelf ook behoorlijk moeilijk. Ze kunnen niet duidelijk aangeven wat ze van hun partners verwachten. Ze zijn zo gewend om te zorgen voor anderen dat ze daar zelf niet goed om kunnen vragen. Mannen willen best iets doen, maar ze weten niet wat en hoe.’

Boterhammen gesmeerd?

Hebben man-vrouwverschillen louter met opvoeding te maken? Of met cultuur? Of speelt er ook een biologisch onderscheid? ‘Aanleg én opvoeding spelen altijd een rol, maar onderschat vooral aanleg niet’, zegt professor organisatiegedrag Herman Van den Broeck (Vlerick Management School). ‘Uit ons onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat vrouwen veel holistischer zijn, globaler denken dan mannen. Daar zijn wel neurologische verklaringen voor te vinden.

‘Mannelijke en vrouwelijke hersenen verwerken informatie op een andere manier. Die hersenverschillen worden wereldwijd geobserveerd. Bij vrouwen is de verbinding tussen de twee hersenhelften omvattender. Er is als het ware een grotere kabel voor datatransmissie. Wanneer er problemen worden behandeld, worden die door de twee hersenhelften verwerkt en bewerkt. Daardoor houdt het vrouwelijke denken met nogal wat parameters rekening om een oplossing te kiezen. Dat heeft natuurlijk enorme voordelen. De beslissingen worden op langere termijn bekeken en voor een bredere groep factoren. Dat vrouwelijke denken wordt ook wel “webdenken” genoemd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vrouwen holistischer zijn. Ze zijn meer bekommerd om duurzame normen en waarden.

‘De man concentreert zich op een bepaald probleem en gaat dat gericht oplossen. Dat wordt “tunneldenken” genoemd. Als er intussen andere problemen worden gecreëerd, lost hij die één voor één op. Hij verwerkt de problemen nogal eens in de linker hersenhelft. Dus is de oplossing die hij uit zijn mouw schudt minder breed toepasbaar dan die van vrouwelijke denkers. Daarom zijn mannelijke denkers goed in het oplossen van crisissituaties op korte termijn, terwijl vrouwelijke denkers uitblinken in waardevolle oplossingen waarbij ze rekening houden met vrienden, persoonlijke relaties, werk en situaties op langere termijn.

‘Enige nuance is hier wel nodig: sommige vrouwen denken mannelijk, en sommige mannen denken vrouwelijk. De voormalige Britse premier Margaret Thatcher is bijvoorbeeld een groot mannelijk denker. Mannelijk of vrouwelijk denken heeft niets met zacht of hard te maken. Het is gewoon een andere manier om informatie te verwerken.

‘Als vrouwen uitmunten in empathie en een groot zorgend vermogen hebben, dan heeft dat te maken met het webdenken, waardoor ze met verschillende dingen rekening kunnen houden. Wie zorgend wil optreden, moet oog hebben voor vele aspecten. Is bijvoorbeeld het huiswerk van de kinderen klaar? Zijn de boterhammen gesmeerd? Hebben ze hun regenjas aan? Dat wil niet zeggen dat mannen niet kunnen zorgen, maar ze moeten er wel een grotere inspanning voor doen. Het nadeel voor de vrouw is dat zij zich zo veel dingen aantrekt, dat ze er meer gestrest bij loopt en gemakkelijker depressief wordt.’

Seriële monogamie

Man-vrouwverschillen wegmoffelen is volgens Herman Van den Broeck geen aanrader. Er ten volle rekening mee houden, is veel beter. Kennis van de verschillen biedt namelijk inzicht in conflicten. Als man en vrouw samen gaan winkelen, zijn de verwachtingen bijvoorbeeld verschillend. De man wil recht naar de schoenwinkel en dan ogenblikkelijk naar huis. De vrouw wil er graag een sociaal uitstapje van maken.

Kennis over de verschillen tussen mannen en vrouwen kan bijdragen tot begrip. Het herkennen van de diversiteit bij anderen en in relaties kan helpen daarmee te leren omgaan. Het is niet omdat iemand of iets anders is, dat het een probleem is. Per definitie geldt dat ook in een man-vrouwrelatie.

‘We denken dat we maar harmonie kunnen bereiken door gelijk te zijn’, zegt Diana Evers. ‘Echte harmonie ontstaat net door met verschillen te leren omgaan. Dat kunnen we niet goed en moeten we leren. Dat vergt empathie en respect. Ondanks onze verschillen hebben we ook veel gemeenschappelijk. We kunnen zo veel van onze verschillen leren. Dat vraagt een enorm vermogen tot liefhebben. Eigenlijk doen kinderen dat. Kinderen kunnen zo onvoorwaardelijk graag zien. Dat soort liefhebben moeten we opnieuw leren.’

Zitten we met het toenemende aantal scheidingen dan in een negatieve spiraal? Helen Fisher meent van niet. Ze bekijkt het als een terugkeer naar aloude patronen van meerdere malen scheiden en hertrouwen. Dit brengt niet alleen meer wanhoop mee, maar biedt tegelijk nieuwe mogelijkheden op geluk. Op die manier kunnen mannen en vrouwen vandaag huwelijken sluiten die emotioneel en intellectueel meer bevrediging schenken dan ooit tevoren.

‘Wereldwijd hebben mannen en vrouwen de opmerkelijke neiging te scheiden omstreeks het vierde jaar van het huwelijk’, aldus Fisher. ‘Die gescheiden mannen en vrouwen trouwen vaak opnieuw. Seriële monogamie is ook in het dierenrijk te zien, bij vogels en zoogdieren die paarverbintenissen aangaan. De neiging om de partner rond het vierde huwelijksjaar te verlaten, kwam ook al voor bij onze vroegste voorouders.

‘Kort nadat onze voorouders op twee benen waren gaan lopen, begonnen mannen en vrouwen met elkaar verbintenissen aan te gaan die duurden zolang een kind aan de borst lag. Als het groot genoeg was om zich aan te sluiten bij speelgroepjes met oudere kinderen, namen broers, zusjes, oma’s en tantes een deel van hun taak over. Als een paar geen tweede kind kreeg, waren de ouders vrij om uit elkaar te gaan, een nieuwe partner te zoeken en opnieuw een kind te krijgen. Daardoor ontstond een gezonde genetische variatie in hun afstammingslijn.’

De rusteloosheid binnen een langdurige relatie heeft waarschijnlijk een fysiologische basis in de hersenen. Fisher vermoedt dat de receptoren voor de stoffen die met genegenheid en liefde samenhangen, overprikkeld raken. Het zou ook kunnen dat de hersenen minder van die stoffen aanmaken, waardoor iemand de neiging krijgt zich los te trekken.

Fisher voorspelt overigens een positieve evolutie die de negatieve spiraal wel eens zou kunnen ombuigen. Er zouden meer en meer huwelijken tussen gelijken komen, die gebaseerd zijn op sociale en emotionele gelijkwaardigheid. Verbondenheid, aandacht, kameraadschap en een verbintenis tussen gelijkgestemde zielen ligt daarbij aan de grondslag, samen met een nieuwe visie op intimiteit zoals vooral vrouwen die beleven.

Door Marleen Teugels

‘Het feminisme heeft geprobeerd de verschillen tussen mannen en vrouwen weg te toveren, maar er bestaat wel degelijk een onderscheid.’

‘Mannelijk of vrouwelijk denken heeft niets met zacht of hard te maken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content